Vraag: Hoe noem ik GIZ-driehoek naar de cliënt?
Antwoord: Om vaktaal te vermijden is het raadzaam om een andere term te gebruiken. Bijvoorbeeld gesprekskaart, gespreksplaat of gespreksdriehoek.
――――
Vraag: Hoe doe ik de introductie met de GIZ driehoek bij een cliënt die nog niet weet wat je voor hem of haar kunt betekenen?
Antwoord: In je introductie vertel je wat de cliënt van jou kan verwachten. Benadruk dat je samen gaat kijken hoe het gaat en je de inbreng van de cliënt hierin belangrijk vindt. Je gebruikt de gespreksplaat als onderlegger en legt uit hoe de GIZ-plaat werkt. Het blijft belangrijk om je eigen woorden en taal te vinden om aan te sluiten bij de cliënt. Juist in de eerste setting en aan het begin van ieder gesprek is dat extra belangrijk. Het vinden van je eigen taal, laagdrempelige vragen en woorden en de manier waarop je het introduceert is iedere keer weer maatwerk. Dat doe je op basis van jouw professionele inschatting.
――――
Vraag: Wanneer moet ik de GIZ-plaat in het gesprek gebruiken, wanneer leg ik deze op tafel?
Antwoord: Net als in ieder gesprek maak je eerst contact met de ouder/jongere om te verbinden. Als je daarna overgaat naar de inhoud van het gesprek waarvoor je komt, introduceer je de GIZ-driehoek. Dit helpt je ook om samen structuur aan het gesprek te geven.
Je kunt uitleggen dat je het graag samen doet en daar die kaart voor gebruikt. Dat je samen wilt bespreken hoe het nu gaat en welke vervolg ondersteuning (eventueel) gewenst is. Ook kun je als introductie uitleggen wat er allemaal een rol speelt bij gezond en veilig opgroeien en waar je als professional naar kijkt en vragen over wilt stellen. Vervolgens nodig je de cliënt uit aan te geven waar deze het over zou willen hebben. Of je kunt gericht vragen naar wat er goed gaat, waar vragen of zorgen over zijn. Bij voorkeur gebruik je dus de kaart bij de vraagverheldering / de anamnese aan het begin van het gesprek.
Soms kom je direct al ‘dieper’ in gesprek en voelt het niet ondersteunend om de GIZ-driehoek in te brengen. Dan kun je dit ook op een later/passend moment in het gesprek doen en de GIZ-driehoek gebruiken om samen te vatten; inzicht te geven hoe ingebrachte aspecten samenhangen en wat goed gaat, daar waar nodig nog door te vragen op relevante punten en je professionele inbreng te geven.
――――
Vraag: Niet alle onderwerpen die ik bespreek staan op de GIZ driehoek. Hoe moet ik de driehoek dan uitleggen?
Antwoord: Er zijn voorbeelden van onderwerpen die niet direct zijn terug te vinden in de pictogrammen, zoals slapen en eten. Deze kun je categoriseren onder de picto ‘gezondheid’. Als je weet welke pictogrammen op de driehoek staan, ondersteunt dit jou hierin. Ook ondersteunt het jou in de uitleg naar cliënten hoe ze bepaalde pictogrammen kunnen interpreteren. Voor de cliënt zijn de picto’s associaties. Als er iets is wat bij hem/haar vooraan in zijn/haar ervaringen zit, zal hij/zij dit inbrengen en iets noemen.
――――
Vraag: Welke startvragen kan ik gebruiken in het gesprek?
Antwoord: Enkele suggesties:
- We pakken deze gesprekskaart (driehoek) erbij om samen te kijken wat er op dit moment speelt rondom / hoe het gaat met de gezondheid en ontwikkeling van je kind.
- Waar wil je het vandaag graag over hebben? Deze gesprekskaart kan hierbij helpen.
- Heb je deze gesprekskaart (driehoek) al eens eerder gezien?
――――
Vraag: Gebruik ik de GIZ-methodiek bij ieder gesprek of contactmoment?
Antwoord: De GIZ-methodiek vormt een integraal onderdeel van je werkwijze en kun je bij nagenoeg alle contactmomenten toepassen. Hoe meer het gebruikt wordt, hoe minder uitleg je hoeft te geven. Hiermee help je niet alleen de cliënt en jezelf, maar ook je collega’s waarmee je samenwerkt.
――――
Vraag: Bij welke contactmomenten (JGZ) kan ik het beste starten met het uitvoeren van de GIZ-methodiek?
Antwoord: Het is sterk aan te bevelen om direct te starten met de gesprekskaart bij prenataal en postnataal huisbezoek.
――――
Vraag: Wat als een cliënt zegt, ik wil het alleen ‘hier’ over hebben. Hoe zit dat dan met samen beslissen?
Antwoord: Met de GIZ-driehoek kan je laten zien dat een goede ontwikkeling door verschillende factoren wordt beïnvloed. Je nodigt de cliënt eerst uit om aan te geven waar deze het over wil hebben. Daarbij volg je het tempo van de cliënt. Je kunt dan aanvullend vanuit je professionaliteit vragen stellen om een beter beeld te krijgen. Als je samen krachten en zorgbehoeften in kaart brengt, ontstaat er inzicht in de balans van krachten en zorgen. Vandaaruit kun je je cliënt laten prioriteren.
――――
Vraag: Moet ik alle onderwerpen van de GIZ-kaart bespreken met de cliënt?
Antwoord: Het soort contactmoment is van invloed. Voor een kort signalerend contactmoment is het niet nodig alle GIZ-items op de driehoek te bespreken. De cliënt wordt uitgenodigd te bespreken wat voor de cliënt op dat moment belangrijk is. De professional zal meestal ook eigen gesprekspunten inbrengen, maar dat gaat nooit over alle GIZ-items. Als het een contactmoment op indicatie is of een intake voor jeugdhulp zal het wel wenselijk zijn alle onderwerpen te bespreken om een goed overzicht te krijgen van krachten en zorgen. Voor dit soort gesprekken is ook meer tijd beschikbaar.
――――
Vraag: Moeten alle drie de zijden (ontwikkeling, opvoeding en omgeving) aan bod komen?
Antwoord: Ja, voor alle drie de aandachtsgebieden nodig je de cliënt uit om te benoemen hoe het daar mee gaat. Wat gaat er juist goed? En zijn er nog vragen, onzekerheden of zorgen rondom dit aandachtsgebied?
――――
Vraag: Hoe combineer je het werken met de GIZ-driehoek met triage?
Antwoord: Triage is bedoeld om de ernst en urgentie van de hulpvraag te beoordelen, dus dat past heel goed bij het bespreken van de GIZ-driehoek, waarbij je zorgbehoeften signaleert.
――――
Vraag: Hoe doe ik een telefonische anamnese met de GIZ-driehoek?
Antwoord: Deel de GIZ-driehoek met de cliënt vóórdat je het telefoongesprek hebt. Dat kan bijvoorbeeld via whatsapp, per e-mail of zet de GIZ-driehoek op je website. Vraag aan de cliënt om de GIZ-driehoek erbij te pakken tijdens het telefoongesprek. Je kunt telefonisch de GIZ-driehoek introduceren en per besproken onderwerp aangeven met welk pictogram dat overeenkomt op de GIZ-kaart. Overweeg beeldbellen, want dan kan je via schermdelen samen naar het GIZ-schema kijken. Ook is het mogelijk er op te tekenen.
――――
Vraag: Hoe gebruik ik bestaande vragenlijsten in samenhang met GIZ?
Antwoord: De uitkomsten van de vragenlijsten blijven een belangrijke input voor jou als professional. Tijdens het bespreken van de agenda geef je aan dat je de uitkomsten van de vragenlijsten wil bespreken. Dit is onderdeel van jouw professionele inbreng, naast de inbreng die ouders/ jongeren hebben. Op de GIZ driehoek kun je eventueel aanvinken of omcirkelen wat de belangrijkste punten zijn die uit de vragenlijst naar voren komen. Hiermee maak je een visuele vertaalslag. Vragenlijsten zoomen vaak wat meer in op problemen. Door het GIZ-gesprek krijg je een brede blik en is er ook aandacht voor de krachten naast de zorgen en kun je verdiepend ingaan op de aangegeven onderwerpen.
――――
Vraag: De SDQ wordt van tevoren ingevuld door ouders thuis. Hoe verhoudt dat zich tot de GIZ-driehoek?
Antwoord: De vragen uit de SDQ richten zich voor een groot deel op de ontwikkeling van het kind en voor een klein deel op de omgeving en de ouders. De score gaat met name over ontwikkeling. Het is belangrijk met ouders tijdens het bespreken van de SDQ aandacht te hebben voor de omgevingskant en de ouderkant. De GIZ-methodiek vormt dus een mooie aanvulling en kader voor het gesprek over de SDQ uitslag, omdat het de samenhang laat zien tussen ontwikkeling, omgeving en ouders/opvoeding.
De beslishulp beschrijft hoe GIZ zich verhoudt tot andere vragenlijsten, waaronder de SDQ.
――――
Vraag: Ik heb het idee dat ik alles dubbel doe: eerst de vragenlijst laten invullen en dan de driehoek invullen.
Antwoord: Het gebruiken van de GIZ methodiek in combinatie met de vragenlijst is juist ondersteunend. Vragenlijsten zoomen vaak wat meer in op problemen. Door het GIZ-gesprek krijg je een brede blik en komt er ook aandacht voor krachten naast de zorgen. Je kunt de uitkomsten van een vragenlijst koppelen aan de verschillende GIZ-items tijdens je gesprek. Daarnaast kan het GIZ-gesprek aanleiding zijn om een vragenlijst af te nemen om dieper in te zoomen op de zorgen.
――――
Vraag: Wat doe je met de 80% van de gezinnen waar het goed gaat? Gebruik je de GIZ-driehoek dan ook?
Antwoord: Ja, vooraf weet je niet of alles goed gaat, daarom doe je in principe de GIZ-driehoek bij iedereen. Anders is het afhankelijk van het oordeel van de professional.
Als blijkt dat alles goed gaat is het een belangrijke functie van de GIZ om gezinnen te bekrachtigen. Door het gebruik van de GIZ-driehoek vergroot je het inzicht wat allemaal een rol speelt bij gezond en veilig opgroeien en geef je de cliënt zelf inzicht dat inderdaad veel goed gaat, wat het zelfvertrouwen versterkt.
――――
Vraag: Is het aan te raden om de GIZ-methodiek te gebruiken bij enkelvoudige vragen?
Antwoord: Ja, ook bij enkelvoudige past de GIZ-methodiek. Je bespreekt daardoor niet alleen de vragen en zorgen, maar ook de krachten. Zo plaats je het probleem in een breder kader en ligt de focus niet alleen op het probleem.
――――
Vraag: Hoe kun je de GIZ gebruiken als vooraf al duidelijk is welke zorg er nodig is?
Antwoord: Een fundament van de GIZ is de brede uitvraag, zodat je een completer beeld krijgt van een gezin. Het aandacht geven aan meerdere leefgebieden levert drie dingen op. Ten eerste dat je het gezin leert kennen en dat je onverwachte factoren kunt ontdekken die het probleem veroorzaken of in stand houden. Ten tweede kun je krachten ontdekken, deze bekrachtigen en inzetten om het probleem mee aan te pakken. Ten derde geeft het cliënten een metapositie; het helpt hen om het probleem in perspectief te zien en om hun situatie te overzien. Uit onderzoek blijkt dat een metapositie in kunnen nemen, werkt als buffer tegen stress.
――――
Vraag: Vanaf welke leeftijd kan ik een GIZ gesprek voeren met een kind?
Antwoord: Vanaf acht jaar kun je een GIZ-gesprek voeren met een kind. Gebruik daarbij de GIZ-driehoek of de GIZ-matrix ‘kind versie’.
――――
Vraag: Hoe kan ik met de GIZ-methodiek ook een 5-jarig kind goed betrekken?
Antwoord: In gesprekken met kinderen onder acht jaar begin je met aandacht voor het kind. Daarna maak je de overstap naar de ouder. Leg altijd de GIZ plaat op tafel, dan kan de ouder daar vast naar kijken. Bij (jonge) kinderen zit het hem, los van de GIZ-methodiek, juist ook in manier van bejegening en contact maken. Dit begint al bij het eerste contact, bijvoorbeeld: ‘‘Welkom [naam kind]’’. Praat op ooghoogte van het kind in begrijpelijke taal. Vraag ook (tussentijds) aan het kind: ‘’Hoe vind jij dat het gaat? Wil jij (nog) wat vragen?’’ Open vragen zijn voor jonge kinderen vaak moeilijk te beantwoorden. Probeer concrete vragen te stellen en te koppelen aan de situatie van het kind, bijvoorbeeld: ‘‘Met wie heb je vandaag gespeeld, wat heb je gedaan bij het buiten spelen?’’.
――――
Vraag: Is het handig om een geprinte versie van de GIZ-driehoek op A4 mee te geven aan ouders?
Antwoord: Ja, dat kun je doen. Voor cliënten kan het fijn zijn om na het gesprek de GIZ-driehoek nog eens te bekijken. Dat kan hen helpen om de besproken onderwerpen in samenhang te zien. Het kan ook behulpzaam zijn voor de cliënt om met anderen te bespreken wat er aan bod is gekomen in het consult. Sommige organisaties hebben de GIZ-driehoek op kaartjes voor ouders gezet.
――――
Vraag: Ik vind de platen zo kinderachtig. Voelen ouders zich niet betutteld?
Antwoord: Nee, uit onderzoek is gebleken dat ouders na het hebben van een gesprek volgens de GIZ methodiek meer tevreden zijn over het gesprek dan bij het hebben van een gesprek volgens de reguliere methode. We hebben ook versies van de GIZ ontwikkeld met alleen tekst. Cliënten bleken een voorkeur te hebben voor de pictogramversies.
――――
Vraag: Hoe weet je of ouders wel op zo’n GIZ plaat zitten te wachten?
Antwoord: De GIZ is een bewezen effectieve gesprekstool en er is ook onderzoek gedaan naar de ervaringen van ouders met de GIZ. De reacties waren overwegend positief. De meeste ouders gaven aan dat het GIZ-gesprek fijn verliep. Ouders en jongeren ervaren dat ze door de GIZ meer inzicht hebben gekregen in hun eigen krachten en zorgen. Het gesprek was gestructureerd en ze voelden zich gehoord.
Je kunt een instemmingsvraag stellen: “Ik wil graag deze praatplaat gebruiken om samen met jou te kijken hoe het gaat met [naam kind] en jullie gezin. Vind je het goed als ik je uitleg hoe dit werkt?”.
――――
Vraag: Voor sommige ouders/jongeren, bijvoorbeeld met LVB, is de GIZ-driehoek wel heel veel. Hoe kan ik deze dan toch gebruiken?
Antwoord: Net als in andere gesprekken is het belangrijk om dan goed aan te sluiten in taal en tempo. De GIZ-driehoek kan juist heel behulpzaam zijn. Bied de informatie gedoseerd aan door bijvoorbeeld de zijden van de driehoek af te dekken die je niet bespreekt. De zorgen- en krachtenanalyse kun je ook met kleurtjes of fiches op de driehoek doen i.p.v. de matrix. Geef heldere informatie, kort en krachtig. Op het besloten gedeelte van de NCJ website staat aanvullende informatie over het gebruik van de GIZ bij cliënten met een LVB.
――――
Vraag: Hoe kan ik de GIZ-driehoek gebruiken bij kinderen/jongeren in het speciaal onderwijs?
Antwoord: Het is belangrijk om goed aan te sluiten bij wat kinderen en ouders nodig hebben. De GIZ methodiek is een hulpmiddel en geen doel op zich. De GIZ-driehoek dient als visuele ondersteuning in de communicatie en maakt de jongere actief. Soms is het beter om de informatie gedoseerd aan te bieden door de plaat/zijden van de driehoek af te dekken. Juist in het speciaal onderwijs, waar kinderen en ouders vaak met meerdere hulpverleners te maken hebben gehad, is het fijn dat ze zelf regie kunnen voeren. Als professional krijg je met de GIZ-driehoek een totaalbeeld van de krachten en zorgen binnen een gezin.
――――
Vraag: In welke situaties kan ik de gesprekskaart nog meer gebruiken als ik niet in gesprek ben met een cliënt?
Antwoord: Tijdens intercollegiaal overleg en intervisie.