Onderwerp
Het Landelijk Professioneel Kader (LPK) beschrijft hoe de JGZ het basispakket JGZ aanbiedt, waarbij de nadruk ligt op aansluiten bij waar behoefte aan is en doen wat nodig is. Het O&O-schema geeft JGZ-professionals richting in de dialoog met jeugdigen en ouders.
De toepassing van het Van Wiechenonderzoek ondergaat een ontwikkeling richting Van Wiechen-continue, zodat op elke leeftijd duidelijk is waar het kind op de ontwikkelingscurve zit. Deze manier van werken sluit aan bij deze tijd. Het Van Wiechen was ooit leidend in de keuze van contactmomenten, samen met het RVP. De mijlpalen worden nu losser, waardoor op elke leeftijd van het kind je een (Van Wiechen) ontwikkelingsonderzoek kunt doen. Hiermee word je flexibeler in het uitvoeren van het onderzoek en heb je meer handvatten om met ouders in gesprek te gaan. Zij worden meer meegenomen in wat zij zien, live of op de filmpjes die zij thuis hebben bekeken. Je krijgt meer ruimte om het onderzoek op maat te doen. Zolang het nog niet zover is, kies je bij een contact voor de dichtstbijzijnde leeftijdskolom (voor de kalenderleeftijd) of wanneer het kind al bijna de kolomleeftijd heeft bereikt, rond je af naar boven en vul je die kolom in. Daarnaast gebruik je (onbewust) altijd je klinische blik om een indruk van een kind te vormen. Het opsporen van oogafwijkingen past prima binnen de mogelijkheden van het LPK.
Dit is niet het doel van het LPK. Mochten ouders dit wensen dan is dit mogelijk binnen de grenzen die het RVP stelt (termijnen tussen vaccinaties in acht houdende). Bij kinderen die uit het buitenland instromen zijn we ook al gewend om maatwerk te bieden.
Startende basisartsen geef je de kans om in het begin alle kinderen volgens het hele pakket te zien. Het liefste ook alle leeftijden, om ervaring op te doen met de totale ontwikkeling van een kind. Ook dat is maatwerk, maar dan richting de werknemer. Ieder heeft zijn eigen leertraject, later kan je bijsturen/flexibeler gaan werken.
(in het LPK staat dat dit niet perse door een vaste discipline wordt uitgevoerd, maar dat het ook door andere disciplines met ervaring kan worden gedaan).
Bij het uitvoeren van je werk als JGZ-professional wordt verondersteld dat je bekwaam bent en je jezelf ook bekwaam voelt. Afgezien van voorbehouden handelingen, kan iemand die bekwaam is door training en scholing en zichzelf opgewassen voelt voor een taak, ook ingezet worden voor een taak. Of iemand bekwaam is moet ook worden beoordeeld door bijvoorbeeld collega’s of door de eindtermen van een opleiding.
Het zou mooi zijn als hier onderzoek naar wordt gedaan. Ook zou het mooi zijn om onderzoek te doen naar de tevredenheid van ouders.
Door vroegtijdig te signaleren, aan te geven wat tot de normale ontwikkeling behoort en de eigen kracht van jeugdigen en hun ouders te versterken, draagt de JGZ bij aan het voorkomen van (grotere) problemen. Dit signaleren zit echter niet vast aan vaste momenten en standaardonderzoek, maar kan ook op andere momenten (bijvoorbeeld bij een controle afspraak of een overleg op school) plaatsvinden. Alles wat je nu aanbiedt, een heel PGO of een controle of begeleiding, wordt in afstemming met de klant gepland in tijd, vorm etc. Afhankelijk van de vraag van de jeugdige/ouder(s) kan een moment van contact uitgebreid of minder uitgebreid zijn. Het is niet alleen de JGZ die signaleert, ook ouders, kinderopvang, school, jongerenwerk en andere netwerkpartners kunnen hierin een rol spelen. Dat betekent dat professionals moeten investeren in integrale samenwerking en zich daarmee bewegen in relevante (lokale)netwerken, om ook daar zichtbaar en beschikbaar te zijn.
Hoe kunnen we de groei volgen als een kind niet regelmatig gemeten wordt? Afwijkingen kun je soms alleen zien als de groei verandert.
Het “Overzicht individuele en collectieve activiteiten Basispakket” in het LPK geeft aan dat een kind in een bepaalde ontwikkelingsfase een aantal JGZ-contacten aangeboden krijgt. Voorheen werden deze op vaste momenten aangeboden, bijvoorbeeld in groep 2 en groep 7. Door meer bij de behoefte van jeugdigen en ouder(s) aan te sluiten kan het zijn dat het meten en wegen op een ander moment gebeurt dan voorheen. Het aantal momenten van contact, bijvoorbeeld de controle van lengte en gewicht neemt niet af, maar het tijdstip waarop deze metingen verricht worden kunnen anders zijn dan voorheen. De richtlijn Lengtegroei geeft daarnaast aan binnen welke leeftijdsperiode je de lengte een aantal keren meet. Dit levert voldoende meetpunten op om de groei te kunnen volgen.
Flexibiliseren betekent niet per definitie minder, maar bewuster en meer toegesneden op de klant. Als jij als professional vindt dat je iets harder moet lopen voor een kind, dan doe je dat.
Signaleren doen we als JGZ-professional niet alleen. Wanneer je als JGZ-professional opmerkt dat er zorgen zijn, is het jouw professionele verantwoording hierover in gesprek te gaan met ouders en uitleg te geven waarom (meer) contact gewenst is. Wanneer ouders hier dan alsnog niet voor open staan, kun je in overleg met de andere professionals afstemmen hoe deze zorgen op te pakken. Daarom investeer je in het netwerk om de gezinnen heen. Goed contact met school, kinderopvang, huisarts, hulpverleners etc. Zij moeten jou als JGZ-professional ook weten te vinden, dus besteed ook aandacht aan je vindbaarheid en bekendheid van je contactgegevens en goede bereikbaarheid. Voor school met bijvoorbeeld posters van het JGZ-team naast de ingang van de school of op het VO in de lerarenkamer. Wanneer ouders afhoudend blijven en de zorgen houden aan, kan de meldcode worden ingezet.
Het is een illusie om te denken dat we als JGZ alles opsporen. In het genoemde voorbeeld hebben we cohorten kinderen niet gezien, zonder af te stemmen met jeugdigen/ouders. Dat is niet te vergelijken met de bedoeling van het LPK, waarbij je juist altijd afstemt met jeugdige/ouders.
Dus als je door een DA gezien wordt op het BO, gaat die dan bespreken wanneer een volgend contact moet plaatsvinden?
Nee, want de DA werkt als het goed is niet zonder supervisie van een arts of verpleegkundige. Zij moeten frequent overleg voeren over de bevindingen en de vervolgstappen. Op een aantal onderwerpen (bijvoorbeeld visus, gehoor, groei (indien dit is onderzocht) kunnen werkafspraken gemaakt worden in het team. (Wanneer dit … dan dat…)
Je hebt altijd je eigen professionele inzichten in te brengen. Het is juist niet ‘u vraagt, wij draaien’, maar een samen beslissen: WIJ bespreken en WIJ komen samen tot een beslissing. Je werkt volgens een Evidence based Practice (EBP).
Zoals eerder genoemd is het een illusie om te denken dat we op dit moment alle kinderen in beeld hebben en alle problemen signaleren. Om kinderen in beeld te hebben moeten we samenwerken met ketenpartners om ons heen (in de context van het kind).
"*" geeft vereiste velden aan