Onderwerp

Landelijk Professioneel Kader

Het Landelijk Professioneel Kader (LPK) beschrijft hoe de JGZ het basispakket JGZ aanbiedt, waarbij de nadruk ligt op aansluiten bij waar behoefte aan is en doen wat nodig is. Het O&O-schema geeft JGZ-professionals richting in de dialoog met jeugdigen en ouders.

Veelgestelde vragen rond het LPK

  • Hoe verhoudt dit LPK zich tot ondere andere het Van Wiechenschema, de richtlijn 'Opsporen oogafwijkingen?

    De toepassing van het Van Wiechenonderzoek (VWO) ondergaat momenteel een ontwikkeling richting Van Wiechen Continu (VWC). Het Van Wiechenonderzoek focust op vroegsignalering van ontwikkelingsachterstand, daarbij gebruikmakend van mijlpalen (de Van Wiechen-kenmerken) die op een vaste leeftijd worden afgenomen. Het Van Wiechen Continu biedt de mogelijkheid om op elk moment de ontwikkeling van het kind in beeld te krijgen en te monitoren. Bij Van Wiechen Continu wordt uitgegaan van de huidige ontwikkeling van elk kind: de input van ouders, de eigen observaties en het ontwikkelingsonderzoek op eerdere momenten van contact worden hierbij meegenomen. Zoals bij het VWO de vraag  “Kan je kind dit al?” leidend was, is bij Van Wiechen Continu de vraag “Wat kan je kind al?” leidend. Dit vertaalt zich naar nog beter kunnen aansluiten bij ouders en het kunnen aanbieden van Jeugdgezondheidszorg op maat zoals bedoeld met het LPK.

    Het Van Wiechenonderzoek was, vanwege de leeftijd waarop een kenmerk de P90 bereikte, ooit leidend in de keuze van contactmomenten, samen met het RVP. Naast de mijlpalen om ontwikkelingsachterstand te signaleren, geeft VWC inzicht in de percentages kinderen die de ontwikkelingskenmerken op een bepaalde leeftijd laten zien, waardoor het mogelijk wordt om op elke leeftijd van het kind een (Van Wiechen) ontwikkelingsonderzoek uit te voeren, passend bij het kind. Hiermee wordt de JGZ flexibeler in het afnemen van het Van Wiechenonderzoek en heeft de JGZ meer handvatten om met ouders in gesprek te gaan. Ouders worden meer meegenomen door dat wat zij zien, live of op de filmpjes die zij thuis hebben bekeken, als uitgangspunt te nemen voor het onderzoek. De professional krijgt meer ruimte om Jeugdgezondheidszorg op maat te bieden.

    Het opsporen van oogafwijkingen past prima binnen de mogelijkheden van het LPK.

  • Gaan we bij elk kind ook een gepersonaliseerd RVP aanbieden?

    Dit is niet het doel van het LPK. Mochten ouders dit wensen dan is dit mogelijk binnen de grenzen die het RVP stelt (termijnen tussen vaccinaties in acht houdende). Bij kinderen die uit het buitenland instromen zijn we ook al gewend om maatwerk te bieden.

  • Hoe kunnen wij startende basisartsen die nog niet veel praktijkervaring hebben coachen op het LPK?

    Startende basisartsen geef je de kans om in het begin alle kinderen volgens het hele pakket te zien. Het liefste ook alle leeftijden, om ervaring op te doen met de totale ontwikkeling van een kind. Ook dat is maatwerk, maar dan richting de werknemer. Ieder heeft zijn eigen leertraject, later kan je bijsturen/flexibeler gaan werken.

  • Hoe gaan we om met uitvoeren van onderzoeken door een discipline die de competenties heeft?

    (in het LPK staat dat dit niet perse door een vaste discipline wordt uitgevoerd, maar dat het ook door andere disciplines met ervaring kan worden gedaan).

    Bij het uitvoeren van je werk als JGZ-professional wordt verondersteld dat je bekwaam bent en je jezelf ook bekwaam voelt. Afgezien van voorbehouden handelingen, kan iemand die bekwaam is door training en scholing en zichzelf opgewassen voelt voor een taak, ook ingezet worden voor een taak. Of iemand bekwaam is moet ook worden beoordeeld door bijvoorbeeld collega’s of door de eindtermen van een opleiding.

  • Wordt er bijgehouden of het aanbieden van preventieve activiteiten op maat niet tot meer fouten leidt?

    Het zou mooi zijn als hier onderzoek naar wordt gedaan. Ook zou het mooi zijn om onderzoek te doen naar de tevredenheid van ouders.

  • Er wordt nu alleen over zorg op maat gesproken. Voor signaleren is toch standaard onderzoek nodig?

    Door vroegtijdig te signaleren, aan te geven wat tot de normale ontwikkeling behoort en de eigen kracht van jeugdigen en hun ouders te versterken, draagt de JGZ bij aan het voorkomen van (grotere) problemen. Dit signaleren zit echter niet vast aan vaste momenten en standaardonderzoek, maar kan ook op andere momenten (bijvoorbeeld bij een controle afspraak of een overleg op school) plaatsvinden. Alles wat je nu aanbiedt, een heel PGO of een controle of begeleiding, wordt in afstemming met de klant gepland in tijd, vorm etc. Afhankelijk van de vraag van de jeugdige/ouder(s) kan een moment van contact uitgebreid of minder uitgebreid zijn. Het is niet alleen de JGZ die signaleert, ook ouders, kinderopvang, school, jongerenwerk en andere netwerkpartners kunnen hierin een rol spelen. Dat betekent dat professionals moeten investeren in integrale samenwerking en zich daarmee bewegen in relevante (lokale)netwerken, om ook daar zichtbaar en beschikbaar te zijn.

  • Hoe herken je een knik in de ontwikkeling als je niet op gezette tijden kijkt naar de ontwikkeling en dat ook vastlegt?

    Hoe kunnen we de groei volgen als een kind niet regelmatig gemeten wordt? Afwijkingen kun je soms alleen zien als de groei verandert.

    Het “Overzicht individuele en collectieve activiteiten Basispakket” in het LPK geeft aan dat een kind in een bepaalde ontwikkelingsfase een aantal JGZ-contacten aangeboden krijgt. Voorheen werden deze op vaste momenten aangeboden, bijvoorbeeld in groep 2 en groep 7. Door meer bij de behoefte van jeugdigen en ouder(s) aan te sluiten kan het zijn dat het meten en wegen op een ander moment gebeurt dan voorheen. Het aantal momenten van contact, bijvoorbeeld de controle van lengte en gewicht neemt niet af, maar het tijdstip waarop deze metingen verricht worden kunnen anders zijn dan voorheen. De richtlijn Lengtegroei geeft daarnaast aan binnen welke leeftijdsperiode je de lengte een aantal keren meet. Dit levert voldoende meetpunten op om de groei te kunnen volgen.

  • Is het niet ook een hellend vlak? Als je maar ver genoeg flexibiliseert, kun je net zo goed stoppen.

    Flexibiliseren betekent niet per definitie minder, maar bewuster en meer toegesneden op de klant. Als jij als professional vindt dat je iets harder moet lopen voor een kind, dan doe je dat.

  • Is er niet een risico dat er te veel bij de ouder ligt? Juist bij zorgwekkende zorgmijders.

    Signaleren doen we als JGZ-professional niet alleen. Wanneer je als JGZ-professional opmerkt dat er zorgen zijn, is het jouw professionele verantwoording hierover in gesprek te gaan met ouders en uitleg te geven waarom (meer) contact gewenst is. Wanneer ouders hier dan alsnog niet voor open staan, kun je in overleg met de andere professionals afstemmen hoe deze zorgen op te pakken. Daarom investeer je in het netwerk om de gezinnen heen. Goed contact met school, kinderopvang, huisarts, hulpverleners etc. Zij moeten jou als JGZ-professional ook weten te vinden, dus besteed ook aandacht aan je vindbaarheid en bekendheid van je contactgegevens en goede bereikbaarheid. Voor school met bijvoorbeeld posters van het JGZ-team naast de ingang van de school of op het VO in de lerarenkamer. Wanneer ouders afhoudend blijven en de zorgen houden aan, kan de meldcode worden ingezet.

  • 2 jaar geleden hebben we het groep 7 onderzoek overgeslagen, en nu zien we de gevolgen daarvan in de groeicurves

    Het is een illusie om te denken dat we als JGZ alles opsporen. In het genoemde voorbeeld hebben we cohorten kinderen niet gezien, zonder af te stemmen met jeugdigen/ouders. Dat is niet te vergelijken met de bedoeling van het LPK, waarbij je juist altijd afstemt met jeugdige/ouders.

  • Is elke discipline in staat om een goede LPK afweging te maken?

    Dus als je door een DA gezien wordt op het BO, gaat die dan bespreken wanneer een volgend contact moet plaatsvinden?

    Nee, want de DA werkt als het goed is niet zonder supervisie van een arts of verpleegkundige. Zij moeten frequent overleg voeren over de bevindingen en de vervolgstappen. Op een aantal onderwerpen (bijvoorbeeld visus, gehoor, groei (indien dit is onderzocht) kunnen werkafspraken gemaakt worden in het team. (Wanneer dit … dan dat…)

  • Er is wel heel veel aandacht voor wat prettig is voor ouders. Als kind heb ik liever dat er tijdig gesignaleerd wordt.

    Je hebt altijd je eigen professionele inzichten in te brengen. Het is juist niet ‘u vraagt, wij draaien’, maar een samen beslissen: WIJ bespreken en WIJ komen samen tot een beslissing. Je werkt volgens een Evidence based Practice (EBP).

  • Lopen we niet het risico dat alle kinderen niet meer goed in beeld zijn bij de JGZ?

    Zoals eerder genoemd is het een illusie om te denken dat we op dit moment alle kinderen in beeld hebben en alle problemen signaleren. Om kinderen in beeld te hebben moeten we samenwerken met ketenpartners om ons heen (in de context van het kind).

"*" geeft vereiste velden aan

Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Welkom op onze nieuwe website!

Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.