65. Trekt zich op tot staan
grove motoriek
Achtergronden |
|
Ontwikkelingsveld |
Grove motoriek. |
Neurologisch aspect |
Oprichtreacties. Het samenspel tussen het vestibulaire, het visuele, het tactiele systeem en de motoriek is zodanig ontwikkeld, dat het kind in staat is zich tegen de zwaartekracht in tot stand op te trekken. |
Psychologisch aspect |
Het gaan staan is een belangrijke fase in de ontwikkeling van het exploratiegedrag. Door het gaan staan verruimt het kind letterlijk en figuurlijk zijn horizon. |
Onderzoekleeftijd |
Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort) |
47-48 weken |
91,2 % |
49-50 weken |
92,5 % |
51-52 weken |
95,2 % |
NB: periode week 1 betreft de leeftijd vanaf de geboortedag tot en met dag 6, periode week 2 de leeftijd van dag 7 tot en met dag 13, etc. | |
Onderzoekmethode |
|
Uitgangspositie kind |
Het kind bevindt zich in zit of kruiphouding op de vloer nabij een tafel of stoel. |
Uitvoering onderzoek |
De onderzoeker (of de ouder) lokt het kind uit, zo nodig met behulp van speelgoed, om zich aan een voorwerp (tafel of stoel) op te trekken tot staan. Het kind mag daarbij niet worden geholpen. |
Observatie |
De onderzoeker observeert of het kind zich optrekt tot staan en of het kind af en toe op de vlakke voet staat. |
Anamnese |
Als het gewenste gedrag niet kan worden geobserveerd, vraagt de onderzoeker aan de ouder: “Gaat ... wel eens uit zichzelf staan en zo ja, hoe doet hij dat dan?” |
Beoordeling |
|
Positief |
Het kind trekt zich aan een voorwerp op tot staan, zonder hulp van anderen. |
Negatief |
Het kind trekt zich niet op tot staan of het kind trekt zich slechts op tot knieënstand of het kind trekt zich op tot staan en staat daarbij voortdurend op de tenen en de ouder beantwoordt bovenstaande vraag ontkennend. |
Registratie |
+ Bij geobserveerde positieve respons. M Bij anamnestisch positieve respons. - Bij negatieve respons. Bij ‘opmerkingen’ registreren op grond waarvan de respons negatief werd beoordeeld (bijvoorbeeld ‘staat voortdurend op tenen’ dan wel ‘knieënstand’). |
Discipline | Alle disciplines mogen alle onderdelen doen. |
Informatie over overleg / consultatie |
Indien de DA of JV het kenmerk uitvoert volgt op een negatieve score altijd overleg met VS/JA. |
Advies |
Adviseer ouders om de grofmotorische ontwikkeling te stimuleren en ga daarbij in op het stimuleren van het optrekken. |
Alarmsymptoom | Voortdurend op de tenen staan; op korte termijn consultatie van VS/JA. |
Overweging |
Het onvermogen om te gaan staan is vanaf de leeftijd van 18 tot 20 maanden een alarmerend verschijnsel. Als kinderen kunnen staan en dat voortdurend op de tenen doen, moet dat vanaf de leeftijd van 12 maanden als een alarmerend symptoom worden beschouwd (Touwen, 1990, 1992). |
Dit kenmerk is ook van belang voor de JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen.
Let op: Dit is een DIY-video voor ouders om hen te betrekken bij het onderzoek. En dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.