58. Kijkt rond met 90° geheven hoofd
grove motoriek
Achtergronden |
|
Ontwikkelingsveld |
Grove motoriek. |
Neurologisch aspect |
Oprichtreacties van hoofd en romp in buikligging. Zie ook de kenmerken 55 (Heft kin even van onderlaag) en 56 (Heft in buikligging hoofd tot 45 graden). |
Onderzoekleeftijd |
|
Aanbevolen leeftijd |
26 weken (6 maanden). |
Spreiding |
17 - 30 weken (4 - 7 maanden). |
Onderzoekmethode |
|
Uitgangspositie kind |
Het kind ligt bloot op zijn buik op de onderzoektafel met het hoofd in de middenstand. |
Uitvoering onderzoek |
De onderzoeker mag het kind stimuleren door op ooghoogte tegen hem te praten. Daarbij mag hij het kind niet aanraken. Indien de gewenste respons niet kan worden geobserveerd, verzoekt de onderzoeker de ouder om tegen het kind te praten. Uiteraard mag ook de ouder het kind niet aanraken. |
Observatie |
De onderzoeker observeert houding en beweging van hoofd, romp, armen en benen en let daarbij op de oprichtreactie van hoofd en romp. |
Beoordeling |
|
Positief |
Het kind ligt symmetrisch. Het kind heft gedurende minstens tien tellen het hoofd zo hoog op, dat het gelaat een hoek van 90 graden maakt met de ondergrond. De thorax komt daarbij los van de ondergrond; de nek blijft zichtbaar. Het kind steunt op de onderarmen of op de handen, de ellebogen zijn dus voor de schouderlijn. In het eerste geval zijn de armen gebogen, in het tweede geval zijn zij gestrekt, waarbij de thorax verder van de onderlaag loskomt. Het bekken rust plat op de ondergrond, de benen zijn overwegend gestrekt (zie figuur). |
Negatief |
Het gelaat maakt een hoek van minder dan 90 graden met de onderlaag en/of het hoofd wordt korter dan tien tellen opgericht en/of asymmetrische houding van armen en / of benen. |

Registratie |
+ Bij positieve respons. - Bij negatieve respons. Bij een negatieve respons onder ‘opmerkingen’ registreren op grond waarvan de respons negatief werd beoordeeld (bijvoorbeeld minder dan tien tellen geheven hoofd, < 90 graden geheven hoofd, asymmetrische houding met uitleg). |
Discipline | JV, VS en JA mogen alle onderdlen doen. |
Informatie over overleg / consultatie |
Indien de JV het kenmerk uitvoert volgt op een negatieve score altijd overleg met VS/JA. |
Advies | Adviseer ouders om de grofmotorische ontwikkeling te stimuleren en ga daarbij in op het oefenen op de buik onder toezicht. |
Alarmsymptoom | Extreem en dwangmatig oprichten van het hoofd (imperatieve opisthotonus); op korte termijn consultatie van VS/JA. |
Overweging |
Extreem en dwangmatig oprichten van het hoofd (imperatieve opisthotonus) moet onderscheiden worden van overstrekken van nek en rug, dat variabel (dus: niet imperatief) aanwezig kan zijn bij vooral actieve kinderen in de leeftijd van 1 tot 3 maanden. Imperatieve opisthotonus is altijd pathologisch en moet als een alarmerende bevinding worden opgevat (Touwen, 1990). |
|
|
Referenties | Bijlage 8, tabel 58. |
Dit kenmerk is ook van belang voor de JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen.
Let op: Dit is een DIY-video voor ouders om hen te betrekken bij het onderzoek. En dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.