Visusinstructeurs omarmen 20-20-2 leefstijlregel
Tijdens een bijeenkomst bij het NCJ wisselden de visusinstructeurs uit hoe ze met behulp van de 20-20-2 leefstijlregel het groeiende probleem van bijziendheid bij kinderen kunnen aanpakken.
Nieuws 16 november 2022
Wist je dat misschien wel de helft van alle Nederlanders in hun jeugd één of meerdere ingrijpende gebeurtenissen meemaakt? Vaak herstellen we daar goed van maar er kúnnen ook problemen ontstaan. Door traumasensitief te werken kan de JGZ een belangrijke preventieve rol spelen in het voorkomen van psychische en lichamelijke klachten en zelfs van transgenerationele overdracht van trauma. Steeds meer JGZ-organisaties in Nederland pakken deze manier van werken op. Het NCJ ging in gesprek met Volksgezondheid Gemeente Utrecht.
We weten dat ingrijpende gebeurtenissen veel voorkomen onder kinderen, jongeren en hun ouders. In Nederland maakt naar schatting 14-50% van de jeugdigen één of meerdere ingrijpende gebeurtenissen mee. Het merendeel herstelt hier goed van, maar bij een aanzienlijk aantal (16%) komt de verwerking onvoldoende tot stand en kunnen traumagerelateerde problemen ontstaan. Het is belangrijk om dergelijke problemen zo vroeg mogelijk te signaleren, zodat er tijdig behandeld kan worden. Wanneer deze problemen onbehandeld blijven, kan dit gevolgen hebben voor de (didactische) ontwikkeling, voor de psychische en lichamelijke gezondheid en het latere arbeidspotentieel van kinderen en jongeren. Ook vergroot dit de kans dat een volgende ingrijpende gebeurtenis (ook) een traumagerelateerd probleem wordt.
Met deze kennis in het achterhoofd doen Marijke Werkhoven (jeugdverpleegkundige), Indra Koppelaar (jeugdarts) en Wenda Berends (aandachtsfunctionaris kindermishandeling) van Volksgezondheid Gemeente Utrecht hun werk als JGZ-professional vanuit een traumasensitieve benadering. Het liefst zouden zij zien dat iedereen in de JGZ het traumasensitief werken omarmt.
“We denken dat het ingebed zou moeten zijn in de JGZ. De JGZ heeft immers de opdracht om te zorgen dat ieder kind veilig, gezond en kansrijk kan opgroeien. En daar sluit traumasensitief werken naadloos bij aan.”
Het NCJ ging in gesprek met Marijke, Indra en Wenda om erachter te komen wat er voor nodig zou zijn om traumasensitief werken gewoon te maken binnen de JGZ.
Met traumasensitief werken bedoelen we dat we er rekening mee houden dat kinderen, jongeren en hun ouders ingrijpende ervaringen meemaken. Deze ervaringen, ook wel trauma genoemd, hebben invloed op het stresssysteem en daarmee op de gezondheid en ontwikkeling van kinderen en jongeren. We vinden het daarom heel belangrijk dat de JGZ hier oog en aandacht voor heeft.
De JGZ heeft een unieke positie, want wij zien in principe alle kinderen in Nederland. Met als doel dat kinderen veilig en gezond opgroeien. De JGZ kan daarom een belangrijke rol vervullen in het opsporen van traumaklachten. Wij kunnen screenen en verwijzen wanneer traumabehandeling geïndiceerd is. Zo dragen wij bij aan een gezonde en veilige toekomst van alle kinderen. Hoewel de JGZ vooral vraaggericht werkt wordt er door onze kernpartners zoals scholen, leerplicht of het buurt/wijkteam, ook een beroep op ons gedaan voor meer aanbodgerichte zorg, bijvoorbeeld bij onduidelijke lichamelijke klachten of schoolverzuim. Dit zijn klachten waarbij we vaak zien dat (ook) ingrijpende gebeurtenissen de oorsprong zijn. Zeker in de aanbodgerichte zorg is het screenen op traumaklachten daarom heel belangrijk, juist omdat deze kinderen en jongeren meestal niet uit zichzelf (vanuit een hulpvraag) naar de JGZ toestappen.
De JGZ kan een signalerende, preventieve en normaliserende taak hebben als het gaat om stressklachten en trauma.
In de stad Utrecht zien de jeugdverpleegkundigen de jongeren op de middelbare scholen, en de jeugdartsen zien de jongeren met hoog verzuim in een wijkgebouw of zonodig thuis. Er wordt gewerkt met de vragenlijst ‘Gezond leven, Check het even’. Jongeren vullen de vragenlijst voorafgaand aan het consult in. In de vragenlijst wordt gevraagd naar het meemaken van ingrijpende gebeurtenissen. Op grond van het antwoord vragen we door of er klachten zijn ontstaan zoals bijvoorbeeld concentratieproblemen, sombere gevoelens of slecht slapen. Maar ook als jongeren dit niet hebben ingevuld, vragen we naar stressvolle omstandigheden. In het verzuimconsult wordt standaard gevraagd naar ingrijpende gebeurtenissen, steun vanuit het netwerk, stressfactoren en omgang met stress, en naar concentratie, slaap en emotionele klachten. Vaak blijkt dat jongeren iets ingrijpends hebben meegemaakt waar we over in gesprek raken.
Er komt van alles ter tafel: van een door depressie emotioneel afwezige moeder (KOPP) tot verborgen verslaving van vader inclusief financiële stress (KOV). Een meisje van 14 jaar dat vertelt hoe zij geregeld huiselijk geweld heeft meegemaakt rond haar achtste jaar en sindsdien minder goed slaapt. Of een homoseksuele jongen van 16 met hoog verzuim van wie zijn geaardheid door familie niet wordt geaccepteerd en die een nare seksuele ervaring meemaakte die hij thuis niet kan delen.
We volgen op of het herstel met steun van de omgeving en helpende verwerkingsstrategieën vanzelf gaat of dat er extra begeleiding nodig is. In het eerste geval was bijvoorbeeld een gesprek tussen ouders en kind over haar gevoelens en lotgenotencontact “Zorgen om thuis” voldoende. In het voorbeeld van de homoseksuele jongen was een uitgebreidere traumabehandeling in combinatie met een ervaringsdeskundig ‘regenboogmaatje’ helpend om zich weer gezond te kunnen ontwikkelen.
“Het komt erop neer, dat je in ieder consult vraagt naar het meemaken van ingrijpende gebeurtenissen (zo nodig in andere woorden, afhankelijk van de leeftijd). Of iemand nu bij je komt met klachten zoals slaapproblemen, psychische klachten of verzuim, of dat iemand bij je komt zonder klachten. Vraag het!”
Een deel van onze collega’s en wijzelf passen deze werkwijze al toe met goede resultaten. De volgende stap is om de werkwijze breder in te zetten. We zijn samen met een groepje gedreven collega’s een voorstel aan het schrijven over hoe we als JGZ in de stad Utrecht meer traumasensitief kunnen gaan werken. We zitten dus nog in de voorbereidende fase.
Om te beginnen is het belangrijk dat medewerkers toegang hebben tot kennis over ingrijpende gebeurtenissen en trauma. Een JGZ richtlijn over trauma en verwerkingsstrategieën zou hierbij waarschijnlijk heel goed kunnen helpen. Verder helpt het voor de consulten ook als je gebruik kan maken van een gespreksmodel, zoals bijvoorbeeld de GIZ, zodat je als het ware een ‘kapstok’ hebt voor vragen over ingrijpende gebeurtenissen. Overigens zijn interventies als Stevig Ouderschap en VoorZorg ook een mooie manier voor de JGZ om traumasensitief te werken op een heel preventief vlak.
Dat is natuurlijk ook heel belangrijk. We willen het traumasensitief werken ook heel graag inzetten voor preventie op collectief niveau. Hoe kunnen we met onze samenwerkingspartners de veerkracht van jongeren versterken door betere verwerking van emoties die ontstaan na het meemaken van een ingrijpende gebeurtenis? De digitalisering en drukke maatschappij maakt het steeds moeilijker voor jongeren om op een gezonde manier met stress en emoties om te gaan. We zien een neiging tot afleiding zoeken en emoties vermijden. Voor sommigen is praten niet de weg. Er kan dan aan andere opties gedacht worden om stress te reduceren, zoals beweging/sport, creativiteit, samen zijn in de natuur, muziek luisteren of maken. Om jongeren daarbij te helpen hebben we onze kernpartners ook vaak nodig. Een lespakket als Je Brein de Baas is hierbij ook bruikbaar.
We hebben nog heel wat vragen waarop we antwoorden zoeken. Hoe kunnen we zorgen dat ouders die een opeenstapeling van trauma’s meemaken in hun leven dit niet doorgeven aan hun kinderen? We zien dat doorbreken van de overdracht van trauma alleen lukt op het moment dat er voldoende verwerking heeft plaatsgevonden. Tegelijk zien we dat er gezinnen zijn die zorg mijden door vertrouwensproblemen en dat het daarom veel moeite kost om passende zorg te organiseren. Hoe kunnen we de gezinnen collectief proactiever steunen, vertrouwen winnen? Hoe kunnen we samen zorgen dat kinderen en jongeren minder ingrijpende gebeurtenissen meemaken in hun leven? En als het toch gebeurt; hoe zorgen we ervoor, met het oog op de wachtlijsten, dat we dan zo snel mogelijk hulp bieden aan de jeugdige?
Onze wens is dat iedere JGZ-professional in Nederland traumasensitief werkt. Dus lees je dit en wil je meedoen in deze beweging, we horen graag van je! Mail naar Marijke Werkhoven.
"*" geeft vereiste velden aan
Tijdens een bijeenkomst bij het NCJ wisselden de visusinstructeurs uit hoe ze met behulp van de 20-20-2 leefstijlregel het groeiende probleem van bijziendheid bij kinderen kunnen aanpakken.
Per 1 mei 2024 is het bestuursmodel gewijzigd naar een raad-van-toezicht-model met vijf leden. NCJ-directeur Igor Ivakic is vanaf dit moment directeur-bestuurder van het NCJ.
Omvangrijk ziekteverzuim hangt nauw samen met zowel verminderde gezondheid als slechtere leerprestaties. Het onderzoek (regio Amersfoort) evalueerde de implementatie van de interventie MAZL in het primair onderwijs.