6. Top-neus proef

BFMT Kenmerk 6 – Top-neus proef

Uitvoering
Uitgangspositie kind Het kind staat voor de onderzoeker.
Uitvoering onderzoek De onderzoeker maakt de opdracht eerst duidelijk aan het kind door deze voor te doen: “Kijk eerst wat ik doe en daarna ga ik kijken of jij dat precies zo kunt”. De onderzoeker brengt het puntje van zijn wijsvinger naar het puntje van zijn neus. Dit doet hij twee keer aansluitend voor, met zijn linker arm en met gesloten ogen, in ongeveer 2 seconden. Zo nodig wordt de opdracht nog twee keer herhaald en voorgedaan.
Gevraagd wordt om met gesloten ogen de punt van de wijsvinger twee keer vanuit de positie met lateraal gestrekte arm (op schouderhoogte) naar de punt van de neus te brengen.
Observatie De onderzoeker let erop of alleen het topje van de distale falanx van de wijsvinger het neuspuntje raakt.
Opdracht “Nu jij. Kun jij, met je ogen dicht, met alleen het puntje van je wijsvinger op het puntje van je neus komen ?”
Beoordeling en registratie  
Kwantitatief score 0: links en/of rechts fout uitgevoerd
score 1: links (2x) en rechts (2x) ­goed uitgevoerd.

terug naar alle kenmerken BFMT

Welkom op onze nieuwe website!

Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.