Vorig kenmerk                                                                        Volgend kenmerk                                                        Naar overzicht

9. Speelt met beide voeten

Van Wiechenfilmpje

Dit filmpje kan gebruikt worden voor ouders om hen te betrekken bij het onderzoek en dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.

In gesprek met ouders

Veel kinderen doen dit automatisch en vinden het leuk om met de voeten te spelen, omdat het tegelijk oefent met bewegen en aandacht geven. Om met de eigen voeten te kunnen spelen moet je kind de benen op kunnen tillen. Het optillen van de benen is een stap in de richting van rollen, kruipen en lopen. Dit is een belangrijk moment, want je kind moet sterk genoeg zijn om zijn/haar benen helemaal omhoog naar de buik te bewegen. Dat laat zien hoe krachtig de spieren zijn. De spierkracht is nodig om de benen tegen de zwaartekracht omhoog te tillen.

Instructies voor professionals
Achtergronden
Ontwikkelingsveld Adaptatie, persoonlijkheid en sociaal gedrag, fijne en grove motoriek
Neurologisch aspect Oog/hand/voetcoördinatie, hand/voetcoördinatie en spierkracht/tonus.
Psychologisch aspect Psychologisch aspect Spelen met de voeten is een fase in het leren kennen van het eigen lichaam (Fraiberg, 1993). Het leren kennen van de benen en voeten is een voorwaarde om ze later te gebruiken bij het kruipen en het lopen.
Onderzoekleeftijd Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort)
37-38 weken Rechts: 99,2 %     Links: 99,2 %
39-40 weken Rechts: 99,2 %     Links: 99,2 %
NB: periode week 1 betreft de leeftijd vanaf de geboortedag tot en met dag 6, periode week 2 de leeftijd van dag 7 tot en met dag 13, etc.
Onderzoekmethode
Uitgangspositie kind Het kind ligt op zijn rug op de onderzoektafel. De onderzoeker raakt het kind niet aan.
Uitvoering onderzoek Geen speciale handeling.
Observatie De onderzoeker observeert of het kind spontaan met de voeten speelt. Dit kenmerk mag ook positief worden beoordeeld als de onderzoeker het bedoelde gedrag op een ander moment tijdens het consult heeft waargenomen.
Anamnese Indien dit gedrag niet door de onderzoeker wordt geobserveerd, vraagt hij aan de ouder: “Hebt u … wel eens met beide voeten zien spelen als hij op zijn rug ligt?”. Hij vraagt dus naar zowel tegenwoordig gedrag als voorheen getoond gedrag.
Beoordeling
Positief Het kind speelt spontaan met beide voeten.
Negatief
  • Het kind speelt niet met beide voeten en
  • bovenstaande vraag wordt ontkennend beantwoord of
  • het kind speelt uitsluitend met één en dezelfde voet.
Registratie +  Bij een geobserveerde positieve respons
M Bij een anamnestisch positieve respons
–   Bij een negatieve responsLinks en rechts afzonderlijk registreren.
Discipline Alle disciplines mogen dit kenmerk uitvoeren.
Informatie over overleg / consultatie Indien de DA het kenmerk uitvoert mag bij een negatieve score de JV geconsulteerd worden.
Indien de JV het kenmerk uitvoert moet bij een negatieve score de VS/JA geconsulteerd worden.
Bij alarmsymptoom op korte termijn consultatie van de VS/JA.
Alarmsymptoom Het niet spelen met één of beide voeten moet als een belangrijk signaal worden opgevat. Dit kan een aanwijzing zijn voor respectievelijk hemiplegie en diplegie.

Welkom op onze nieuwe website!

Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.