Vorig kenmerk                                                                        Volgend kenmerk                                                        Naar overzicht

5. Speelt met handen middenvoor

Van Wiechenfilmpje

Dit filmpje kan gebruikt worden om ouders te betrekken bij het onderzoek en dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.

In gesprek met ouders

De hersenen van je kind moeten alle zintuigen nog leren kennen. Eerst ziet je kind iets in het zicht, bijvoorbeeld een hand die beweegt. Dan ontdekt je kind dat dit zijn eigen hand is. Daarna begint je kind te voelen. Je kind gaat dingen in de mond stoppen. Dat helpt bij het leren voelen.

Tekst gaat verder onder het filmpje.

Ook moeten de hersenen leren prikkels te combineren: Bij je kind komen alle geluiden, beelden en gevoelens apart binnen. Je kind moet leren  begrijpen wat bij elkaar hoort: dus als je kind iets ziet en ook voelt, dat het bij elkaar hoort. Hierdoor ontwikkelt je kind een gevoel voor het eigen lichaam. Ook leert je kind hoe het zijn handen en ogen samen kan gebruiken, hoe diepte werkt en hoe links en rechts samenwerken.

Je kunt als ouder dit proces niet versnellen. Neem de tijd om te kijken naar je kind. Als je kind de handen heeft ontdekt, dan is de volgende stap: spelen met de voeten. Je kunt bijvoorbeeld samen spelen en kijken door je kind op de rug op je benen te leggen, met het hoofd bij je knieën en de benen bij je heupen. Dit heeft drie voordelen. Je kunt op een leuke manier met elkaar bezig zijn, de rug van je kind wordt goed gesteund en de armen/handen gaan vanzelf een beetje naar voren.

Instructies voor professionals
Achtergronden
Ontwikkelingsveld Adaptatie, persoonlijkheid en sociaal gedrag.
Neurologisch aspect Ontwikkeling van de herkenning van sensorische informatie vanuit het tactiele en visuele systeem en ontwikkeling van de onderlinge samenwerking van het zintuiglijke en het motorische systeem: sensorische integratie. Onder zintuiglijk systeem wordt hier verstaan: de tastzin en de propriocepsis, het diepe gevoel van de spieren en de gewrichten. Door herhaling van de handelingen bij het spelen met de handen middenvoor wordt de samenwerking van beide hersenhelften gestimuleerd. Hierdoor komt de oog/hand­ en de rechter­/linkerhandcoördinatie tot stand. Soms is het samenbrengen van de handen technisch moeilijk of onmogelijk bijvoorbeeld bij een Erbse parese, hemiplegie of bij te korte armen (dwerggroei of andere aangeboren afwijkingen). Blinde kinderen missen de visuele prikkel om met hun handen te gaan spelen.
Psychologisch aspect Fase in de ontdekking van het eigen lichaam; het kennen van het eigen lichaam is voorwaarde voor het normaal functioneren (Fraiberg, 1993).
Onderzoekleeftijd Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort)
21-22 weken 98,5 %*
23-24 weken 97,8 %*
25-26 weken 98,3 %*
*Het kan voorkomen dat een jongere leeftijdsperiode een iets hogere referentiewaarde laat zien dan een oudere leeftijdsperiode. Dit komt omdat de studie uit Den Haag een dwarsdoorsnede onderzoek is. Dat wil zeggen dat de kinderen die in een jongere leeftijdsperiode zijn onderzocht andere kinderen zijn dan de kinderen die in een oudere leeftijdsperiode zijn onderzocht.
Onderzoekmethode
Uitgangspositie kind Het kind ligt op de rug op de onderzoektafel met het hoofd in de middenstand. Vanaf de leeftijd van drie maanden moet het kind spontaan deze houding kunnen aannemen (zie ook kenmerken 52 en 53).
Uitvoering onderzoek Als het kind het hoofd niet spontaan in de middenstand brengt, doet de onderzoeker dit. De onderzoeker raakt het kind daarna niet meer aan.
Observatie De onderzoeker observeert of het kind de handen middenvoor zijn borst of gelaat bij elkaar brengt en betast.
Beoordeling
Positief Het kind brengt de handen in de middellijn samen boven het gelaat of de borst en betast ze. Dit kenmerk mag ook positief worden beoordeeld als het bedoelde gedrag op enig ander moment tijdens het consult door de onderzoeker wordt geobserveerd.
Negatief
  • Het kind brengt beide handen in de mond en/of
  • het kind brengt de handen niet samen in de middellijn boven gelaat of borst.
Registratie + Bij positieve respons
–  Bij negatieve respons
Disciplines Alle disciplines mogen dit kenmerk uitvoeren.
Informatie over overleg / consultatie Indien de DA het kenmerk uitvoert mag bij een negatieve score de JV geconsulteerd worden.
Indien de JV het kenmerk uitvoert moet bij een negatieve score de VS/JA geconsulteerd worden.
 Overweging Indien het samenbrengen van de handen om technische redenen niet goed mogelijk is, is het wenselijk de ouders te adviseren toch zoveel  mogelijk het spelen met beide handen middenvoor te stimuleren, bijvoorbeeld door met hulp beide handen bij elkaar te brengen of uitgangshoudingen te zoeken waarin dit wel lukt.

Welkom op onze nieuwe website!

Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.