Vorig kenmerk                                                                        Volgend kenmerk                                                        Naar overzicht

54. Blijft hangen bij optillen onder de oksels

Van Wiechenfilmpjes

Let op: Deze video’s zijn niet geschikt om met ouders te delen omdat het uitvoeren van de test kan leiden tot gevaarlijke situaties. Ze dienen voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.

In gesprek met ouders

Het is niet veilig om deze test zelf thuis te proberen. Met deze test kijken we hoe stevig de spieren van je kind zijn. Kunnen de spieren genoeg kracht leveren om te blijven hangen? We doen deze test op verschillende leeftijden om steeds te zien hoe de spieren zich ontwikkelen. Je hoeft hier als ouder niets speciaals voor te doen. Het helpt de spieren van je kind te ontwikkelen als je hem of haar een paar keer per dag op de buik legt.

4 weken

8 weken

13 weken

26 weken

39 weken

1 jaar

Instructies voor professionals
Achtergronden
Ontwikkelingsveld Grove motoriek.
Neurologisch aspect Tonus als geheel, maar vooral die van de schouder­ en rompmusculatuur.
Onderzoekleeftijd Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort)
Aanbevolen leeftijd 4, 8, 13, 26, 39 en 52 weken.
11-12 weken 98,3 %
13-14 weken 98,3 %
Spreiding Hypotonie is op de zuigelingenleeftijd altijd alarmerend. Vandaar dat het kind op elk onderzoekmoment hierop wordt onderzocht. De beoordelingscriteria blijven gelijk. Het hanteren van een p90 ­leeftijd is op dit kenmerk niet van toepassing.
Onderzoekmethode
Uitgangspositie kind Het kind ligt bloot op zijn rug op de onderzoektafel.
Uitvoering onderzoek De onderzoeker pakt het kind onder de oksels vast. De vingers van de onderzoeker zijn daarbij gestrekt onder de oksels en de duimen worden aan de voorzijde van de oksels gehouden. De onderzoeker tilt het kind vanuit rugligging op, houdt het kind verticaal en steunt daarbij zo nodig (in het geval dat het hoofd van het kind nog erg wiebelt) met zijn gestrekte vingers de achterzijde van het hoofd van het kind. Het kind hoeft niet zo hoog opgetild te worden. Het belangrijkste is, dat de voeten de ondergrond niet mogen raken.
Observatie De onderzoeker observeert of het kind stevig op zijn handen blijft hangen en niet de neiging vertoont tussen de handen door te glijden.
Beoordeling
Positief Het kind blijft stevig hangen op de handen van de onderzoeker.
Negatief Het kind vertoont de neiging door de handen van de onderzoeker te glijden vanwege hypotonie van de romp en schoudergordel.
Registratie + Bij positieve respons.
– Bij negatieve respons.
Discipline JV, VS en JA mogen dit kenmerk uitvoeren.
Informatie over overleg / consultatie  Indien de JV het kenmerk uitvoert volgt op een negatieve score altijd overleg met VS/JA.
Bij alarmsymptoom op korte termijn consultatie van de VS/JA.
Alarmsymptoom Hypotonie, waardoor bij dit kenmerk het kind de neiging heeft tussen de handen van de onderzoeker door te glijden, is altijd een alarmerend verschijnsel (Touwen, 1990).

Welkom op onze nieuwe website!

Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.