Achtergronden | |
Ontwikkelingsveld | Fijne motoriek en adaptatie. |
Neurologisch aspect | Zie ook kenmerken 18 en 21. |
Psychologisch aspect | Het plaatsen van de vorm in het bijpassende gat vereist coördinatie, vormherkenning en ruimtelijk inzicht. De wijze waarop het kind deze opdracht uitvoert, is mede afhankelijk van de ervaring, die hij heeft met dit soort speelgoed. Als het kind deze opdracht niet (goed) kan uitvoeren, heeft het nog geen duidelijke voorstelling van de verschillende geometrische vormen. Dit uit zich vaak in probeergedrag. |
Onderzoekleeftijd | |
Aanbevolen leeftijd | 42 maanden (3,5 jaar). |
Spreiding1 | > 25 – 41 maanden (160-178 weken)2 |
1De spreiding zoals hier weergegeven geeft de hoogst en laagst gevonden P90-leeftijd aan. P90 is de leeftijd waarop 90% van de kinderen positief scoort. In de internationale literatuur worden hiervoor verschillende leeftijden gevonden. 2Voor dit kenmerk zijn voor verschillende leeftijden nog geen referentiewaarden beschikbaar. |
|
Onderzoekmethode | |
Uitgangspositie kind | Het kind zit recht voor de tafel, al dan niet bij de ouder op schoot, zodanig dat het de voorwerpen op tafel gemakkelijk kan hanteren. De tafel moet zodanig opgeruimd zijn dat het kind niet wordt afgeleid. |
Uitvoering onderzoek | De onderzoeker zet de stoof voor het kind met het ronde en het driehoekige gat het dichtst bij het kind. De onderzoeker vraagt aan het kind: “Doe jij de blokjes in een keer in het juiste gat in de deksel”. De onderzoeker zet vier vormenblokken (rond, vierkant, rechthoek, driehoek) tegelijk ‘rechtop’ naast de stoof zodat het kind het grondvlak van de blokken kan vergelijken met de gaten in de deksel van de stoof. Dit mag niet worden voorgedaan. Wel mag de onderzoeker het kind zo nodig aanmoedigen door het ronde blokje aan te geven. De andere blokjes mogen daarna niet meer worden aangegeven. |
Observatie | De onderzoeker observeert of het kind de blokjes direct in de juiste gaten stopt. |
Beoordeling | |
Positief |
|
Negatief |
|
Registratie | + Bij positieve respons. – Bij negatieve respons. Indien van toepassing bij een negatieve respons vermelden ‘probeerhandeling’. |
Discipline | Alle disciplines mogen alle onderdelen uitvoeren. |
Informatie over overleg / consultatie | Indien de DA het kenmerk uitvoert mag bij een negatieve score de JV geconsulteerd worden. Indien de JV het kenmerk uitvoert moet bij een negatieve score de VS/JA geconsulteerd worden. Bij opmerkingen wordt genoteerd welke vorm(en) niet in de stoof worden geplaatst. Ga na en noteer bij opmerkingen of het kind ervaring heeft met de vormenstoof. |
Advies | Adviseer ouders over het spelen met hun kind en daarbij het spelen met een vormenstoof en/of puzzels te stimuleren. |
Alarmsymptoom | Trillerige motoriek, verwaarlozen van gebruik van één hand; op korte termijn consultatie van de VS/JA. |
Overweging | De mate waarin het kind thuis ervaring heeft opgedaan met een vormenstoof moet bij de interpretatie van een negatieve respons worden betrokken. Indien het kind die ervaring niet heeft, moet dit onder ‘opmerkingen’ worden vermeld. Het verwaarlozen (in functioneel gebruik) van een arm of een hand geldt op elke leeftijd als alarmerend (Touwen, 1990). Trillerige handmotoriek geldt na de leeftijd van één jaar als alarmerend (Touwen, 1992). |