Vorig kenmerk                                                                        Volgend kenmerk                                                        Naar overzicht

67. Loopt langs

Van Wiechenfilmpje

Dit filmpje kan gebruikt worden om ouders te betrekken bij het onderzoek en dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.

In gesprek met ouders

Je kind is misschien al bijna klaar om los te gaan lopen. Laat je kind op blote voeten lopen of trek sokken aan met een antisliplaag. Schoenen zijn vooral bedoeld om je voeten te beschermen tegen vies of scherp spul, zoals glas. Binnen in huis zijn schoenen eigenlijk niet nodig. Wat belangrijk is, is dat je kind niet uitglijdt op de vloer. Een loopstoeltje helpt niet om sneller te leren lopen. Soms kan het er zelfs voor zorgen dat het leerproces langzamer gaat.

Instructies voor professionals
Achtergronden
Ontwikkelingsveld Grove motoriek.
Neurologisch aspect Coördinatie, spierbeheersing en spierkracht zijn zo ver ontwikkeld dat het kind in staat is zich tegen de zwaartekracht in staande te houden en zich in die houding te verplaatsen, waarbij hij met de handen steun vindt aan bijvoorbeeld meubels, leuningen of bed­ of boxspijlen. Kinderen die nog maar pas hebben geleerd om te gaan staan en langs te lopen, zullen aanvankelijk nog vaak op de tenen gaan staan. Na verloop van tijd, variërend van enkele seconden tot één minuut, gaat het kind op vlakke voeten staan en op de vlakke voeten langslopen.
Psychologisch aspect Verdere ontwikkeling van het exploratiegedrag.
Onderzoekleeftijd Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort)
61-62 weken 96,4 %
63-64 weken 97,0 %
NB: periode week 1 betreft de leeftijd vanaf de geboortedag tot en met dag 6, periode week 2 de leeftijd van dag 7 tot en met dag 13, etc.
Onderzoekmethode
Uitgangspositie kind Het kind staat bij een lage tafel of een stoel, waaraan het zich kan vasthouden.
Uitvoering onderzoek De onderzoeker (of de ouder) spoort het kind aan, al dan niet met behulp van speelgoed, om langs de rand van tafel of stoel te lopen. Het is aan te bevelen het kind uit te lokken om ook naar de andere kant langs te lopen. Uitsluitend naar een kant langs kunnen lopen, kan wijzen op asymmetrie.
Observatie De onderzoeker observeert of het kind langsloopt en of het af en toe op de vlakke voet loopt.
Anamnese Als het gewenste gedrag niet kan worden geobserveerd, vraagt de onderzoeker aan de ouder: “Loopt … thuis als hij zich daarbij vast houdt aan bijvoorbeeld de rand van de box? en zo ja: ”Hoe loopt hij?”
Beoordeling
Positief Het kind loopt (zich vasthoudend) enige passen langs de stoel of het tafeltje en loopt daarbij af en toe op de vlakke voet.
Negatief
  • Het kind loopt voortdurend op de tenen of
  • het kind loopt niet langs en
  • de ouder beantwoordt bovenstaande vraag ontkennend.
Registratie + Bij geobserveerde positieve respons.
M Bij anamnestisch positieve respons.
-­ Bij negatieve respons: onder ‘opmerkingen’ registreren op grond waarvan de respons negatief werd beoordeeld
Discipline Alle disciplines mogen dit kenmerk uitvoeren.
Informatie over overleg / consultatie Indien de DA of de JV het kenmerk uitvoert volgt bij een negatieve score altijd overleg met VS/JA.
Bij alarmsymptoom op korte termijn consultatie van de VS/JA.
Advies Adviseer ouders om de grofmotorische ontwikkeling te stimuleren en ga daarbij in op het stimuleren van het langslopen.
Alarmsymptoom
  • Als een kind kan staan/lopen en dat alleen op de tenen doet, moet dit als een alarmerend symptoom worden beschouwd (Touwen, 1992),
  • Het onvermogen tot langs lopen vanaf de leeftijd van 18 tot 20 maanden.
  • Uitsluitend naar een kant langs kunnen lopen kan wijzen op asymmetrie, asymmetrie in (hoeveelheid) beweging:

Een hypotoon kind neigt, met name als het pas gaat lopen, tot voortdurende tenengang, waardoor een algehele tonusverhoging wordt bereikt, zodat het kind zich staande kan houden. Deze tenengang bij hypotone kinderen moet onderscheiden worden van tenengang bij kinderen met hypertonie van de kuitspier en kinderen met een te korte achillespees. Hypertonie van de kuitspier en/of een te korte achillespees kunnen een gevolg zijn van spasticiteit of van een extreme gewoontehouding, bijvoorbeeld door langdurig gebruik van een loopstoel.

Welkom op onze nieuwe website!

Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.