39. Zegt 3 "woorden" met begrip
communicatie
Achtergronden |
|
Ontwikkelingsveld |
Communicatie (actieve taalontwikkeling). |
Psychologisch aspect |
Met het toenemen van de leeftijd neemt de woordenschat toe. |
Onderzoekmoment |
Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort) |
75-76 weken |
Jongens: 85,5 % Meisjes: 92,5% |
77-78 weken |
Jongens: 87,4 % Meisjes: 92,8 % |
79-80 weken |
Gem: 92,5 % |
81-82 weken |
Jongens: 90,1 % Meisjes: 96,6 % |
83-84 weken |
Jongens: 90,4 % Meisjes: 98,6 % |
NB: periode week 1 betreft de leeftijd vanaf de geboortedag tot en met dag 6, periode week 2 de leeftijd van dag 7 tot en met dag 13, etc | |
Onderzoekmethode |
|
Uitgangspositie kind |
Niet bepaald. |
Uitvoering onderzoek |
Geen bepaalde handeling. |
Observatie |
De onderzoeker observeert tijdens het consult of het kind minstens drie woorden met begrip gebruikt, de woorden ‘mama’ en ‘papa’ niet meegerekend. Woorden voor andere gezinsleden tellen wel mee. Deze woorden hoeven niet de volwassen vorm te hebben en mogen ook ‘eigen’, ‘zelfgemaakte’ woorden zijn, mits ze voor het kind een vaste betekenis hebben (bijvoorbeeld “tapietapie” voor gaan slapen, “bah” voor vuile broek, “tuuttuut” voor auto). |
Anamnese |
Wanneer dit kenmerk niet tijdens het consult kan worden geobserveerd, vraagt de onderzoeker aan de ouder: “Heeft ... woorden of eigen woorden voor bijvoorbeeld ‘eten’, ‘gaan slapen’, ‘auto’, ‘bal’, ‘pop’?”> Zo ja: “ Wat zegt ... daartegen?” |
Beoordeling |
|
Positief |
Het kind zegt drie voor hem betekenisvolle woorden, maar andere dan ‘pappa’ en ‘mama’. |
Negatief |
Het kind zegt minder dan drie voor hem betekenisvolle woorden (mama en papa niet meegerekend) en de ouder beantwoordt bovenstaande vraag ontkennend. |
Registratie |
+ Bij geobserveerde positieve respons. M Bij anamnestisch positieve respons. - Bij negatieve respons. |
Discipline | Alle disciplines mogen alle onderdelen doen |
Informatie over overleg / consultatie |
Indien de DA het kenmerk uitvoert mag bij een negatieve score de JV geconsulteerd worden. Indien de JV het kenmerk uitvoert moet bij een negatieve score de VS/JA geconsulteerd worden. Ook de interactie van de onderzoeker met het kind behoort in de afweging van consultatie VS/JA meegenomen te worden. Ga na en noteer bij opmerkingen: het taalaanbod dat het kind in kwantiteit en kwaliteit krijgt en de ouder-kind relatie |
Advies | Adviseer ouders om de communicatieve ontwikkeling te stimuleren en ga daarbij in op het stimuleren van de taalontwikkeling. |
Overweging |
Bij de interpretatie van de respons moet de onderzoeker rekening houden met de kwantiteit en de kwaliteit van het taalaanbod, met de taalproductie en met de ouderkind relatie. Niet komen tot het gebruik van betekenisvolle woorden, kan wijzen op een verstandelijke beperking of ASS. |
Dit kenmerk is ook van belang voor de concept richtlijn Vroegtijdige opsporing gehoorstoornissen 0-18 jaar en de JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen.
Let op: Dit is een DIY-video voor ouders om hen te betrekken bij het onderzoek. En dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.