Vorig kenmerk                                                                        Volgend kenmerk                                                        Naar overzicht

33. Zegt “dada-baba of gaga”

Van Wiechenfilmpje

Dit filmpje kan gebruikt worden om ouders te betrekken bij het onderzoek en dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.

In gesprek met ouders

Dit is het begin van praten, dus de ontwikkeling van taal. Je hoort dat je kind allemaal klanken maakt. Het lijkt op papa of mama. Hierna gaat je kind brabbelen. Dat klinkt als verhalen vertellen zonder woorden. Probeer momenten te pakken waarbij jij en je kind één op één aandacht hebben voor elkaar. Bijvoorbeeld met een spelletje, een liedje, als je iets gaat vertellen of samen praten terwijl je naar een plaatjesboek kijkt. Vanaf 9 maanden kun je al naar een boek kijken, al stelt het nog niet zoveel voor. Benoem dingen (dat de zon schijnt, de blaadjes van de bomen vallen). Benoem in andere situaties wat je doet (bijvoorbeeld de luier aantrekken, eten pakken).

Instructies voor professionals
Achtergronden
Ontwikkelingsveld Communicatie (actieve taalontwikkeling).
Neurologisch aspect De basis van de spraakmotoriek is aanwezig.
Psychologisch aspect Na het vocaliseren is brabbelen de volgende stap in de taal­ en spraakontwikkeling. Brabbelen is het produceren van opeenvolgingen van klanken, zoals “dada”, “baba” en “gaga” binnen één ademeenheid (Schaerlaekens & Gillis, 1987). Dit wordt repetitief brabbelen genoemd dat later evolueert naar gevarieerd brabbelen (zie kenmerk 34).
Soms zijn kinderen op deze leeftijd in een ‘stille’ fase in afwachting van een volgende stap in de taal­, spraak­ of motoriekontwikkeling.
Onderzoekleeftijd Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort)
37-38 weken 98,1 %
39-40 weken 98,6 %
NB: periode week 1 betreft de leeftijd vanaf de geboortedag tot en met dag 6, periode week 2 de leeftijd van dag 7 tot en met dag 13, etc.
Onderzoekmethode
Uitgangspositie kind Niet bepaald.
Uitvoering onderzoek Geen bepaalde handeling.
Observatie De onderzoeker observeert of het kind tijdens het consult reeksen a-klanken produceert, zoals dadada, bababa, wawawa, papapa of gagaga.
Anamnese Als het gewenste gedrag niet kan worden geobserveerd, vraagt de onderzoeker aan de ouder: “Maakt … geluidjes zoals dadada, bababa, of gagaga als hij bijvoorbeeld in de box of in bed ligt?”.
Beoordeling
Positief Het kind maakt geluiden waarin a-­klanken in reeksen worden herhaald.
Negatief
  • Het kind maakt geen geluiden met a­-klanken in reeksen en
  • de ouder beantwoordt bovenstaande vraag ontkennend.
Registratie + Bij geobserveerde positieve respons.
M Bij anamnestisch positieve respons.
-­ Bij negatieve respons.
Discipline Alle disciplines mogen dit kenmerk uitvoeren.
Informatie over overleg / consultatie Indien de DA het kenmerk uitvoert mag bij een negatieve score de JV geconsulteerd worden.
Indien de JV het kenmerk uitvoert moet bij een negatieve score de VS/JA geconsulteerd worden.
Advies Adviseer ouders om tegen hun kind te praten.

Welkom op onze nieuwe website!

Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.