30. Lacht terug
communicatie
Achtergronden |
|
Ontwikkelingsveld |
Communicatie en sociaal gedrag. |
Psychologisch aspect |
De meeste kinderen van twee maanden oud lachen tegen personen op het moment dat deze binnen hun gezichtsveld komen en tegen hen praten. Op deze glimlach reageren de meeste volwassenen op hun beurt weer met lachen en praten, zodat er sprake is van interactie tussen volwassenen/ouder en kind. Met ‘lacht terug’ wordt dus niet een reflexmatige respons of glimlach voortkomend uit een verzadigingsgevoel bedoeld. Het kind reageert met een (glim)lach op het verschijnen van het gezicht en het praten van de volwassene tegen hem. Deze responsieve glimlach is een belangrijke mijlpaal in de ontwikkeling van het kind. |
Onderzoekleeftijd |
Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort) |
7-8 weken |
98,8 % |
9-10 weken |
99,5 % |
NB: periode week 1 betreft de leeftijd vanaf de geboortedag tot en met dag 6, periode week 2 de leeftijd van dag 7 tot en met dag 13, etc | |
Onderzoekmethode |
|
Uitgangspositie kind |
Het kind ligt op zijn rug op de onderzoektafel of in de armen van de ouder (op schoot). |
Uitvoering onderzoek |
De onderzoeker beweegt zijn gelaat in het gezichtsveld van het kind en praat en lacht tegen het kind. Hij mag het kind niet op andere wijze stimuleren, bijvoorbeeld door het aan te raken. |
Observatie |
De onderzoeker observeert de aanwezigheid van de responsieve glimlach. |
Anamnese |
Als het niet lukt het gewenste gedrag bij het kind te observeren (b.v. doordat hij huilt), vraagt de onderzoeker aan de ouder: “Lacht ... terug als u tegen hem praat en lacht?”. |
Beoordeling |
|
Positief |
Het kind lacht terug als reactie op het toespreken door de onderzoeker of de onderzoeker heeft de gewenste respons geobserveerd in de interactie tussen ouder en kind. |
Negatief |
Het kind vertoont geen reactieve (glim)lach na toespreken door de onderzoeker of de ouder en de ouder beantwoordt bovenstaande vraag ontkennend. |
Registratie |
+ Bij geobserveerde positieve respons. M Bij anamnestisch positieve respons. - Bij negatieve respons. Zowel bij een geobserveerde als bij een anamnestisch positieve respons wordt aan de ouder gevraagd op welke leeftijd het kind deze responsieve glimlach voor het eerst toonde. Hiervan wordt aantekening gemaakt onder ‘opmerkingen’. |
Discipline | Alle disciplines mogen alle onderdelen doen. |
Informatie over overleg / consultatie |
Indien de DA het kenmerk uitvoert mag bij een negatieve score de JV geconsulteerd worden. Indien de JV het kenmerk uitvoert moet bij een negatieve score de VS/JA geconsulteerd worden. |
Advies |
Adviseer ouders om tegen hun kind te praten en te lachen, waarbij het gezicht van de ouder voor het kind duidelijk zichtbaar is |
Alarmsymptoom | Niet of verlaat optreden van de responsieve glimlach kan een eerste signaal zijn van mentale retardatie of een communicatiestoornis. |
Overweging |
Niet of verlaat optreden van de responsieve glimlach kan een eerste signaal zijn van mentale retardatie of een communicatiestoornis. |
Dit kenmerk is ook van belang voor de concept richtlijn Vroegtijdige opsporing gehoorstoornissen 0-18 jaar en de JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen.
Let op: Dit is een DIY-video voor ouders om hen te betrekken bij het onderzoek. En dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.
Bijkomende instructie voor professionals: De onderzoeker mag praten en lachen naar het kind. De onderzoeker mag bij dit kenmerk het kind niet op een andere wijze stimuleren, bijvoorbeeld door het aan te raken. Als het niet lukt om dit kenmerk te observeren, mag het nagevraagd worden bij de ouder.