Als je denkt aan de werkzaamheden van een cb-assistente of doktersassistente op het consultatiebureau (cb) dan denk je in eerste instantie wellicht aan het plannen van afspraken en het wegen en meten van baby’s en kinderen. Ook zorg ik voor een schoon en opgeruimd cb. Maar als cb-assistente of doktersassistente op het cb kun je zoveel meer doen en echt van waarde zijn voor ouder en kind.
Als ouders binnenkomen, ben ik de eerste persoon die zij zien. Veel ouders herkennen mij nog van hun vorige bezoek aan het CB en dat geeft ze direct een vertrouwd gevoel waardoor ouders ook open durven te zijn. Ouders vertellen waar ze zich zorgen over maken of stellen al direct vragen. Ik zorg dat deze vragen direct bij de arts of jeugdverpleegkundige terechtkomen, zodat deze besproken worden. Zo voelt een ouder zich gehoord en gezien.
Tijdens het meten en wegen kijk ik zelf ook al goed naar de curve. Als ik zie dat de curve afwijkt, meet ik de lengte opnieuw om zeker te zijn dat de juiste data bij de verpleegkundige of arts terecht komt. Gedurende de tijd dat ouders in de wachtkamer zitten en tijdens het meten en wegen, kijk en luister ik ook of mij bepaalde dingen opvallen (bijvoorbeeld bijzonderheden m.b.t. de huid of interactie tussen ouder en kind). Oprechte aandacht voor ouder en kind vanaf het moment dat zij de wachtruimte binnenkomen is enorm belangrijk.
Ik heb voor mijzelf goed nagedacht waar ik waarde kan toevoegen aan de ervaring die ouders en kind hebben bij het cb. Daarom heb ik ervoor gekozen om mezelf te verdiepen in de DIY Van Wiechenfilmpjes voor ouders. Veel ouders kijken de filmpjes thuis en daarom is het belangrijk dat ook ik daar goed van op de hoogte ben. Zo kan ik al tijdens het meten en wegen iets benadrukken wat ik zie dat het kind al erg goed kan. Ik zie ouders dan groeien en trots zijn omdat er iets positief benoemd wordt wat hun kind al kan.
Een voorbeeld: Jan (3 maanden oud) komt samen met zijn moeder op het spreekuur en tijdens het wegen en meten zie ik dat hij zijn hoofd heel goed op kan tillen en bezig is met zijn handjes. Daarnaast hoor ik hem ook met geluidjes reageren op moeder als ze iets tegen hem zegt. Ik zeg tijdens het wegen en meten dan bijvoorbeeld tegen Jan: wat kun jij al goed je hoofd optillen en je kunt ook al zo lekker kletsen met mama. Deze positieve opmerking zorgt er in mijn beleving voor dat de ouder positiever de spreekkamer van de jeugdarts, verpleegkundig specialist of jeugdverpleegkundige binnenstapt. Een goed begin is het halve werk!
Hoe je binnen jouw JGZ-organisatie om kan gaan met het herverdelen van rollen met betrekking tot het Van Wiechenonderzoek staat beschreven in de Richtlijn Flexibilisering Disciplines van het NCJ. Daar heb ik aan meegewerkt. We hebben gekeken welke rol elke discipline (jeugdarts, verpleegkundig specialist, jeugdverpleegkundige en doktersassistente) kan spelen bij het uitvoeren van het Van Wiechenonderzoek. In de richtlijn staat beschreven welke onderdelen de doktersassistente uit kan voeren, waar je op moet letten en wanneer je moet overleggen met de jeugdarts, verpleegkundig specialist, jeugdverpleegkundige. Hier liggen enorme kansen. Zo kan een doktersassistente werk uit handen nemen en een bijdrage leveren aan het verlagen van de werkdruk. Daarnaast maakt het het eigen werk ook weer uitdagender en interessanter.
Het is belangrijk om als JGZ-organisatie te kijken hoe de Richtlijn Flexibilisering Disciplines toe te passen is binnen jouw organisatie. Je moet met elkaar kijken hoe je met de middelen die je hebt het CB zo efficiënt mogelijk kunt inrichten en er met elkaar voor zorgt dat een bezoek aan het CB voor ouders en kinderen een nuttige en prettige ervaring is.
Ook als jouw organisatie hier nog niet mee bezig is, kun je zelf als cb-assistente of doktersassistente wel meer jouw rol pakken. Verdiep je in het Van Wiechenonderzoek want die kennis maakt dat jij jouw werk uit kunt voeren vanuit een stevige ondergrond.