Instructies voor professionals | |
Achtergronden | |
Ontwikkelingsveld | Grove motoriek. |
Neurologisch aspect | Ontwikkeling van opricht en evenwichtsreacties van hoofd en romp in zithouding. Het kind hoeft op deze leeftijd nog niet zelf te gaan zitten. Het kind zit vaak nog met een wat bolle rug: lichte zitkyfose. |
Onderzoekleeftijd | Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort) |
37-38 weken | 99,2 % |
39-40 weken | 99,3 % |
NB: periode week 1 betreft de leeftijd vanaf de geboortedag tot en met dag 6, periode week 2 de leeftijd van dag 7 tot en met dag 13, etc. | |
Onderzoekmethode | |
Uitgangspositie kind | Het kind zit op de onderzoektafel (niet bij de ouder op schoot!). |
Uitvoering onderzoek | Zo nodig ondersteunt de onderzoeker het kind bij de heupen. |
Observatie | De onderzoeker observeert de stand van het hoofd ten opzichte van de wervelkolom. |
Beoordeling | |
Positief | Het kind houdt gedurende minimaal tien tellen het hoofd goed rechtop in één lijn met de wervelkolom (zie figuur). |
Negatief |
|

Kenmerk 61 Kan hoofd goed ophouden in zit
Registratie | + Bij positieve respons. - Bij negatieve respons: onder ‘opmerkingen’ registreren op grond waarvan de respons negatief werd beoordeeld (bijvoorbeeld het kind kan het hoofd in het geheel niet ophouden, of dat het dat wel doet, maar minder dan tien tellen. Registreer of het kind met of zonder steun zit. |
Discipline | JV, VS en JA mogen dit kenmerk uitvoeren. |
Informatie over overleg / consultatie | Indien de JV het kenmerk uitvoert volgt op een negatieve score altijd overleg met de VS/JA. Bij alarmsymptoom op korte termijn consultatie van de VS/JA. |
Advies | Bij kinderen met een zitkyfose moet het langdurig laten zitten afgeraden worden. Pas als een kind uit zichzelf gaat zitten kan dit advies achterwege blijven. |
Alarmsymptoom | Een slap hangend hoofd bij zitten, op elke leeftijd (Touwen, 1990). |