Vorig kenmerk                                                                        Volgend kenmerk                                                        Naar overzicht

26. Tekent cirkel na

Van Wiechenfilmpje

Dit filmpje kan gebruikt worden om ouders te betrekken bij het onderzoek en dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.

In gesprek met ouders

Je kind gaat leren hoe je kunt tekenen en schrijven. Van krassen met een potlood in de vuist tot het vasthouden van een pen, waarbij het potlood wordt vastgehouden bij de punt met de duim, wijs- en middelvinger. Het aansturen gaat met oefening steeds soepeler. Na het herkennen van een rechte lijn kan je kind ook een cirkel herkennen: Een gesloten vorm waarbij je kind zelf het begin- en eindpunt moet maken. Het gaat erom dat je kind de vorm kan zien, daarom vragen we het kind niet om een bal of rondje te tekenen. Als je kind probeert om de cirkel na te tekenen en daarbij fouten maakt, is dat helemaal oké. Zo kan je kind laten zien of het zichzelf kan verbeteren. De opdracht is ook een beetje zoals op school, waarbij we willen zien of je kind kan meedoen en een taak kan doen.

Instructies voor professionals
Achtergronden
Ontwikkelingsveld Fijne motoriek en adaptatie, persoonlijkheid en sociaal gedrag.
Neurologisch aspect Coördinatie van de schouder-­, arm-­, hand-­ en vingerbewegingen en de oog­-handcoördinatie.
Psychologische aspect Dit kenmerk geeft een indruk van de cognitieve ontwikkeling. Om deze opdracht goed uit te kunnen voeren moet het kind de opdracht kunnen begrijpen, vormen kunnen herkennen en vormen kunnen natekenen. Omdat het kind drie pogingen mag doen is dit ontwikkelingskenmerk geschikt om na te gaan of het kind zijn foute uitvoeringen analyseert. Uitvoering van deze opdracht vereist tevens coöperatie en taakgerichtheid van het kind.
Onderzoekleeftijd  Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort)
46 maanden  Jongens:  89,9 %     Meisjes:  96,6 %
47 maanden  Jongens:  91,6%      Meisjes:  97,1 %
49 maanden  Jongens:  92,6%      Meisjes:  98,5 %
Onderzoekmethode
Uitgangspositie kind Het kind zit dichtbij en recht voor de tafel de tafel, al dan niet bij de ouder op schoot, zodanig dat het de voorwerpen op tafel gemakkelijk kan hanteren. De tafel moet zodanig opgeruimd zijn dat het kind niet wordt afgeleid.
Uitvoering onderzoek De onderzoeker legt een vel papier op tafel, waarop van te voren en zonder dat het kind dat heeft kunnen zien, een cirkel is getekend. De onderzoeker legt een potlood midden voor het kind neer en zegt: ”Ik mag niet vertellen hoe dit heet, maar teken jij ook eens zo’n figuur”. Het woord ‘cirkel’ mag dus niet benoemd worden. Het kind mag drie pogingen doen.
Wanneer na de eerste poging geen gesloten figuur wordt getekend, vraagt de onderzoeker: “Heb je nu net zo’n figuur getekend?” Deze vraag moet ook na een mislukte tweede poging worden gesteld.
Observatie De onderzoeker observeert of het kind een gesloten, min of meer cirkelvormige figuur tekent. Enkele voorbeelden van positief en negatief te scoren tekeningen zijn weergegeven in de figuur.
Beoordeling De signaalfunctie van de respons is mede afhankelijk van de wijze van uitvoering (spontaan in één keer of na één of twee pogingen). De mate waarin het kind thuis ervaring heeft opgedaan met tekenmateriaal moet bij de interpretatie van een negatieve respons worden betrokken.
Van belang bij beoordeling door de professional is dat de cirkel min of meer gesloten is (dit wordt niet benoemd in de video)
Positief Het kind trekt een lijn die een gesloten figuur oplevert, min of meer in de vorm van een cirkel (zie figuur kenmerk 26). Indien het kind, nadat het een min of meer cirkelvormige figuur heeft getekend, hiervan spontaan een gezicht maakt, moet dit ook als positief worden beoordeeld.
Negatief
  • Het kind tekent niets of
  • het kind tekent een niet gesloten, min of meer cirkelvormige figuur of
  • het kind tekent bij toeval een gesloten figuur (al ‘in het wilde weg’ tekenend ontstaat een gesloten figuur), of
  • het woord “cirkel, rondje o.i.d.” is toch benoemd door onderzoeker of ouder.
Registratie + Bij positieve respons.
– ­Bij negatieve respons.Indien het kind geen ervaring heeft met tekenmateriaal, moet dit onder ‘opmerkingen’ worden vermeld.
Discipline Alle disciplines mogen dit kenmerk uitvoeren.
Informatie over overleg / consultatie Indien de DA het kenmerk uitvoert mag bij een negatieve score de JV geconsulteerd worden.
Indien de JV het kenmerk uitvoert moet bij een negatieve score de VS/JA geconsulteerd worden.
Bij alarmsymptoom op korte termijn consultatie van de VS/JA.
Advies Adviseer ouders over het spelen met hun kind en daarbij het tekenen en kleuren te stimuleren
Alarmsymptoom
  • Het verwaarlozen (in functioneel gebruik) van een arm of een hand (asymmetrie in uitvoering), op elke leeftijd (Touwen, 1990).
  • Trillerige handmotoriek na het eerste levensjaar (Touwen, 1992).

Welkom op onze nieuwe website!

Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.