16. Doet anderen na

Van Wiechenfilmpje

Dit filmpje kan gebruikt worden om ouders te betrekken bij het onderzoek en dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.

Instructies voor professionals
Achtergronden
Ontwikkelingsveld Persoonlijkheid en sociaal gedrag, grove en fijne motoriek, adaptatie.
Psychologisch aspect Vrijwel vanaf het eerste moment van zijn leven blijkt het kind zich te richten op personen in de naaste omgeving en gaat het hun gedrag imiteren. Op de leeftijd van ongeveer 2 jaar is imitatiegedrag bij de meeste kinderen zeer opvallend.
Imiteren draagt bij tot de algehele ontwikkeling en bestrijkt dus vele ontwikkelingsvelden. Al oefenend leert het kind steeds complexer en meer gedifferentieerde vaardigheden. Daardoor groeit zijn zelfstandigheid, leert hij dagelijkse dingen kennen en ermee omgaan en ontdekt hij hoe dingen in elkaar zitten. Dit alles gebeurt echter onder voorwaarde dat de motorische ontwikkeling op peil is, het kind geïnteresseerd is in zijn omgeving en plezier heeft in imiteren. Zijn interesse resulteert in het in de juiste context toepassen van gecompliceerde handelingen (cognitieve ontwikkeling). De mate waarin de omgeving het kind hierin stimuleert, bepaalt mede het resultaat.
Onderzoekleeftijd Referentiewaarden (percentage dat het kenmerk positief scoort)
23 maanden 98,8 %
24 maanden 99,4 %
Onderzoekmethode
Uitgangspositie kind Niet bepaald. Het kind moet de gelegenheid krijgen zich vrij in de onderzoeksruimte te bewegen.
Uitvoering onderzoek Geen bepaalde handelingen.
Observatie De onderzoeker observeert tijdens het consult of het kind spontaan imitatiegedrag vertoont.
Anamnese Wanneer het imitatiegedrag niet kan worden geobserveerd, vraagt de onderzoeker aan de ouder: “Doet … u of anderen na, bijvoorbeeld in huishoudelijk werk of bij spelletjes? Zo ja, wat doet hij zoal na?” Het geïmiteerde gedrag dient complexe handelingen te betreffen, zoals afstoffen, stofzuigen, timmeren, telefoneren.
Beoordeling
Positief Het kind imiteert complexe handelingen van anderen.
Negatief
  • Het kind toont geen imitatiegedrag of
  • het kind imiteert uitsluitend enkelvoudige gebaren (zoals dag zwaaien, in handjes klappen,…) en geen complexe handelingen en
  • de ouder beantwoordt bovenstaande vraag ontkennend.
Registratie
 + Bij geobserveerde positieve respons.
M Bij anamnestisch positieve respons.
–  Bij negatieve respons.
Discipline Alle disciplines mogen dit kenmerk uitvoeren.
Informatie over overleg / consultatie Indien de DA het kenmerk uitvoert mag bij een negatieve score de JV geconsulteerd worden.
Indien de JV het kenmerk uitvoert moet bij een negatieve score de VS/JA geconsulteerd worden.
Overweging Bij de interpretatie van een negatieve respons moet men zowel de respons op communicatieve kenmerken betrekken, als de indruk die men heeft van de ouder-­kindrelatie.

Welkom op onze nieuwe website!

Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.