Visusinstructeurs omarmen 20-20-2 leefstijlregel
Tijdens een bijeenkomst bij het NCJ wisselden de visusinstructeurs uit hoe ze met behulp van de 20-20-2 leefstijlregel het groeiende probleem van bijziendheid bij kinderen kunnen aanpakken.
Nieuws 28 november 2017
Verschillende partijen in de jeugdgezondheid hebben een eerste stap gezet op weg naar een gezamenlijke visie op technologie in de jeugdgezondheidszorg. Tijdens het diner spraken ruim twintig betrokkenen van binnen en buiten de JGZ-sector over de bijdrage die technologie aan de JGZ kan leveren.
Het diner van maandag 20 november was een initiatief van het NCJ, het ministerie van VWS, TNO, de Topsector Life Sciences & Health en de Noaber Foundation. Een sterk bondgenootschap. Aan alle tafels begon de bijeenkomst in een positieve sfeer. Want: nieuwe technologie is geen bedreiging, maar juist een kans. De openheid en transparantie van het internet bieden juist de mogelijkheid om als sector te bouwen aan vertrouwen. “We moeten beter dan nu aansluiten op de leefwereld van ouders” en “We moeten daar zijn waar de ouders zijn, in plaats van ze alleen bij ons uit te nodigen”, waren veelgehoorde uitspraken.
Ouders gaan op zoek naar antwoorden op hun vragen. En niet alleen bij het consultatiebureau. Dat is een inzicht dat niet nieuw is. Vroeger gingen ouders naar hun vrienden en familie, tegenwoordig zijn Google en Facebook (goede) raadgevers. Rondom vaccinaties heeft de sector meegemaakt dat er vele spookverhalen de ronde deden. Dat soort verhalen zijn nu zichtbaarder dan vroeger. Daardoor bereiken ze meer ouders en spelen ze een grotere rol in het maatschappelijk debat. Het heeft echter ook een positieve kant. Ook partijen in de JGZ zien de spookverhalen sneller.
Dat maakt deze ontwikkeling tot een kans, vond men aan tafel. Door goede informatie worden jeugdigen en ouders versterkt bij het maken van de juiste keuzes. Wanneer de JGZ ook online zichtbaar en actief is, kan ze zelf helpen het kaf van het koren te scheiden en zelf de ‘juiste’ antwoorden geven. Bovendien: heel veel informatie die anderen aan ouders geven klopt wel. Daar kan de sector gebruik van maken en op voort bouwen, zodat ze zichzelf op haar kerntaken kan concentreren.
Aan tafel werd van voor- tot en met nagerecht goed gediscussieerd over hoe we dit vorm kunnen geven. In het land wordt al volop geëxperimenteerd met technologische toepassingen. Wouter van der Bij van Ynformed prikkelde voorafgaan aan het diner de deelnemers al met zijn digitale innovatie. Hiermee konden 25.000 gevallen van kindermishandeling vroegtijdig opgespoord worden.
Die stip aan de horizon leidde tot vele nieuwe vragen. Welke rol speelt bijvoorbeeld het dreigend personeelstekort in de sector? En gaat het niet veel meer om competentieontwikkeling bij het personeel? En wat kunnen commerciële partijen toevoegen aan de publieke rol van de JGZ?
Igor Ivakic, directeur van het NCJ, sloot de avond af: “Technologie kan ons sterker en slimmer maken. Een online strategie kan echter alleen slagen als het sterk verbindt met de offline strategie. Vanuit die verbinding wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de transformatie van het jeugddomein. Vanavond is een breed en sterk bondgenootschap voor de jeugdgezondheid opgestaan. Ik ben ervan overtuigd dat we komende tijd samen goede dingen goed zullen doen. Met als uiteindelijk doel een jeugdgezondheidszorg die veel beter aansluit bij de leefwereld en wensen van jeugdigen en hun ouders.”
Tijdens een bijeenkomst bij het NCJ wisselden de visusinstructeurs uit hoe ze met behulp van de 20-20-2 leefstijlregel het groeiende probleem van bijziendheid bij kinderen kunnen aanpakken.
Per 1 mei 2024 is het bestuursmodel gewijzigd naar een raad-van-toezicht-model met vijf leden. NCJ-directeur Igor Ivakic is vanaf dit moment directeur-bestuurder van het NCJ.
Omvangrijk ziekteverzuim hangt nauw samen met zowel verminderde gezondheid als slechtere leerprestaties. Het onderzoek (regio Amersfoort) evalueerde de implementatie van de interventie MAZL in het primair onderwijs.