
Het nieuwe normaal
Enkele jaren geleden maakte Anouk van den Berg de overstap van de huisartsgeneeskunde naar de jeugdgezondheidszorg met een duidelijk doel voor ogen: zich inzetten voor een gezonder opgroeiende jeugd.
Blog 28 november 2018
Ik las een tijdje terug de blog over ‘Gezonde leefstijl’ op de website van het NCJ. In de blog bespreekt collega jeugdverpleegkundige Annemieke Korver hoe zij het gesprek aangaat met kinderen en ouders over overgewicht. Met een blij gevoel dacht ik: “We zijn op de goede weg binnen de JGZ!” Dat gevoel werd versterkt toen ik de Infosheet ‘Opvoeding en psychosociale factoren binnen interventies voor kinderen en jongeren met overgewicht’ van het NJi las.
Eén van de aanbevelingen van deze infosheet is dat we soms binnen onze consulten niet eens over het overgewicht moeten praten. Soms is het beter eerst te kijken naar het grotere plaatje van het gezin. Op basis van eigen ervaringen, doe ik dat zelf eigenlijk al jaren. Ik vraag de kinderen die langskomen ook of zij wel op de weegschaal willen. Ze zijn daardoor vaak ontzettend opgelucht. Laten we wel wezen, we zien toch al van een afstand welke kinderen zwaar of een “normaal” postuur hebben? Daar hoeft volgens mij helemaal geen weegschaal aan te pas te komen. Want hoe goed het ook bedoeld is, soms heeft dat wegen een negatief effect op het kind. En dat zouden we denk ik niet moeten willen.
“Daar moet je wat aan doen hè”, werd mij zelf ooit duidelijk gemaakt, terwijl er met twee vingers in mijn inderdaad bestaande vetrol van mijn buik werd geknepen. Ik was veertien jaar en ging langs bij de schooldokter voor het PGO-VO. Alleen naar binnen, al uitgekleed tot onderbroek en hemd in zo’n kleedkamertje achter de deur, mijn moeder bleef op de gang zitten.
Ja, ik had overgewicht. Zeker. Maar ik was ook een verlegen, angstige puber. Nu, ruim 25 jaar later, kan ik het gevoel en de nare gedachtes die ik op dat moment kreeg nog zo voor de geest halen. De focus tijdens het consult lag alleen op het overgewicht en de afkeuring daarvan. Ik kreeg het gevoel dat ik niet deugde. Wat zou het fijn zijn geweest als de verpleegkundige had gevraagd hoe ik me over het algemeen op school en thuis voelde en waar ik trots op was.
Praten over het zelfbeeld van het kind, over waar kinderen trots op zijn en waar ouders trots op zijn en van daaruit verder bouwen naar een gezond zelfbeeld én dus ook naar een gezonde leefstijl is denk ik de sleutel tot succes. Precies zoals staat beschreven als één van de aanbevelingen in de infosheet: ‘Werk in interventies ook aan het zelfvertrouwen van kinderen.’ Besteed hierbij aandacht aan zowel eigenwaarde (“Ik ben het waard om gezond te leven”), als eigen effectiviteit (“Ik kan deze gezonde levensstijl volhouden”).
Ik ben ervan overtuigd dat we de kinderen zo een betere basis voor hun toekomst geven. Zelf ben ik inmiddels gelukkig bevrijd van het lijnen, ik heb thuis niet eens meer een weegschaal!
Enkele jaren geleden maakte Anouk van den Berg de overstap van de huisartsgeneeskunde naar de jeugdgezondheidszorg met een duidelijk doel voor ogen: zich inzetten voor een gezonder opgroeiende jeugd.
Siegnella Concincion kreeg in haar functie als jeugdverpleegkundige steun van de Gemeente Amsterdam, GGD Amsterdam, Jeugdgezondheidszorg, Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht (AAGG) en Sarphati Amsterdam om promotieonderzoek te doen gericht op het voorkomen en terugdringen van overgewicht bij kinderen.
Yolanda Wallenburg, AIOS jeugdgezondheidszorg, heeft zich tijdens haar stage bij het NCJ beziggehouden met het thema schoolverzuim. Haar blog werpt een blik op schoolverzuimbeleid in schoolgidsen: ‘’Als dit vooral gaat over regels en sancties en weinig over ondersteuning, staat iedereen met 1-0 achter’’, vertelt ze.