Ik las een tijdje terug de blog over ‘Gezonde leefstijl’ op de website van het NCJ. In de blog bespreekt collega jeugdverpleegkundige Annemieke Korver hoe zij het gesprek aangaat met kinderen en ouders over overgewicht. Met een blij gevoel dacht ik: “We zijn op de goede weg binnen de JGZ!” Dat gevoel werd versterkt toen ik de Infosheet ‘Opvoeding en psychosociale factoren binnen interventies voor kinderen en jongeren met overgewicht’ van het NJi las.
Eén van de aanbevelingen van deze infosheet is dat we soms binnen onze consulten niet eens over het overgewicht moeten praten. Soms is het beter eerst te kijken naar het grotere plaatje van het gezin. Op basis van eigen ervaringen, doe ik dat zelf eigenlijk al jaren. Ik vraag de kinderen die langskomen ook of zij wel op de weegschaal willen. Ze zijn daardoor vaak ontzettend opgelucht. Laten we wel wezen, we zien toch al van een afstand welke kinderen zwaar of een “normaal” postuur hebben? Daar hoeft volgens mij helemaal geen weegschaal aan te pas te komen. Want hoe goed het ook bedoeld is, soms heeft dat wegen een negatief effect op het kind. En dat zouden we denk ik niet moeten willen.
“Daar moet je wat aan doen hè”, werd mij zelf ooit duidelijk gemaakt, terwijl er met twee vingers in mijn inderdaad bestaande vetrol van mijn buik werd geknepen. Ik was veertien jaar en ging langs bij de schooldokter voor het PGO-VO. Alleen naar binnen, al uitgekleed tot onderbroek en hemd in zo’n kleedkamertje achter de deur, mijn moeder bleef op de gang zitten.
Ja, ik had overgewicht. Zeker. Maar ik was ook een verlegen, angstige puber. Nu, ruim 25 jaar later, kan ik het gevoel en de nare gedachtes die ik op dat moment kreeg nog zo voor de geest halen. De focus tijdens het consult lag alleen op het overgewicht en de afkeuring daarvan. Ik kreeg het gevoel dat ik niet deugde. Wat zou het fijn zijn geweest als de verpleegkundige had gevraagd hoe ik me over het algemeen op school en thuis voelde en waar ik trots op was.
Praten over het zelfbeeld van het kind, over waar kinderen trots op zijn en waar ouders trots op zijn en van daaruit verder bouwen naar een gezond zelfbeeld én dus ook naar een gezonde leefstijl is denk ik de sleutel tot succes. Precies zoals staat beschreven als één van de aanbevelingen in de infosheet: ‘Werk in interventies ook aan het zelfvertrouwen van kinderen.’ Besteed hierbij aandacht aan zowel eigenwaarde (“Ik ben het waard om gezond te leven”), als eigen effectiviteit (“Ik kan deze gezonde levensstijl volhouden”).
Ik ben ervan overtuigd dat we de kinderen zo een betere basis voor hun toekomst geven. Zelf ben ik inmiddels gelukkig bevrijd van het lijnen, ik heb thuis niet eens meer een weegschaal!
Noor Adriaanse werkt als jeugdarts bij GGD Zeeland. Ze is getrouwd en moeder van een zoon van 7 en een dochter van 4. De mooie ontmoetingen die ze iedere dag weer met kinderen en hun ouders of verzorgers heeft, blijven haar boeien.
Handvatten en mooie verhalen: in gesprek met ouders over de Van Wiechenkenmerken
Op de website van het NCJ vind je vanaf nu het verhaal over het Van Wiechenonderzoek: een geheugensteun voor wat je aan ouders kan vertellen. Wij deelden dit nieuws al eerder, en nu vertelt ook Kirsten Smeding, die hieraan heeft gewerkt, over hoe zij deze totstandkoming heeft beleefd.
Blog27 november 2023
Wat probeert de baby nu eigenlijk te zeggen?
Aansluiten bij de beleving van een zeer jong kind, terwijl je investeert in de samenwerkingsrelatie met de ouder, in 15-20 minuten tijd, terwijl je ook nog het ontwikkelingsonderzoek dient te doen… Als je in de jeugdgezondheidszorg werkt, kan je in ieder geval niet zeggen dat je te weinig uitdaging ervaart in je werk.
Blog24 november 2023
Lef en een lange adem: een pleidooi voor preventie
De Week tegen Kindermishandeling - bedoeld als een moment om te bezinnen op dit thema en wat we hier als professionals mee doen - is weer voorbij. NCJ adviseur Merian Bouwmeester schrijft hierover.
Welkom op onze nieuwe website!
Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.