De coronacrisis laat ons zien hoe afhankelijk de JGZ is van goede samenwerking met voldoende menskracht en centrale regie. Ik lag als jeugdarts midden in de nacht wakker van de chaos. Ik roep hierbij JGZ’ers op om verantwoordelijkheid te nemen voor deze drie, cruciale elementen en om samen met bestuursleden en VWS rond de tafel te gaan. Om te evalueren hoe de afgelopen maanden zijn gegaan plannen te maken om te voorkomen dat we weer zo hard onderuit gaan bij een tweede golf of volgende pandemie.
Dinsdag 17 maart 2020, het is 01:30 uur in de nacht. Ik lig wakker. Ik lig wakker omdat ik het niet snap. Vanavond om 20:00 uur had ik een vergadering met alle jeugdverpleegkundigen, een collega jeugdarts in opleiding en de assistentes van ons team. Meestal vergader ik niet om 20:00 uur in de avond. Maar er is sinds een paar weken sprake van een Covid-19 uitbraak in ons land. Dit weekend heeft het bestuur, de staf en het management van onze JGZ-organisatie voor elkaar gekregen wat onmogelijk lijkt: een noodscenario uit de hoed toveren in twee dagen. Het is een duidelijk plan. En het gaat in werking over twee dagen. Dus vanavond hadden we een vergadering om te bespreken hoe we het noodscenario in gaan voeren over twee dagen. En nu lig ik in bed en vraag me af waarom ik mee ga in deze gekte. “HOE dan?”, denk ik. “Je kan een plan toch niet goed uitvoeren in twee dagen tijd?” “Hoe leveren we goede zorg als we deze twee dagen volle buro’s draaien en ondertussen vanaf woensdag alle cliënten getriageerd moeten hebben en de hele planning van de buro’s anders moet? Tegelijkertijd cliënten in moeten lichten hierover, naar hen moeten communiceren wat de huidige regels zijn, dit op de locatie duidelijk aangeven met posters, liefst in vier talen en ga nog maar even door met de to-do lijst? Dat kan toch niet goed gaan?” Ik stap uit bed en stuur een WhatsApp naar het team: “We kunnen ook de komende twee of drie dagen de consulten af bellen en deze dagen nemen om alles goed voor te bereiden”, schrijf ik. Ik heb sterk de behoefte niet door te rennen en mee te gaan in deze chaos. Ik wil even stil staan. Afstand nemen en de best mogelijke zorg blijven leveren aan de gezinnen die bij ons komen. Juist nu. Dit gaat namelijk niet een paar weken duren. Laten we samen het plan zo goed mogelijk tot uitvoering brengen.
Je raadt het misschien al. Op dinsdag gingen de consulten gewoon door, want “Alles was onder controle”. En op woensdag werd hals over kop het speelgoed uit de wachtkamers verwijderd, posters opgehangen en stonden er toch hele families met kinderen (met al vier dagen koorts) en al voor onze assistentes. Ik belde in een laatste poging naar de stafarts om te vragen of een paar dagen voorbereidingstijd te veel gevraagd was en of er nog een briefing zou komen over het uit te voeren beleid. Ze was het met me eens, maar dacht dat het bestuur niet happig zou zijn op een paar dagen stoppen van ‘de productie’, geen enkele JGZ-organisatie deed dit. Ik voelde me een roepende in de woestijn en dacht “dan niet”.
Via WhatsApp hoorde ik vergelijkbare verhalen vanuit het hele land. Ik zit namelijk in een klasje met allemaal jeugdartsen in opleiding. Maar ik hoorde ook goede verhalen. Ik hoorde over uitwerkingen die mij logischer in de oren klonken. Hoe kon het dat er zo veel verschillen waren per regio en per organisatie? Is miste meer dan ooit samenwerking en centrale regie. Dus ging ik op zoek.
Ik kwam er tijdens mijn stage bij het NCJ achter dat er meerdere afgevaardigden van organisaties van beroepsgroepen en kennisinstituten in de JGZ (zoals de vereniging van jeugdartsen (AJN) en (jeugd)verpleegkundigen (V&VN), het NCJ, de GGD-GHOR en ActiZ Jeugd) samen werken in het landelijk advies team Corona JGZ. Zij bespraken de geldende maatregelen tegen het coronavirus en hygiëne adviezen en de inhoudelijke normen om de preventieve gezondheidszorg zo compleet mogelijk doorgang te laten vinden. Daaruit was een advies geformuleerd dat een landelijke beleid vormde. Dit advies kwam via verschillende communicatiekanalen (bestuur, staf, managers of bij jeugdartsen en verpleegkundigen zelf) bij de circa 40 JGZ-organisaties in Nederland terecht en werd daar op verschillende manieren tot uitvoering gebracht door de professionals.
Maar een al bestaand tekort aan mankract – verergerd door het inzetten van JGZ-professionals bij de GGD’en voor het afnemen van Covid-19 testen en contactonderzoek – zorgde ervoor dat het beoogde beleid helemaal niet uitgevoerd kan/kon worden in verschillende regio’s. In sommige regio’s werden en worden tot 50 % van de JGZ-medewerkers ingezet voor afname van coronatesten en bron- en contactonderzoek. Dit omdat in de afgelopen jaren deze GGD’en volledig uitgekleed zijn qua mankracht en financiering en Nederland geen landelijke crisisstructuur heeft om epidemieën te bestrijden. Er kon niet zomaar een blik medewerkers opengetrokken worden, daar was geen financiering voor. Dus werden ze uit de JGZ gehaald. Pas na de officiële opdracht van de minister kon men mensen van buiten de GGD aan gaan trekken voor testen en bron- en contactonderzoek.
De coronacrisis laat hiermee zien hoe afhankelijk de JGZ is van samenwerking, voldoende mankracht én centrale regie. Een duidelijke regie bij de inhoud en uitvoering van wat moet gebeuren, leidt tot groot draagvlak om dat beleid te volgen. We hebben de afgelopen maanden kunnen zien hoe de overheid dit bewerkstelligde bij de Nederlandse bevolking. Rutte sprak met een duidelijk verhaal de mensen aan op hun eigen verantwoordelijkheid, hun eigen autonomie. En laten we daar als jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen ook best gevoelig voor zijn en daar ook veel waarde aan hechten!
Een landelijk beleid in de JGZ zou denk ik in deze crisissituatie beter middels eenduidige communicatie langs korte lijnen zonder onnodige bureaucratie gebracht moeten worden, wat leidt tot een betere samenwerking. Tot nu toe is dat nog niet gelukt. Er moet daarnaast voldoende mankracht zijn of terugkomen want de benodigde zorg kan niet uitgevoerd worden zonder mensen.
Ik wil jullie vragen mij te helpen in dit verhaal, wat ons verhaal is. Ik ben verantwoordelijk voor het geven van de best mogelijke zorg en ik hoop dat jullie dat ook voelen. Dragen jullie mee in onze verantwoordelijkheid? Laten we gezamenlijk in actie te komen en vragen om een gesprek tussen de bestuurders van al onze organisaties en Kamercommissies van VWS. Dit om te evalueren hoe de afgelopen maanden zijn gegaan en een plan te maken om te voorkomen dat de JGZ weer onderuit gaat bij een tweede golf of volgende pandemie omdat de samenwerking niet optimaal is, onvoldoende mankracht is en duidelijke centrale regie/aansturing op hoofdpunten ontbreekt.
Handvatten en mooie verhalen: in gesprek met ouders over de Van Wiechenkenmerken
Op de website van het NCJ vind je vanaf nu het verhaal over het Van Wiechenonderzoek: een geheugensteun voor wat je aan ouders kan vertellen. Wij deelden dit nieuws al eerder, en nu vertelt ook Kirsten Smeding, die hieraan heeft gewerkt, over hoe zij deze totstandkoming heeft beleefd.
Blog27 november 2023
Wat probeert de baby nu eigenlijk te zeggen?
Aansluiten bij de beleving van een zeer jong kind, terwijl je investeert in de samenwerkingsrelatie met de ouder, in 15-20 minuten tijd, terwijl je ook nog het ontwikkelingsonderzoek dient te doen… Als je in de jeugdgezondheidszorg werkt, kan je in ieder geval niet zeggen dat je te weinig uitdaging ervaart in je werk.
Blog24 november 2023
Lef en een lange adem: een pleidooi voor preventie
De Week tegen Kindermishandeling - bedoeld als een moment om te bezinnen op dit thema en wat we hier als professionals mee doen - is weer voorbij. NCJ adviseur Merian Bouwmeester schrijft hierover.
Welkom op onze nieuwe website!
Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.