2. Lijn trekken
Kenmerken BFMT
|
|
Uitgangspositie kind |
Het kind zit recht voor de tafel zodanig dat hij de voorwerpen op tafel gemakkelijk kan hanteren en goed gesteund kan zitten (liefst met heupen, knieën en enkels in 90-graden). Zo nodig kan hiervoor een voetensteuntje gebruikt worden. Tafelhoogte liefst dusdanig dat de armen gesteund zijn en de schouders ontspannen. De tafel moet zodanig opgeruimd zijn dat het kind niet wordt afgeleid. |
Uitvoering onderzoek |
De onderzoeker legt voor het kind het werkvel en een potlood op tafel. |
Opdracht |
Zeg bij het tweede paadje: ”Kun jij een lijntje tekenen zonder buiten het paadje te komen?” |
Observatie |
De onderzoeker kijkt of de lijnen niet zijn overschreden en of de lijn al of niet onderbrekingen vertoont. |
Beoordeling en registratie |
|
Kwantitatief |
score 0: 1 of meer keer lijn overschreden |
Kwalitatief |
vloeiend of niet |