Nieuws 30 november 2023
Vanaf 1 januari 2024 krijgen alle zuigelingen een rotavirusvaccinatie aangeboden. Dit is in september 2022 besloten door de staatssecretaris van VWS n.a.v. het advies van de Gezondheidsraad (2021).
Het registratieprotocol rotavirusvaccinatie beschrijft de specifieke BDS-elementen die gebruikt kunnen worden om de werkwijze met betrekking tot het toedienen van de rotavirusvaccinatie te registreren.
Een aantal elementen is nog niet opgenomen in de BDS JGZ. Het advies is om met de softwareleverancier te bespreken of deze elementen alvast gebouwd kunnen worden in het digitaal dossier zodat er uniform geregistreerd kan worden. Op termijn kunnen deze elementen dan omgezet worden naar BDS-conforme elementen zodat daarna gestructureerde gegevensuitwisseling kan plaatsvinden.
De rotavirusvaccinatie is een levend verzwakt vaccin. Er zijn veel meer contra-indicaties waar de JGZ-professional op moet letten, vergeleken met andere vaccinaties. Het gaat niet alleen om absolute en relatieve contra-indicaties van de zuigeling, maar ook om bepaald medicijngebruik van de moeder tijdens de zwangerschap. Bij zuigelingen die opgenomen zijn (geweest) in het ziekenhuis, is het de taak van de kinderarts om eventuele contra-indicaties door te geven aan de jeugdarts.
In het registratieprotocol zijn deze contra-indicaties en de handelingen die van een jeugdarts verwacht worden opgenomen. Dit vervangt niet het Addendum: Vaccinatie tegen rotavirus voor zuigelingen geboren vanaf 1 januari 2024 van het RIVM.
"*" geeft vereiste velden aan
Tijdens een bijeenkomst bij het NCJ wisselden de visusinstructeurs uit hoe ze met behulp van de 20-20-2 leefstijlregel het groeiende probleem van bijziendheid bij kinderen kunnen aanpakken.
Per 1 mei 2024 is het bestuursmodel gewijzigd naar een raad-van-toezicht-model met vijf leden. NCJ-directeur Igor Ivakic is vanaf dit moment directeur-bestuurder van het NCJ.
Omvangrijk ziekteverzuim hangt nauw samen met zowel verminderde gezondheid als slechtere leerprestaties. Het onderzoek (regio Amersfoort) evalueerde de implementatie van de interventie MAZL in het primair onderwijs.
