Visusinstructeurs omarmen 20-20-2 leefstijlregel
Tijdens een bijeenkomst bij het NCJ wisselden de visusinstructeurs uit hoe ze met behulp van de 20-20-2 leefstijlregel het groeiende probleem van bijziendheid bij kinderen kunnen aanpakken.
Nieuws 3 juli 2017
Twee jaar na de decentralisaties beraden veel gemeenten zich op de keuzes die zij maakten. Is de toegang tot het sociaal domein goed georganiseerd? Zijn de wijkteams goed gepositioneerd? En hoe kunnen gemeenten de vernieuwing in de wijkteams nu echt stimuleren?
In het voorjaar van 2017 kwamen 35 beleidsmedewerkers van gemeenten én een aantal experts van het programma Integraal Werken in de Wijk bij elkaar naar aanleiding van het verschijnen van de publicatie Organisatievormen en positionering van wijkteams. Zij gingen in gesprek over bovenstaande vragen. Lees hieronder hun tips!
1. Wees u bewust van uw eigen rol
Gemeenten hebben al snel de neiging om kritisch te kijken naar de wijkteamprofessionals, hun kennis, kunde en lef. Maar doen gemeenten zelf wel genoeg om de transformatie in gang te zetten? Eén van de deelnemende gemeenten: “Het is de hoogste tijd om ook kritisch naar onze eigen rol te kijken. Zijn de ‘bureaucratische’ systemen helpend of juist belemmerend? En hoe zit het met onze eigen rol: helpen wij de transformatie verder of vertragen we deze?”
2. Geef wijkteams vertrouwen en mandaat
Professionals in wijkteams hebben (bewegings)ruimte nodig om te veranderen en te vernieuwen, én om goede maatwerkoplossingen te kunnen bieden. Geven gemeenten de wijkteams wel de ruimte en het mandaat dat ze nodig hebben? Eén van de gemeenten: “Geef wijkteams een vrij te besteden budget om daadwerkelijk maatwerkoplossingen in te zetten. Alleen dan kunnen ze slagvaardig handelen.”
3. Gebruik persona’s bij het gesprek over maatwerkoplossingen
Discussies over maatwerk leveren regelmatig ook discussies op over ‘rechtmatigheid’. Hoe legt u als beleidsmaker van een gemeente aan de politiek uit dat een wijkteam meegaat met de keuzes van cliënten en slim manoeuvreert tussen regels door? Een tip van een gemeente: “Als ik met verschillende afdelingen binnen de gemeente – zoals Wmo, Jeugd en Werk en Inkomen – en de politiek in gesprek ga over het inzetten van maatwerkoplossingen, gebruik ik een casus of persona.”
Lees meer over het werken met persona’s
4. Begin bij de doelen: wat wilt u samen bereiken?
Gemeenten beschikken over allerlei cijfers en gegevens. Denk aan: aantal cliënten, aantal beschikkingen en cliënt-ervaringsonderzoeken. Vrijwel nooit geven deze cijfers een helder inzicht of de beoogde beleidsdoelstellingen zijn behaald. Gemeenten moeten daarom soms even een stap terugzetten en zich afvragen: waarom doen we dit ook alweer? Pas wanneer de doelen helder zijn, kan bepaald worden hoe deze te monitoren. Eén van de deelnemers licht hun lokale aanpak toe: “Wij stellen samen met inwoners per wijk een sociale agenda op, die in de subsidiebeschikking wordt opgenomen. Dan is het veel eenvoudiger om later te monitoren of de doelen worden behaald.”
Meer lezen over het stellen van doelen?
Ga naar het kwaliteitsmodel Jeugdhulp (NJi, 2017)
Download Op weg naar outcomegericht werken (Movisie, 2017)
5. Ontzenuw te hoge verwachtingen over kostenreductie
Steeds vaker dringt de lokale politiek aan op inzicht in het (financieel) resultaat van de wijkteams. Hoe zit het met de opbrengsten en de kostenreductie? Lukt het om meer preventief te werken en minder zware zorg in te zetten? Dat is een vraag die in menige gemeenteraad wordt gesteld. Een lastige vraag, want hoe kunnen de financiële cijfers van na de transformatie met die van ervoor vergeleken worden? Een deelnemer: “Het is belangrijk om te anticiperen op dit soort vragen.” Dat kan door te beginnen met het inzichtelijk maken van wat de nieuwe manier van werken oplevert, door bijvoorbeeld gebruik te maken van de effectencalculator.
Lees ook het rapport over de preventieve werking van sociaal werk (In voor zorg, 2017)
6. Houd uw rol in het vizier
Gemeenten hebben verschillende rollen. Zij voeren regie, maken beleid én zijn (deels) ook verantwoordelijk voor de uitvoering, bijvoorbeeld op het terrein van Werk en Inkomen. Om echte vernieuwing te realiseren, is het zaak dat de rol van opdrachtgever niet uit het oog verloren wordt. Een van de deelnemers: “Het is heel belangrijk om die rollen en posities af te bakenen en daar heel helder over te zijn. Een voorbeeld: wij willen in onze gemeente dat het sociaal wijkteam zelf beslissingen kan nemen over de inzet van een bepaalde regeling. Dan moet het college mandaat geven aan het wijkteam om die regeling uit te voeren. Daar hoort ook bij dat de gemeente aangeeft wat zij verwacht van die verantwoordelijkheid.”
7. Faciliteer het informele netwerk in de wijk
Nauwe samenwerking tussen wijkteams en actieve burgers – de zogeheten nuldelijn – draagt bij aan vernieuwing van het aanbod voor kwetsbare inwoners. Gemeenten kunnen dit faciliteren. Vaak is het zo dat het nuldelijns-aanbod in wijken voortdurend verandert. Daardoor is het voor wijkteams moeilijk om de behoefte en het aanbod met elkaar te matchen. Een tip van een gemeente: “Organiseer per wijk uitwisselingsbijeenkomsten zodat mensen elkaar leren kennen en de ‘lijnen’ kort zijn. Investeer als gemeente in functies als ‘sociaal makelaar’. Deze kan mensen in de wijk met elkaar in contact brengen en meer aandacht besteden aan preventie.”
Lees meer over hoe u het samenspel met informele zorg kunt vormgeven in de publicatie Sociale wijkteams en informele zorg (IWW, 2017)
8. Zorg voor verbinding tussen ‘sociaal’ en ‘gezond’
De huisarts is een belangrijke sleutelfiguur in de wijk. Hij heeft zicht op kwetsbare mensen die wel wat extra ondersteuning kunnen gebruiken, bijvoorbeeld omdat ze eenzaam zijn of een klein sociaal netwerk hebben. Huisartsen zijn echter vaak te druk om aan te sluiten bij overleggen van bijvoorbeeld het wijkteam. Een van de deelnemers: ”Regel een vaste contactpersoon als aanspreekpunt in de wijk, bijvoorbeeld een sociaal makelaar of een praktijkondersteuner. Deze kunnen de verbinding leggen tussen de medische en de sociale wereld.”
Lees meer over wat werkt bij sociaal en gezond
Tijdens een bijeenkomst bij het NCJ wisselden de visusinstructeurs uit hoe ze met behulp van de 20-20-2 leefstijlregel het groeiende probleem van bijziendheid bij kinderen kunnen aanpakken.
Per 1 mei 2024 is het bestuursmodel gewijzigd naar een raad-van-toezicht-model met vijf leden. NCJ-directeur Igor Ivakic is vanaf dit moment directeur-bestuurder van het NCJ.
Omvangrijk ziekteverzuim hangt nauw samen met zowel verminderde gezondheid als slechtere leerprestaties. Het onderzoek (regio Amersfoort) evalueerde de implementatie van de interventie MAZL in het primair onderwijs.