Blog 23 februari 2021

Jongemannenjas van onkwetsbaarheid

Hij verzuimde al langere tijd regelmatig van school en zou erg vermoeid zijn door een verstoord slaappatroon. Of ik eens met hem wilde praten. Ik prikte de afspraak een week later op dinsdag om 10 uur. Het is 10 over 10 die dinsdagochtend. Ik begin al haast te denken dat hij niet meer komt, als de deur van mijn spreekkamer langzaam open gaat. 17 jaar aan lange ledematen en ongemakkelijkheid schuifelt schoorvoetend binnen. ‘Hai Roel, goed dat je er bent. ’

Ik sta op van mijn stoel en glimlach hem breed tegemoet in de hoop dat het hem wat op zijn gemak stelt. Aanvankelijk komt het gesprek moeizaam op gang. Roel zijn antwoorden zijn kort en bondig en hij gaat oogcontact zoveel mogelijk uit de weg. Ik trek al mijn jeugdverpleegkundige skills uit de kast en zie hem voetje voor voetje een beetje ontdooien. Ik ben blij dat ik ruim de tijd kan nemen voor deze afspraak.

‘Sinds wanneer heb je last van deze slaapproblemen?’ vraag ik hem na wat omzwervingen. Hij trekt zijn schouders op in een wat achteloos gebaar. Hij kijkt me even vluchtig aan en antwoord: ‘Eigenlijk mijn hele leven al. Ik ben niet anders gewend.’ Een korte stilte. ‘Maar het gaat nu beter.’ Hij heeft zijn blik nu op mij gericht. ‘Ah, dat is fijn zeg! Heb je ook enig idee waardoor je nu beter slaapt?’ Een korte knik, een beetje gebrom en dan ‘Ja, volgens mij omdat ik nu een vriendin heb die vaak bij me slaapt. Als zij naast me ligt dan slaap ik echt veel beter.’ Ik voel ontroering. Daar zit hij dan. 17 jaar. Met een vers aangemeten jongemannenjas van stoer en onaantastbaarheid om zijn kwetsbare kern van wankel, wiebel en onveiligheid.

Dan vertelt hij me over zijn jeugd met een vader die van het ene op het andere moment, zonder vooraankondiging, voorgoed uit zijn leven verdween toen hij amper één jaar oud was. Hoe hij achterbleef met zijn ontredderde en ook wat verbitterde moeder. Een moeder die haar handen vol had aan haar eigen verdriet en gemis waardoor ze nauwelijks nog oog had voor het zijne. Voor de rouw om zijn vader en voor de angst dat ook zijn moeder plotsklaps de benen zou nemen.

In de jaren die volgden verhuisde hij, samen met zijn moeder, maar liefst 15 keer. Rond zijn tiende levensjaar zelfs drie keer binnen één jaar. Hij had zich mettertijd aangeleerd zich niet meer te hechten. Niet meer aan zijn thuis, niet meer aan zijn zoveelste school, aan zijn klas en al helemaal niet meer aan zijn klasgenoten of jongens uit de buurt. ‘Het had geen zin omdat we toch weer weg zouden gaan. Ik heb al heel lang geen vrienden meer. Nu ook niet. Ik zie er het nut ook niet van in.’ Opnieuw gaan zijn schouders kort maar krachtig op en neer en trekt hij zijn mondhoek wat opzij. De donkerte in zijn ogen raakt mij diep.

Het licht komt weer terug zodra we praten over zijn vriendin die pril maar doelgericht haar liefdevolle stappen zet in zijn leven. Hij vertelt hoe ontspannen hij zich bij haar voelt, zichzelf kan zijn en hoeveel lol ze hebben samen. Maar er is ook een andere kant. De angst om haar te verliezen en de jaloezie die hem daarbij parten speelt, kosten hem iedere dag veel energie. ‘Ach, waarom zou ze bij me blijven?’ hij richt zijn blik naar de grond. Opnieuw gaan zijn schouders de lucht in. Zijn houding straalt troosteloosheid uit. ‘Waarom zou ze gaan?’ vraag ik op mijn beurt. Dat wat ik hoor in zijn antwoord dat volgt, is niet nieuw voor me. Het gaat over minimale eigenwaarde. Het gevoel niets waard te zijn. Want tja, als je ooit als kind zo in de steek gelaten bent, waar vind je in jezelf dan het vertrouwen dat je de moeite waard bent voor die ander om bij te blijven?

Je eerste ervaringen met een relatie leggen een blauwdruk voor de relaties die je aangaat in de rest van je leven. Als je in je vroege jeugd geen veiligheid en vertrouwen hebt ervaren, wordt dat meestal ook niet ervaren in nieuwe relaties. Al is die persoon nog zo betrouwbaar. Ik geef Roel wat uitleg over die blauwdruk. Over de impact ervan en de gevoelens die daarbij kunnen komen kijken. Dat een blauwdruk op zichzelf niet meer valt te herzien, maar dat er best nog wat valt te beitelen en schaven als hij zou willen. Het ontgaat me niet dat ik steeds meer licht zie doorsijpelen aan de overkant.

Hij is de deur al door wanneer hij zich aarzelend naar me omdraait. ‘Weet u, ik wilde hier eigenlijk helemaal niet heen. Maar nu ben ik écht blij dat ik toch ben gegaan!’

Stoere jassen van onaantastbaarheid. Soms zijn ze praktisch en noodzakelijk.
Vaker nog belemmeren ze het zicht op een kwetsbare, wonderschone kern!

Over de auteur

Micha de Groot

Micha de Groot is jeugdverpleegkundige bij GGD Hollands Noorden. Het contact met ouders en kinderen kan haar op vele manieren raken, omdat het grappig, verrassend, schrijnend of ontroerend is. Deze momenten legt zij graag vast op papier, om ze te kunnen delen en de herinnering eraan levend te houden. Ook schrijft zij als personal biographer levensverhalen voor anderen (www.michaeladegroot.nl).

Lees meer over Micha de Groot

Welkom op onze nieuwe website!

Heb je een gebruikersaccount? Dan ontvang je van ons een mail om je account opnieuw te activeren.