Richtlijn: Excessief huilen (2013, multidisciplinair)

12. Optimale samenwerking-Aanbevelingen

Een groot aantal zorgveleners en instanties hebben bemoeienis met de zorg voor excessief huilende zuigelingen. Zij vervullen achtereenvolgens of gelijktijdig een rol in de prenatale periode, rond de bevalling en in de zuigelingenperiode. Volgens de Raad voor de Volksgezondheid & Zorg is ketenzorg “een samenhangend geheel van doelgerichte en planmatige activiteiten en/of maatregelen gericht op een specifieke patiëntencategorie, in de tijd gefaseerd” (Raad voor de Volksgezondheid en Zorg 1998). Kenmerkend voor ketenzorg is het samenwerken van partijen die zowel zelfstandig als afhankelijk van elkaar functioneren, en samenhangende handelingen uitvoeren, gericht op een gemeenschappelijk doel dat de afzonderlijke actoren niet op eigen kracht kunnen bereiken (Rosendal, Ahaus, Huijsman 2009). Bij het organiseren van ketenzorg rond ‘kinderen die excessief huilen’ moeten naast zorgverleners in de nulde-, eerste-, tweede- en derdelijnszorg en de controlezorg ook de achterliggende organisaties en de niet zorggerelateerde partners worden betrokken. Per regio kunnen deze in aard en aantal verschillen. De tabel Overzicht ketenpartners toont de betrokken ketenpartners.

Aanbevelingen

  • Het verdient sterke aanbeveling dat alle ketenpartners het stroomschema voor ketenzorg bij excessief huilen toepassen.
  • Het verdient aanbeveling om bij de kinderwensspreekuren, naast de risico’s van middelengebruik e.d. het belang van ontspanning en stressregulatie tijdens de zwangerschap te bespreken.
  • Het verdient aanbeveling in een gezin met een baby die veel huilt, waar meer zorgverleners betrokken zijn, de coördinatie in handen te geven van één professional (bv vanuit de JGZ of het Centrum voor Jeugd en Gezin), om 'shoppen' en langs elkaar heen werken te voorkomen.
  • Het verdient aanbeveling contact te houden met het gezin ook nadat ondersteuning op gang gekomen of afgerond is.
  • Het verdient aanbeveling om nadat de ouders hulp hebben gevraagd  binnen een tot twee dagen zorg te verlenen.
  • Het verdient aanbeveling op ieder moment dat er hulp bijgehaald wordt een goede schriftelijke overdracht te doen (vanuit verloskunde en kraamzorg naar JGZ en vanuit JGZ naar huisarts/kinderarts en overige zorgverleners en omgekeerd).
  • Het verdient aanbeveling een sluitende keten op te zetten van primaire preventie vanuit de JGZ en/of Centra voor Jeugd en Gezin naar meer gespecialiseerde behandeling voor ouders met excessief huilende zuigeling, bij wie diverse problemen tegelijk spelen.
  • Het verdient aanbeveling regionaal afspraken te maken over ketenzorg rond gezinnen met een baby die veel huilt. Voorbeelden hiervan zijn aanwezig in Amsterdam-West (rond het MOC Kabouterhuis), in Noordoost Brabant (Rose 2007) en in Eindhoven (Baby Extra).
  • Het verdient aanbeveling om mogelijke somatische oorzaken van het huilen uit te sluiten en psychiatrische en relationele problemen in een gezin met een baby die overmatig huilt, aandacht en zorg te geven.
  • Het verdient aanbeveling bij het gebruik van screeningslijsten te investeren in deskundigheidsbevordering van professionals (gesprekstechnieken, vroegsignalering, coachend begeleiden).
  • Het verdient aanbeveling video-interactie begeleiding uit te breiden en beschikbaar te maken in de JGZ, de GGZ en alle ziekenhuizen.
  • Het verdient aanbeveling de JGZ-richtlijn “Aanpak van excessief huilen bij zuigelingen” te vervangen door deze richtlijn.
  • Het verdient aanbeveling dat iedere jeugd-GGZ-instelling de specialistische zorg voor zeer jonge kinderen (Infant Mental Health) als subspecialisme ontwikkelt.
  • Het verdient aanbeveling onderzoek te doen naar de juiste structuur, werkzaamheid en kosteneffectiviteit van huilbabypoli’s in ziekenhuizen.

Excessief huilen: tabel overzicht ketenpartners betrokken bij de preventie, signalering en interventie rond excessief huilende baby’s.

Ketenpartners Eerste lijn

Eerste lijn

Tweede en derde lijn

Overig

.
  • Zwangerschapscursusdocenten
  • Intakers Kraamzorg
  • Verloskundigen
  • Kraamverzorgenden
  • Lactatiekundigen
  • Jeugdartsen
  • Jeugdverpleegkundigen 
  • Verpleegkundig specialisten 
  • Consultatiebureau-assistenten 
  • Managementteam Kraamzorg,  JGZ-afdelingen van Thuiszorginstellingen of GGD-en 
  • Management en medewerkers Bureaus Jeugdzorg 
  • Huisartsen 
  • Kinderfysiotherapeuten 
  • Kinder- en jeugdpsychologen 
  • (Ortho)pedagogen 
  • Logopedisten / ergotherapeuten 
  • (Kinder)diëtist 
  • Babymassage-docenten
  •  Verloskundigen en verpleegkundigen op de afdeling verloskunde en kinderafdeling
  • Kinderartsen 
  • Gynaecologen
  • Kinderfysiotherapeuten
  • (Ortho)pedagogen
  • Infant Mental Heatlh specialisten
  • Kinder- en jeugdpsychiaters 
  • Verpleegkundig specialisten
  • Pedagogisch medewerkers (in de ziekenhuizen) 

 

  • Opleidingen in werkgebied (b.v. ROC, HBO-V, PAOG, jeugdartsen)
  • Particuliere instituten voor zwangerschapsgym en kraamzorg
  • Management en medewerkers (medisch) kleuter/kinderdagverblijven / kindertehuizen
  • Management en medewerkers gastouderbureaus/kinderdagverblijven
  • Management en medewerkers osteopathie, chiropraxie, manuele therapie, etc.
  • Infant Mental Health Centra
  • Specialisten video-interactie begeleiding/training
  • Medewerkers opvoedwinkels

Randvoorwaarden

Bij het ondersteunen van ouders met excessief huilende baby’s en het gebruik van deze richtlijn staat samenwerking tussen beroepsgroepen centraal.

Verder worden hier expliciet als benodigde competenties genoemd:

  • Observerend en analyserend vermogen, interculturele competenties en gespreksvaardigheden;
  • Samenwerkingsafspraken kunnen maken met  partners in de jeugdketen, over overleg, communicatie via de media en verantwoordelijkheden. Verwezen wordt o.a. naar de JGZ Richtlijn Opvoedingsondersteuning.

Lees verder voor de onderbouwing.


Pagina als PDF