41. Zegt “zinnen” van 2 woorden
communicatie
Achtergronden |
|
Ontwikkelingsveld |
Communicatie (actieve taalontwikkeling). |
Psychologisch aspect |
Na de verwerving van enkele tientallen losse woorden is de volgende fase in de taalontwikkeling het combineren van twee woorden tot ‘zinnen’, bijvoorbeeld: “Papa auto”, “Poes eten”, “Jas aan”,”Mama doen”, “Pap op”, “Ook eten”. |
Onderzoekleeftijd |
|
Aanbevolen leeftijd |
24 maanden (2 jaar). |
Spreiding |
24 - 31 maanden (103 - 132 weken). |
Onderzoekmethode |
|
Uitgangspositie kind |
Niet bepaald. |
Uitvoering onderzoek |
Geen bepaalde handeling. |
Observatie |
De onderzoeker observeert of het kind zinnen van twee woorden zegt en lokt dit zo nodig uit door tegen het kind te praten. De onderzoeker observeert tevens of het kind echolalie vertoont. |
Anamnese |
Als het gewenste gedrag tijdens het consult niet kan worden geobserveerd, vraagt de onderzoeker aan de ouder: “Maakt ... zinnetjes van twee woorden?”. Zo ja: “Kunt u een voorbeeld noemen?” “Bedenkt hij zelf zinnetjes of herhaalt hij alleen wat u zegt?” |
Beoordeling |
|
Positief |
Het kind zegt zinnen van twee woorden, waarin een logische koppeling van twee begrippen tot stand wordt gebracht. De woordopbouw mag nog onvolledig zijn. |
Negatief |
Het kind produceert geen zinnen van twee woorden, die logisch zijn gekoppeld of er is uitsluitend sprake van echolalie en de ouder beantwoordt bovenstaande vraag ontkennend. |
Registratie |
+ Bij geobserveerde positieve respons. M Bij anamnestisch positieve respons. - Bij negatieve respons. |
Discipline | Alle disciplines mogen alle onderdelen doen |
Informatie over overleg / consultatie |
Indien de DA het kenmerk uitvoert mag bij een negatieve score de JV geconsulteerd worden. Indien de JV het kenmerk uitvoert moet bij een negatieve score de VS/JA geconsulteerd worden.
|
Advies | Adviseer ouders om de communicatieve ontwikkeling te stimuleren en ga daarbij in op het stimuleren van de taalontwikkeling. |
Overweging |
Bij de interpretatie van de respons moet de onderzoeker rekening houden met de kwantiteit en de kwaliteit van het taalaanbod, met de taalproductie en met de ouderkind relatie. Echolalie kan wijzen op ASS. Bij M en negatieve respons: vragen betreffende dit kenmerk van het Van Wiechentaalinstrument ('Uniforme signalering van taalachterstanden bij jonge kinderen') |
Referenties |
Bijlage 8, tabel 41. |
Dit kenmerk is ook van belang voor de handreiking 'Uniforme signalering van taalachterstanden bij jonge kinderen'.
Dit kenmerk is ook van belang voor de concept richtlijn Vroegtijdige opsporing gehoorstoornissen 0-18 jaar en de JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen.
Let op: Dit is een DIY-video voor ouders om hen te betrekken bij het onderzoek. En dient voor de professionals als audiovisuele ondersteuning bij de beschreven instructie.
Bijkomende instructie voor professionals: De onderzoeker lokt het kind uit tot een gesprek. Er mag geen sprake zijn van echolalie. De woordopbouw hoeft niet perfect te zijn.