BDS (registratie)-protocollen
Achtergrond
Een BDS-protocol geeft aanwijzingen voor de registratie van de zorg voor de jeugdige op basis van de informatiestandaard Basisdataset JGZ. Daarmee wordt de uniformiteit in de registratie bevorderd: immers iedere JGZ-professional weet wat in bepaalde situaties waar moet worden geregistreerd. Dit leidt ook tot een betere overdracht van digitale dossiers; er hoeft in een digitaal dossier minder gezocht te worden naar informatie en de continuïteit van de zorg voor de jeugdige wordt zo beter gewaarborgd.
Uniforme registratie maakt het bovendien mogelijk het DD JGZ te gebruiken als informatiebron, bijvoorbeeld voor beleidsadvisering of het gebruik van richtlijnen zowel op organisatieniveau als op landelijk niveau.
Een BDS-protocol vormt de basis voor het inregelen van de registratie in de eigen werkwijze en het eigen DD JGZ. Per organisatie is het DD JGZ immers anders ingericht. Dat betekent dat voor elk BDS-protocol een vertaalslag moet plaatsvinden naar het eigen DD JGZ.
In het BDS-protocol Algemeen staat beschreven welke gegevens van een jeugdige altijd geregistreerd moeten worden. Daarnaast worden generieke handelingen beschreven, zoals het toevoegen van een document aan een digitaal dossier.
De inhoudelijke BDS-protocollen zijn opgesteld aan de hand van kernaanbevelingen uit een richtlijn of handreiking. Zij zijn te vinden bij de respectievelijke richtlijnpagina’s.
Bekijk hier het BDS-protocol Algemeen