Richtlijn: Opvoedondersteuning (2013)

Bijlage Competenties Jeugdverpleegkundigen

Competenties jeugdverpleegkundigen

Competenties bij ‘inschatten zorgbehoefte’

Bij preventieve zorg van de jeugdverpleegkundige gaat het om:

  • het aangaan van een zorgrelatie met jeugdige en ouders c.q. opvoeders;
  • het verrichten van gestandaardiseerde preventieve onderzoeken op individueel niveau;
  • het professioneel analyseren van de signalen;
  • het inschatten c.q. ramen van de zorgbehoefte van de jeugdige en zijn/haar ouders;
  • het indiceren van risicokinderen en het opstellen van een zorgplan;
  • het selecteren van risicogroepen op basis van het inschatten van de zorgbehoefte van een populatie in het werkgebied en het opstellen van een gezondheidsprofiel op groeps- niveau;
  • het reflecteren op eigen verpleegkundig handelen;
  • het werken vanuit verschillende perspectieven.

Hierdoor ontstaat een inschatting, plan of raming voor een optimale balans tussen de invloed van risicofactoren en beschermende factoren op het gezond opgroeien van jeugdigen. Rol: zorgverlener (Mast en Pool, 2005).

Competenties bij ‘voorlichting, advies, instructie en begeleiding’

Bij het geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding aan individuele en groepen jeugdigen en ouders c.q. opvoeders gaat het om:

  • het uitvoeren van universele preventieve activiteiten voor de hele populatie;
  • het uitvoeren van selectieve preventieve activiteiten voor risicogroepen;
  • het uitvoeren van geïndiceerde preventieactiviteiten voor risicokinderen;
  • het uitvoeren van vroege interventies;
  • het verstrekken van informatie over dossiervorming, klachtenprocedures en privacy- elementen;
  • het verstrekken van informatie over het uitvoeren van (medische) handelingen;
  • het gebruiken van kennis over het motiveren en stimuleren van gedragsverandering;
  • het kiezen voor een methodiek of werkwijze die aansluit bij een individu of hele doelgroep;
  • het weten voor welke groep aanvullende groepsvoorlichting wenselijk is;
  • het outreachend kunnen werken, doelgroepen kunnen opzoeken in de wijk;
  • het bewust zijn van de soort informatieoverdracht die nodig is: voorlichting, advies, instructie of begeleiding;
  • het gebruikmaken van ondersteunend schriftelijk materiaal;
  • het zorg dragen voor een goede organisatie van de voorlichting;
  • het effectief uitvoeren van een programma;
  • het evalueren van de voorlichting op resultaat en proces.

Hierdoor wordt een gezonde verzorging, opvoeding, leefstijl en ontwikkeling bij een zo groot mogelijk aantal jeugdigen bereikt. Rol: zorgverlener (Mast en Pool, 2005).

Bij het waarborgen van de jeugdverpleegkundige deskundigheid in preventieve zorgprogramma’s gaat het om:

  • het analyseren van een lokaal, regionaal of landelijk preventief zorgaanbod;
  • het analyseren van de noodzaak van inbreng van specifieke verpleegkundige expertise;
  • het beknopt en concreet verwoorden en beschrijven van de eigen deskundigheid;
  • het kunnen samenwerken met andere disciplines;
  • het kennen van de grenzen van eigen competenties en daarmee om kunnen gaan;
  • het openstaan voor de deskundigheid van andere disciplines;
  • het feedback geven en feedback ontvangen;
  • het evalueren van de effectiviteit en efficiency van preventieve zorgarrangementen;
  • het nemen van initiatief tot kwaliteitsverbetering;
  • het bondig mondeling en schriftelijk formuleren;
  • het projectmatig en programmatisch werken;
  • het verpleegkundig onderdeel toetsen aan wetgeving;
  • het gebruikmaken van expertise van de doelgroep;

Hierdoor wordt de te verlenen preventieve zorg efficiënter en effectiever uitgevoerd en is deze afgestemd op de actuele behoefte van de doelgroep. Rol: ontwerper (Mast en Pool, 2005).

 


Pagina als PDF