Richtlijn: Opvoedondersteuning (2013)

3. Taken van de JGZ-professional en CJG-kernpartners-Aanbevelingen

Voor het beantwoorden van de uitgangsvraag is gebruikgemaakt van zogenoemde grijze literatuur. Hier hebben we vooral landelijke (Nederlandse) rapporten over dit thema gebruikt van onder andere de beroepsverenigingen, de overheid en de kennisinstituten. Dit hoofdstuk is gebaseerd op wetenschappelijk en praktijkonderzoek. De mate van bewijs is D (mening van deskundigen).

Aanbevelingen

De werkgroep beveelt aan dat:

1.  Er gewerkt wordt aan de continuïteit, bekendheid en vertrouwensband van de JGZ wanneer het kind naar school gaat. Voor ouders van schoolgaande kinderen gaat de JGZ desgewenst op school ondersteuning bieden of direct vanuit school hulp en zorg inschakelen. Hiermee wordt ook gewaarborgd dat gezinnen en kinderen – indien nodig – een passend en op elkaar afgestemd zorg- en onderwijsaanbod krijgen en ondersteund worden door voor hen al betrouwbare professionals. Een eerste stap is het invoeren van een extra contactmoment voor adolescenten vanaf 14 jaar, wat nu in voorbereiding is.

2.  De jeugdarts, schoolmaatschappelijk werker, jeugdverpleegkundige en gedragwetenschapper standaard participeren in de zorg- en adviesteams op iedere school.

3.  De continuïteit van zorg geregeld wordt, met continue beschikbaarheid en bekendheid van JGZ- respectievelijk CJG-professionals voor gezinnen in de periode van kinderen van 0-12 jaar, waarbij de doorgaande lijn wordt versterkt.

4.  De JGZ met alle andere partners van het CJG voor de coördinatie van zorg werkt volgens de aanpak van één gezin, één plan en dat deze aanpak verder methodisch doorontwikkeld wordt.

5.  De JGZ standaard geïnformeerd wordt:
     A. op het moment dat Bureau Jeugdzorg een indicatiebesluit afgeeft;
     B. op het moment dat de geïndiceerde zorg start en eindigt;
     C. bij de start en afsluiting van kinderbeschermingsmaatregelen;
     D. op het moment dat er een onderzoek door het AMK wordt uitgevoerd en bij afsluiting van dat  onderzoek. De JGZ informeert ook standaard diegenen die naar haar verwijzen over het resultaat van de hulp, uiteraard altijd met toestemming van de ouders.
     E. Als er sprake is van hulp en zorg professionals samen met ouders (en jeugdigen) doelen vaststellen en samen kijken hoe de ondersteuning wordt opgezet en welke partners eventueel    betrokken zijn of moeten worden bij de ondersteuning.
     F. Bij de doorontwikkeling van deze richtlijn Opvoedingsondersteuning alle bij het CJG betrokken   beroepsverenigingen van meet af betrokken worden.

Lees verder voor de onderbouwing


Pagina als PDF