Richtlijn: Huidafwijkingen (2012)

Verklarende woordenlijst

Binnen de efflorescenties wordt onderscheid gemaakt tussen primaire (door de huidafwijking zelf) en secundaire efflorescenties (door de klachten die de huidafwijking geeft, zoals krabeffecten (excoriaties) door het krabben ten gevolge van de jeuk bij eczeem).

  • Primaire efflorescenties zijn:  macula (vlek), urticaria (galbult/netelroos), papel (kleine verhevenheid), vesikel (kleine blaar), bulla (blaar), tumor (zwelling).
  • Secundaire efflorescenties zijn:  squamae (schilfering), crusta (korst), excoriatie (krabeffect), fissuur (rhagade/kloof), ulcus (wond), cicatrix (litteken).

PROVOKE

  • P: plaats - waar op het lichaam
  • R: rangschikking - aantal en verdeling van de plekken
  • O: omvang - grootte van de individuele plekken
  • V: vorm van de plek
  • O: omtrek (begrenzing)
  • K: kleur 
  • E: efflorescentie

O = beschrijving van omvang/grootte/vorm

  • nummulair - muntgroot (rond)
  • lenticulair - druppelgroot (linzengroot)
  • miliair - puntgroot
  • arciform - boogvormig
  • annulair - ringvormig
  • polycyclisch - uit meerdere ronde vormen bestaand
  • gegyreerd - als slingerende linten
  • reticulair - netvormig
  • polygonaal - veelhoekig

Beschrijving van het oppervlak

  • squameus - schilferend
  • crusteus - met korsten (van bv wondvocht) bedekt
  • papillomateus - bloemkoolachtig, wratachtig
  • hyperkeratotisch - toegenomen hoornlaag
  • gelichenificeerd - verdikte huid met vergroving van de huidstructuur

K = beschrijvingen van kleur

  • gehyperpigmenteerd - toegenomen pigment
  • gehypopigmenteerd - afgenomen (dus minder) pigment
  • gedepigmenteerd - ontbrekend (geheel geen) pigment
  • erythemateus - rood, wegdrukbaar (bloedcellen in de haarvaten)
  • purpureel - rood, niet wegdrukbaar (bloedcellen buiten de haarvaten of gestold)

e = efflorescenties

  • atrofie - inzinking, dunnere plaats van de huid
  • bulla - blaar, groter dan 1 cm
  • enantheem - uitslag op de slijmvliezen
  • erosie - oppervlakkige beschadiging van de huid (zonder zichtbare bloeding)
  • erytheem - roodheid van de huid, t.g.v. vaatverwijding en bloedovervulling
  • erythemateus - met roodheid van de huid
  • exantheem - huiduitslag
  • excoriatie - beschadiging van epidermis en opperste deel van de dermis, zoals bij een schaafwond
  • fissuur/rhagade - kloof, scheur, inscheuring van de huid
  • hyperkeratose - sterke verhoorning van de opperhuid
  • kwaddel/urtica - licht verheven jeukend huidoedeem, kleiner dan 1 cm (galbult)
  • macula - vlek met kleurverandering in het niveau van de huid (niet verheven)
  • maculopapuleus - bestaande uit kleurverandering en kleine knobbeltjes
  • nodulus - knobbeltje/zwelling in of onder de huid, kleiner dan 1 cm
  • nodus - als nodulus, maar dan groter dan 1 cm
  • papel (papula) - bultje of verhevenheid van de huid, kleiner dan 1 cm
  • pityriasiforme schilfering - zeer fijne, zemelachtige schilfering
  • plaque - solide, vlakke of verheven plek, groter dan 1 cm
  • purpura - bloeduitstortingen (niet wegdrukbaar)
  • pustel (pustula) - puist (zichtbare holte gevuld met pus), kleiner dan 1 cm
  • rhagade - zie fissuur
  • sclerose - littekenachtige verharding van de huid
  • seborrhoïsch - geel, vettige schilfering (verhoogde afscheiding van het huidsmeer vermengd met huidschilfers)
  • squameus - schubachtig (door afschilfering of vervelling gevormde schubjes in de bovenste huidlagen)
  • teleangiëctasie - blauwe of rode vlek ontstaan door blijvende verwijding van bloedvaten (wegdrukbaar)
  • tumor - zwelling
  • ulcus (mv.: ulcera) - zweer
  • urtica - zie kwaddel
  • verruca - wrat
  • vesicula - blaasje, kleiner dan 1 cm
  • vesiculopustuleus - bestaande uit blaasjes en puisten

Pagina als PDF