Richtlijn: Houding en bewegen (2020)

Onderbouwing

Methoden

Voor de beantwoording van de uitgangsvraag ‘’Welke bewezen effectieve interventies voor houdings- en bewegingsafwijkingen moeten JGZ-professionals toepassen bij ouders en jeugdigen per leeftijdsgroep, leefstijl en culturele achtergrond?’’ is gebruik gemaakt van een Nederlandse database voor sport- en beweeginterventies. Er zijn in april van 2019 acht interventies beschikbaar in de leeftijdscategorie 0 t/m 17 jaar uit de database Sport- en beweeginterventies [50] waar aanwijzingen zijn voor eerste, goede of sterke aanwijzingen hebben voor effectiviteit [51]. In bijlage 4 zijn een aantal voorbeeldinterventies opgenomen. Naast deze effectieve interventies zijn er 39 interventies (april 2019) van het niveau “goed onderbouwd”. Gezien de hoeveelheid interventies en het feit dat deze lijst in deze richtlijn niet actueel kan worden gehouden, zijn deze interventies niet opgenomen in dit hoofdstuk. Raadpleeg de database voor de actuele lijst van beschikbare interventies.
Er zijn op dit moment geen interventies die eerste, goede of sterke aanwijzingen hebben voor effectiviteit op het gebied van houding. Een interventie gericht op houding is ‘’Zit met Pit’’. Deze interventie wordt beoordeeld als goed beschreven.

Kwaliteit van bewijs

Op de website van Kenniscentrum Sport & Bewegen staat een overzicht van sport- en beweeginterventies. De interventies zijn beoordeeld in de categorieën:

  • Sterke aanwijzingen voor effectiviteit. Beoordeling door erkenningscommissie van effecten o.b.v. bewijskracht (afhankelijk van type en aantal onderzoeken).
  • Goede aanwijzingen voor effectiviteit. Beoordeling door erkenningscommissie van effecten o.b.v. bewijskracht (afhankelijk van type en aantal onderzoeken).
  • Eerste aanwijzingen voor effectiviteit. Beoordeling door erkenningscommissie van effecten o.b.v. bewijskracht (afhankelijk van type en aantal onderzoeken).
  • Goed onderbouwd. Beoordeling door erkenningscommissie van basiscriteria en (theoretische) onderbouwing.
  • Goed beschreven. Beoordeling door praktijk-panels van basiscriteria (doelen, doelgroep, aanpak en randvoorwaarden)

Voor het onderwerp bewegen zijn de interventies met eerste tot sterke aanwijzingen voor effectiviteit meegenomen. Voor het onderwerp houding zijn ook de interventies in categorie vier en vijf meegenomen, gezien het beperkte aantal interventies op dit gebied.

Conclusies uit de literatuur

Bewezen effectieve interventies voor houdings- en bewegingsafwijkingen

Bewijsniveau Conclusie
- In Nederland worden effectieve interventies opgenomen in de interventiedatabase van Kenniscentrum Sport & Bewegen. Om deze reden is er geen aanvullend literatuuronderzoek gedaan

Onderbouwing

De JGZ adviseert en stimuleert scholen, voorschoolse en naschoolse opvang over het gebruik van bewezen effectieve beweeg- en houding interventies zoals deze benoemd zijn in dit thema. De JGZ verwijst hen naar de website van Kenniscentrum Sport & Bewegen voor meer informatie. Daarnaast kan de JGZ een actieve, adviserende rol spelen naar scholen, de sportsector en andere beweegaanbieders (zie thema 5. Samenwerking) om haar kennis over de ontwikkeling en groei van de jeugdige in relatie tot bewegen te verspreiden[47]. In bijlage 4 worden een aantal interventies uitgelicht.
In een systematische review werd geconcludeerd dat er sterk bewijs is voor het positieve effect van schoolgebonden interventies op de lichamelijke activiteit bij kinderen en adolescenten [52]. Deze conclusies zijn gebaseerd op vier systematische reviews gepubliceerd na 2006. Lichamelijk activiteit in de schoolomgeving lijkt niet alleen te leiden tot een toename van lichamelijke beweging op school, maar lijkt ook gepaard te gaan met een toename van buitenschoolse lichamelijke beweging en algemene lichamelijke beweging. Er is enig bewijs dat interventies op school positieve effecten kunnen hebben op aerobe fitheid, hoewel dit bewijs zwakker is.

In een meta-analyse kwam naar voren dat interventies om lichamelijke activiteit te bevorderen een klein tot matig effect hebben op de algemene fysieke activiteitsniveaus van kleuters en een matig effect op hun niveau van matig tot intensieve inspanning [53]. Interventies waren gericht op lichamelijke activiteiten (extra tijd voor lichamelijke activiteit in het curriculum), educatie (schoolmateriaal of sessies over beweging), en omgevingsfactoren (bijvoorbeeld veranderingen in de speeltuin).

Achtergrond werkzame elementen interventies
In opdracht van het RIVM Centrum Gezond Leven heeft TNO een factsheet ontwikkeld met werkzame elementen van voeding- en beweeginterventies [54]. De beste combinatie bij het ontwikkelen van een interventie is:

  1. Informeren over de link tussen gedrag en gezondheid;
  2. Informeren over de voor-en nadelen van een actie; en
  3. Gebruik maken van afspraken na afloop van een interventie.

Een ander werkzaam element is het stimuleren van reflectie op eigen gedragsdoelen. Als laatste zorgde de combinatie van het geven van instructies en feedback geven op prestaties ervoor dat interventies effectiever waren dan gemiddeld.


Pagina als PDF