Richtlijn: Heupdysplasie (2018)

Totstandkoming richtlijn

Werkwijze

De eerste stap in de ontwikkeling van de JGZ-richtlijn betrof de inventarisatie van knelpunten rondom de screening op DDH door de JGZ en de bijbehorende voorlichting en begeleiding2. Aan deze inventarisatie namen de volgende disciplines deel: 2 jeugdartsen, een jeugdverpleegkundige, een verpleegkundig specialist, een stafarts jeugdgezondheidszorg, een bestuurslid van de Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling (VAH), een kinderfysiotherapeut, 2 orthopedisch chirurgen met aandachtsgebied kinderorthopedie en een huisarts. De knelpunten zijn geanalyseerd en geprioriteerd. Uiteindelijk zijn 10 uitgangsvragen beschreven, waar de nieuwe JGZ-richtlijn Heupdysplasie antwoord op geeft.

De richtlijn is ontwikkeld volgens de methode van evidence-based richtlijnontwikkeling (EBRO)60. De volgende stappen zijn daarbij gezet. Na het vaststellen van de uitgangsvragen is een projectomgeving ingericht. De projectomgeving wordt gevormd door een projectgroep, een werkgroep, een indicatoren referentengroep, een klankbordgroep en 4 JGZ-organisaties die aan de praktijktest deelnemen. De projectgroep- en werkgroepleden hebben de uitgangsvragen aangescherpt en definitief vastgesteld. Daarbij is ook bepaald of de uitgangsvraag evidence-based kan worden beantwoord of dat een practice-based benadering nodig is. De projectgroep heeft vervolgens richtlijnteksten geschreven. Op basis van het beschikbare bewijs in de wetenschappelijke literatuur, grijze literatuur (waaronder bestaande richtlijnen), handboeken en expertopinie, zijn concrete aanbevelingen geformuleerd voor de praktijk. De richtlijnteksten zijn meerdere keren door de werkgroep becommentarieerd. De klankbordgroep heeft de richtlijnteksten daarna van commentaar voorzien en aangevuld. In oktober 2016 is een eerste conceptversie vastgesteld. Deze is voorgelegd aan de Richtlijn Advies- en Autorisatie Commissie (RAC) van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) en ZonMw in december 2016. Naar aanleiding van de opmerkingen vanuit de RAC is de inhoud van de richtlijn opnieuw bijgesteld en is een versie vastgesteld waarmee een praktijktest kan worden uitgevoerd. In februari tot en met april 2017 is de definitieve conceptrichtlijn getest bij 4 praktijkorganisaties.

Projectgroep

De projectgroep is verantwoordelijk voor het organiseren van de bijeenkomsten van de werk- en klankbordgroep en het schrijven van de richtlijntekst. De projectgroep wordt gevormd door de volgende personen:

  • Magda Boere-Boonekamp, arts Maatschappij en Gezondheid, senior onderzoeker bij Universiteit Twente;
  • Annelies Broerse, bewegingswetenschapper en psycholoog, senior onderzoeker en projectleider bij TNO, afdeling Child Health;
  • Jacqueline Deurloo, arts Maatschappij en Gezondheid, jeugdarts, wetenschappelijk medewerker bij TNO, afdeling Child Health; tevens werkzaam bij GGD Hollands Noorden;
  • Annemieke Konijnendijk, gedragswetenschapper, onderzoeker bij Universiteit Twente;
  • Caren Lanting, arts en epidemioloog, senior onderzoeker en projectleider bij TNO, afdeling Child Health. 

Werkgroep

De werkgroep was verantwoordelijk voor de inhoud van de richtlijn. Bij de formatie van de werkgroep is gelet op een goede balans tussen wetenschappers, JGZ-professionals, inhoudelijke deskundigen en afgevaardigden van de Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling (VAH). Bij de selectie van JGZ-professionals is rekening gehouden met verschillen in diversiteit van de populatie waarmee zij werken. De volgende 9 personen namen deel aan de werkgroep:

  • Liesbeth Achterberg, Jeugdarts KNMG in de JGZ 0-4, werkzaam bij Icare Jeugdgezondheidszorg tot 31-12-2015 en sinds 1-1-2016 bij Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM); afgevaardigde namens Jeugdartsen Nederland (AJN);
  • Margret Foreman-van Drongelen, Jeugdarts KNMG met staftaken en met aandachtsgebied DDH en tevens heupechografist, werkzaam bij ZuidZorg en Diagnostiek voor U (eerstelijns diagnostisch centrum); afgevaardigde namens AJN;
  • Sanne Hamer, verpleegkundig specialist, werkzaam bij Icare Jeugdgezondheidszorg; afgevaardigde namens Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN);
  • Renske Pereboom, ervaringsdeskundige en secretaris van de VAH; afgevaardigde namens VAH;
  • Sandra Prins, kinderarts en neonatoloog, werkzaam bij VU Medisch Centrum; afgevaardigde namens Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK);
  • Renée van der Sluijs, arts maatschappij en gezondheid met aandachtsgebied DDH, werkzaam bij GGD regio Utrecht; afgevaardigde namens AJN;
  • Anne Smets, kinderradioloog, werkzaam bij Academisch Medisch Centrum-Universiteit van Amsterdam (AMC-UvA); afgevaardigde namens Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR);
  • Merel van Veen-Wagensveld, ervaringsdeskundige en bestuurslid VAH; afgevaardigde namens VAH;
  • Adhiambo Witlox, orthopedisch chirurg met aandachtsgebied kinderorthopedie, werkzaam bij Maastricht UMC+ en bestuurslid van de Werkgroep Kinderorthopaedie Nederland (WKO); afgevaardigde namens WKO.

De werkgroep is 4 keer bij elkaar gekomen. In de eerste bijeenkomst (november 2015) is het eerste deel van de uitgangsvragen aangescherpt. In de tweede bijeenkomst (december 2015) zijn de aangescherpte uitgangsvragen vastgesteld en de overige nog niet besproken uitgangsvragen aangescherpt en tevens vastgesteld. Vervolgens vond in februari 2016 een schriftelijke meeleesronde plaats waarbij concept richtlijnteksten zijn becommentarieerd. De commentaren zijn verwerkt in een nieuwe versie van de richtlijntekst, die tijdens de derde werkgroepbijeenkomst (maart 2016) is behandeld. In deze derde werkgroepbijeenkomst is daarnaast input gevraagd op uitgangsvragen die practice-based worden beantwoord. De vierde werkgroepbijeenkomst (september 2016) stond in het teken van bespreking en goedkeuring van het definitieve concept van de richtlijn voor gebruik in de praktijktest.

Alle leden van de werkgroep hebben een belangenverklaring ingevuld. Eén van de werkgroepleden is werkzaam bij Diagnostiek voor U, een eerstelijns diagnostisch centrum, en verricht daar heupecho’s bij jonge zuigelingen. Verder had geen van de werkgroepleden belangen die van belang zijn voor het ontwikkelen van de JGZ-richtlijn Dysplastische heupontwikkeling.

Klankbordgroep

De klankbordgroep was verantwoordelijk voor het becommentariëren en aanvullen van conceptteksten vanuit ieders eigen ervaring en expertise. De klankbordgroep heeft schriftelijk gereageerd in augustus 2016. De reacties van de klankbordgroep zijn verwerkt door de projectgroep en besproken met de werkgroep.

De klankbordgroep bestond uit de volgende personen:

  • Rosa de Boer, kinderfysiotherapeut en klinisch epidemioloog, namens Nederlandse Vereniging voor Kinderfysiotherapie (NVFK)
  • Eric Boldingh, revalidatiearts, werkzaam bij Tyltylcentrum “De Witte Vogel”, Sophia Revalidatie
  • Leonie Graat, jeugdverpleegkundige, werkzaam bij GGD Hart voor Brabant
  • Bianca Klein, CB-assistente, werkzaam bij Icare jeugdgezondheidszorg
  • Bart Looman, programmamanager Jeugd, Pharos (Expertisecentrum Gezondheidsverschillen)
  • Davey van der Moolen, jeugdverpleegkundige, werkzaam bij Icare jeugdgezondheidszorg
  • Irina de Niet-Muravjova, jeugdarts KNMG, werkzaam bij JGZ Kennemerland
  • Sjoerd Verwaaijen, Orthopedisch adviseur OIM orthopedie, namens Nederlandse Beroepsvereniging Orthopedisch Technologen (NBOT)
  • Laura de Vries, huisarts en wetenschappelijk medewerker bij het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)
  • Melinda Witbreuk, orthopedisch chirurg met aandachtsgebied kinderorthopedie, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis/VU Medisch Centrum en voorzitter van de WKO

JGZ-organisaties die deelnamen aan de praktijktest

De JGZ-organisaties die deelnamen aan de praktijktest waren verantwoordelijk voor het testen van de richtlijn in de praktijk en het aansluiten van de richtlijn bij het werkveld. Het betrof de volgende JGZ-organisaties:

  • TWB Thuiszorg met Aandacht;
  • Zuidzorg;
  • JGZ Zuid Holland West;
  • GGD Groningen.

Pagina als PDF