Richtlijn: Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Onderbouwing

Uitgangsvragen

  1. JGZ-werkers weten niet naar welke discipline zij in welke situatie moeten verwijzen.
  2. In welke situatie moeten JGZ-werkers naar wie verwijzen en welke interventies zijn daar beschikbaar?
  3. Wie kunnen JGZ-werkers in welke situatie consulteren om te overleggen over een kind?

Taken preventie, signaleren en oplossen van slaapproblemen binnen de JGZ

In het vernieuwde basispakket voor de JGZ dat per 1 januari 2015 van kracht is, staat beschreven dat het een taak is van de JGZ om het functioneren van de jeugdige te beoordelen. Hieronder valt tevens het beoordelen van de slaap. Daarnaast staat beschreven dat voorlichting, advies, instructie en begeleiding dient plaats te vinden, bijvoorbeeld op het gebied van slapen. Dit heeft tot doel de eigen kracht van ouders en jeugdigen te versterken en problemen te normaliseren. Het geven van voorlichting over normaal slaapgedrag, preventie van slaapproblemen, het signaleren van slaapproblemen en interventie bij slaapproblemen valt  ook binnen de taak van het bieden van opvoedondersteuning. In de JGZ-richtlijn Opvoedondersteuning staat de uitgebreide taakomschrijving wat betreft opvoedondersteuning in afstemming met de kernpartners in het CJG of wijkteam (algemeen en schoolmaatschappelijk werk, gedragswetenschapper etc.).

Taken preventie, signaleren en oplossen van slaapproblemen buiten de JGZ

Huisartsen
Soms raadplegen ouders de huisarts bij slaapproblemen.1  Vanuit hun medische professie zijn de mogelijkheden van huisartsen om kinderen met slaapproblemen te begeleiden via een gedragsmatige aanpak beperkt. Wel kunnen huisartsen meedenken over een medische oorzaak en kennen zij vaak de context van het gezin. Daarnaast kunnen huisartsen doorverwijzen als zij zelf onvoldoende kennis en expertise hebben. Voor huisartsen is ten aanzien van volwassenen de NHG-Standaard Slaapproblemen en slaapmiddelen (tweede herziening) opgesteld. Deze standaard gaat niet over slaapproblemen bij kinderen.

Medewerkers voorschoolse voorzieningen (peuterspeelzalen, kinderopvang, gastouders) en leerkrachten
Pedagogisch medewerkers van peuterspeelzalen en kinderopvang en leerkrachten verkeren in een goede positie om vermoeidheid bij kinderen te signaleren. Pedagogisch medewerkers en leerkrachten  zijn voor ouders een belangrijke gesprekspartner als het met hun kind niet goed gaat op de opvang of op school. Doel van een oudergesprek is meestal om meer inzicht te krijgen in de achtergronden van de gesignaleerde problemen, ervaringen uit te wisselen over hoe het kind zich op school en thuis gedraagt en afspraken te maken over de aanpak van het probleem. In overleg met de ouders, kunnen pedagogisch medewerkers en leerkrachten contact opnemen met de JGZ om de begeleiding en aanpak op elkaar af te stemmen. Bij meer complexe situaties kunnen de problemen van het kind ingebracht worden in de interne zorgstructuur op scholen, zoals het zorg- en adviesteam (ZAT), ondersteuningsteam van de school (OT) of bovenschools ondersteuningsteam (Blokland, 2010).

Ondersteuning bij slaapproblemen via internet
Online opvoedingsondersteuning verdient aparte vermelding. Het is een vorm van hulpverlening waarbij ouders via internet informatie, advies of ondersteuning krijgen.  ‘Digitale’ ondersteuning bij slaapproblemen is een vorm van online hulpverlening die door verschillende instellingen gegeven wordt. De laatste jaren verschijnen er steeds meer websites over slaapproblemen voor ouders, waarbij het streven is de betrouwbaarheid van de informatie te vergroten. JGZ professionals kunnen ouders wijzen op bruikbare en betrouwbare websites:

 

  • opvoeden.nl
    Informatie en advies voor ouders over slaap van kinderen van baby tot jong volwassene.
  • cjg.nl
    Informatie en advies voor ouders over slaap van kinderen van baby tot jong volwassene.

 Slaapcentra
In Nederland is een aantal slaapcentra. In slaapcentra worden volwassenen en kinderen onderzocht en behandeld voor hun slaap- en/of waakstoornissen. Vaak is er een multidisciplinair behandelteam dat kan bestaan uit (kinder)neurologen, psychologen, psychiaters, fysiologen, orthopedagoog, kindergeneeskundigen, longgeneeskundigen, somnologen, etc. Om de slaapproblemen in kaart te brengen, beschikken slaapcentra over een breed pakket aan onderzoeksmethoden. Het behandelteam biedt vervolgens een behandeling aan die bij de patiënt past. Bij kinderen waar geen onderliggende lichamelijke problemen een rol spelen, bestaat de behandeling uit het veranderen van aangeleerd, voor slaap ongunstig, gedrag. Er kan cognitieve gedragstherapie worden toegepast waarbij kinderen leren ‘negatieve gedachten omtrent het slapen’ om te zetten in ‘positieve gedachten’ of in ‘slaap bevorderend gedrag’. Soms worden slaapproblemen van kinderen veroorzaakt door de interacties  tussen ouders en hun kind. In dat geval wordt deze ouders  pedagogische hulp aangeboden. Indien nodig wordt overlegd met verwijzers en andere kinderspecialisten.

Een specialist uit een ziekenhuis of een huisarts kan doorverwijzen naar een slaapcentrum. Een jeugdarts of verpleegkundig specialist kan rechtstreeks verwijzen.  Meestal gebeurt dit als:

De oorzaak van het slaapprobleem niet achterhaald kan worden
Behandeling door een andere professional geen effect heeft
Meerdere (medisch) specialismen nodig lijken voor de behandeling, bijvoorbeeld als er sprake is van een ontwikkelingsstoornis, leerstoornis, gedragsprobleem, of medische/psychiatrische aandoeningen, of bij psychiatrische problematiek bij ouders
Er behoefte is aan een second opinion


Bezoek de website www.kindenslaap.com voor een actuele lijst van Slaap-waakcentra binnen Nederland.

Multidisciplinaire poliklinieken voor slaapstoornissen bij kinderen

Poliklinieken met specifieke aandachtsgebieden binnen de kinderslaapgeneeskunde


Pagina als PDF