Richtlijn: Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Totstandkoming Richtlijn

Werkwijze
Bij de start van het project is een denktank, bestaande uit vertegenwoordigers van Jong Florence en GGD Haaglanden en richtlijnontwikkelaars van TNO, bij elkaar gekomen om overstijgend mee te denken over verschillende richtlijnen.

In de eerste werkgroepvergadering (november 2014) zijn alle uitgangsvragen doorgenomen. Per uitgangsvraag is gekeken of deze samen kon gaan met een andere uitgangsvraag, welke in de inleiding beantwoord dienen te worden, welke artikelen en auteurs bij dat thema belangrijk zijn, welke vragen naast evidence based ook een practice based benadering verdienen, welke alleen practice based beantwoord kunnen worden en welke zoektermen in ieder geval gebruikt moesten worden. Daarnaast is er ook inhoudelijk gesproken over de uitgangsvragen. Hiermee waren de uitgangsvragen definitief vastgesteld. De richtlijn is ontwikkeld volgens de methode van evidence based richtlijnontwikkeling (EBRO) (CBO Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg, 2007). De basis voor de richtlijn is een samenvatting van het beschikbare bewijs in de wetenschappelijke literatuur. Op basis hiervan zijn aanbevelingen geformuleerd voor de praktijk. De eerste versies van de richtlijn zijn besproken tijdens de werkgroepbijeenkomsten in maart en juni 2015. Tijdens deze bijeenkomsten werd de inhoud besproken en bediscussieerd.

In juni 2015 is de eerste conceptversie van de richtlijn voorgelegd aan de klankbordgroep. De commentaren zijn verwerkt en over details heeft nader overleg plaatsgevonden met enkele experts. In juli 2015 is de tweede conceptversie opgesteld. Deze is voorgelegd aan de RAC van het NCJ en ZonMw.

In september 2015 is in samenwerking met het NCJ het BDS protocol opgesteld. Naar aanleiding van de feedback op deze conceptversie is in november 2015 een derde conceptversie opgesteld voor de praktijktest en landelijke commentaarronde (november 2015 – februari 2016). De feedback die werd verzameld tijdens de praktijktest (zie rapportage1) en landelijke commentaarronde werd voorgelegd aan de werkgroep tijdens twee bijeenkomsten in april en mei 2016. Hierna is in juni 2016 een vierde conceptversie opgesteld die in een schriftelijke ronde is voorgelegd aan de werkgroep en de klankbordgroep. In augustus 2016 werd de vijfde conceptversie opgesteld die is voorgelegd aan de RAC van het NCJ en ZonMw.

In juni 2016 werden conceptindicatoren ontwikkeld. In juli 2016 werden de conceptindicatoren voorgelegd aan de indicatorenwerkgroep. In augustus 2016 werd een conceptrapport voor de indicatoren opgesteld. Zie rapportage.

In november 2016 werd het BDS protocol aangepast en voorgelegd aan de BDS redactieraad van het NCJ. Ook werd de richtlijn, naar aanleiding van de feedback van de RAC van het NCJ, aangepast en voorgelegd aan de werkgroep en enkele experts uit de klankbordgroep. De zesde conceptversie werd opgesteld en voorgelegd aan de RAC van het NCJ  en ZonMw ter autorisatie.


Werkgroep en Klankbordgroep
Bij de formatie van de werkgroep is gelet op een goede balans tussen wetenschappers, inhoudelijke experts en uitvoerende JGZ professionals.Noot De werkgroep bestond uit 12 personen:

Werkgroep

  • Drs. Regine van Riemsdijk, afgevaardigde AJN , jeugdarts KNMG, werkzaam bij GGD Hart voor Brabant.
  • Drs. Ellen Reurslag, jeugdarts GGD Zaanstreek Waterland.
  • Karin Verheijen, jeugd/stafverpleegkundige JGZ Zuid Holland West
  • Elly Driessen, afgevaardigde NVDA, doktersassistente bij de GGD Gelderland Zuid. 
  • Margreet de Ruiter, stafverpleegkundige JGZ (0-19 jaar) GGD Gelderland-Zuid en afgevaardigde V&VN vakgroep Jeugd.
  • Betty Bakker-Camu MSc, beleidsmedewerker/ projectleider bij Vitras/GGD Regio Utrecht, Klinisch Gezondheidswetenschapper afstudeerrichting verplegingswetenschap, expert op gebied van slaap en preventie slaapproblemen van jonge kinderen. Buitenpromovendus preventie van slaapproblemen bij jonge kinderen. Tevens vertegenwoordiger V&VN vakgroep Jeugd. 
  • Prof Frits Boer, emeritus hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie AMC, specialist ontwikkelingspsychopathologie en slaapproblemen.
  • Dr. Hans Hamburger, neuroloog, somnoloog, hoofd van het Amsterdam WaakSlaapCentrum en voorzitter van de Nederlandse vereniging voor Slaap- en Waak Onderzoek (NSWO). 
  • Dr. Kristiaan van der Heijden, universitair hoofddocent bij Universiteit Leiden, Voorzitter PR-commissie en bestuurslid bij de NSWO.
  • Drs. Daniëlle Hendriks, orthopedagoog-generalist en somnoloog, MCH Westeinde, afdeling Centrum voor slaap- en waakstoornissen, afdeling kind.
  • Marijke van Noort, lactatiekundige IBCLC, afgevaardigde Nederlandse vereniging lactatiekundigen (NVL).
  • Edwin Bos, ouder.

Vanuit TNO zijn daar de volgende mensen bij aangesloten:

  • Drs. Maaike Beltman, bioloog, onderzoeker/ projectleider en teamcoördinator bij TNO.
  • Drs. Eline Vlasblom, onderzoeker, richtlijnontwikkelaar, slaapdeskundige.
  • Dr. Bregje van Sleuwen, onderzoeker, richtlijnontwikkelaar, slaapdeskundige. Sinds 2016 werkzaam bij Bernhoven.
  • Dr. Monique L’Hoir, onderzoeker, richtlijnontwikkelaar, slaapdeskundige. Sinds 2016 werkzaam bij GGD Noord- en Oost-Gelderland en Wageningen University & Research.

Klankbordgroep

  • Dr. Ed de Bruin, Universiteit van Amsterdam, Onderzoeker, ontwikkelde een innovatief programma om jongeren met slaapklachten te behandelen.
  • Drs. Zamire Damen-van Beek, huisarts, vertegenwoordiger NHG. 
  • Dr. Adele Engelberts, vertegenwoordiger NVK, kinderarts Zuyderland Ziekenhuis Sittard-Geleen.
  • Dr. Sigrid Pillen, vertegenwoordiger NVK, kinderneuroloog Kempenhaeghe, expertisecentrum epileptologie, slaapgeneeskunde en neurologische leer- en ontwikkelingsstoornissen.
  • Lianne Verstraten, stafverpleegkundige GGD Gelderland Midden.
  • Marjolein Keij, vertegenwoordiger Pharos, jeugdverpleegkundige.
  • Cliënten participatie

Bij de ontwikkeling van de richtlijn is rekening gehouden met het patiënten perspectief. Edwin Bos, ouder, heeft een actieve bijdrage geleverd aan de werkgroep.

Daarnaast zijn er twee focusgroepen uitgevoerd. Een focusgroep met ouders en een focusgroep met jongeren. In de rapportage van de praktijktest is een uitgebreid verslag van deze focusgroepen te vinden.1

NOOT
Een afgevaardigde van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) werd op het moment van het indienen van de aanvraag uitgenodigd voor de werkgroep en hier werd door het NIP gehoor aan gegeven. Het NIP heeft gedurende het project echter besloten niet langer mee te werken aan de richtlijn. Het NIP stelde dat “de inhoudelijk deskundige die vanuit het NIP (sectie Het Jonge Kind) heeft meegelezen constateert dat de concept-richtlijn onvoldoende rekening houdt met de huidige kennis en wetenschap over hechting, sensitief ouderschap, en wat normaal slaapgedrag is bij baby’s”.

De voorgestelde aanpassingen door het NIP werden door de werkgroep kritisch bekeken. Een aantal voorgestelde aanpassingen konden worden overgenomen. Naar aanleiding van deze discussie en omdat vanuit de praktijktest bleek dat er bij JGZ professionals behoefte was aan meer informatie over dit onderwerp werd de bijlage “Sensitief opvoeden en een kind dat niet slaapt” opgenomen in de richtlijn. Een afgevaardigde van de Nederlandse Vereniging voor Gezondheidszorgpsychologie is gevraagd de laatste conceptversie van de richtlijn te beoordelen. Deze afgevaardigde geeft aan dat er zorgvuldig is gekeken naar de effecten van (ongemodificeerde) uitdoving op hechtingsstijl van kinderen en onderschrijft daarmee de aanbevelingen in de richtlijn.

Referenties

1. Vlasblom E, Beltman M. Rapportage Praktijktest richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen. TNO, Leiden. 2016.


Pagina als PDF