Richtlijn: Hartafwijkingen (2017)

7. Aritmieën en verworven hartafwijkingen - aanbevelingen

In dit thema wordt nader ingegaan op aritmieën (hartritmestoornissen) en verworven hartafwijkingen. Deze kunnen op iedere leeftijd ontstaan, en kunnen ongemerkt aanwezig zijn. Voor deze richtlijn zijn de verworven hartafwijkingen beperkt tot de volgende meest voorkomende ziektebeelden: cardiomyopathie, cardiovasculaire infecties, ziekte van Kawasaki en acuut reuma.

Aanbevelingen

  • De invoering van screening van alle jeugdigen op aritmieën en verworven hartafwijkingen door de JGZ wordt niet aanbevolen, omdat niet wordt voldaan aan belangrijke criteria voor het invoeren van screening.
  • Jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen dienen op de hoogte te zijn van de belangrijkste signalen van een aritmie of verworven hartafwijking (bij anamnese en lichamelijk onderzoek). Indien de jeugdarts tijdens auscultatie twijfelt over het hartritme, dienen de brachialispulsaties gepalpeerd te worden. Bij anamnestische signalen van een aritmie of verworven hartafwijking wordt geausculteerd en de brachialis- of radialispols gepalpeerd (door de jeugdarts).
  • Bij klachten in combinatie met afwijkingen bij lichamelijk onderzoek en/of bij klachten in combinatie met een positieve familieanamnese voor aritmieën dient te worden verwezen naar de kindercardioloog.
  • Bij aanwezigheid van een van de volgende alarmsignalen dient te worden verwezen naar de kindercardioloog:

o syncope (plotseling en voorbijgaand verlies van bewustzijn, vaak als ‘flauwvallen’ benoemd) tijdens inspanning

o pijn op de borst voorafgaand aan syncope tijdens inspanning

o hartkloppingen voorafgaand aan syncope

o de afwezigheid van prodromale verschijnselen (bleekheid, misselijkheid, zweten) voor syncope

o syncope na schrikken, hard geluid of emotionele stress

  • Bij de volgende klachten/bevindingen dient te worden verwezen naar de kindercardioloog:

o onregelmatige pols die toeneemt bij inspanning, en/of

o (anamnestisch) aanvallen van tachycardieën, en/of

o persisterende bradycardie, en/of

o positieve familieanamnese op ernstige, erfelijke ritmestoornissen (zoals het lange QT-syndroom)

  • De JGZ gaat actief na of er ‘nieuwkomers’ in de regio zijn. Als deze kinderen nog niet zijn onderzocht door de jeugdarts, dient het kind binnen 3 maanden te worden onderzocht door de jeugdarts, in verband met een grotere kans op niet ontdekte aangeboren of verworven hartafwijkingen.

Uitgangsvragen bij dit thema

  • Wat zijn aritmieën (hartritmestoornissen), wat zijn oorzaken hiervan en hoe kunnen JGZ-professionals deze signaleren?
  • Hoe kunnen JGZ-professionals, voor verschillende leeftijden, verworven hartafwijkingen signaleren?

De uitgangsvragen zijn beantwoord op basis van een literatuuronderzoek waarna de gevonden relevante literatuur is samengevat in een tabel. Vervolgens is de werkgroep op basis van deze literatuur en eigen overwegingen tot aanbevelingen gekomen.

Lees hier verder voor de onderbouwing van dit thema.


Pagina als PDF