Richtlijn: Psychosociale problemen (2016)

Psychiatrische stoornissen

Deze paragraaf beschrijft problemen waarbij een psychiatrische stoornis vermoed kan worden, en geeft per stoornis een overzicht van de leeftijd waarop de betreffende stoornis vaak wordt vastgesteld.

Stoornissen zijn een constellatie van symptomen die onderling met elkaar samenhangen. Psychiatrische stoornissen (zoals ADHD, autisme spectrum stoornis) houden ook in dat er sprake is van door deskundigen vastgestelde criteria waaraan een persoon moet voldoen. De DSM-5 is het handboek voor classificatie van psychiatrische stoornissen. Er is sprake van een stoornis als de symptomen (van der Ploeg 2007):

  • langer dan 6 maanden aanhouden; 
  • in een cluster van nauwkeurig omschreven gedragskenmerken voorkomen zoals beschreven in de DSM-5; 
  • lijdensdruk (de klachten worden door kind en/of omgeving als zwaar ervaren) en/of disfunctioneren tot gevolg hebben.

Boer en Verhulst (2014) hebben een inzichtelijk overzicht gemaakt van problemen waarbij een psychiatrische stoornis vermoed kan worden. Dit overzicht houdt geen rekening met de leeftijd waarop een stoornis voorkomt. De leeftijd waarop een psychiatrische stoornis wordt vastgesteld is afhankelijk van de stoornis (Ormel et al., 2015). Onderstaande figuur toont de cumulatieve prevalentie tot het 18e levensjaar (ooit een psychiatrische stoornis gehad) van elke stoornis per leeftijdsjaar.

  1. ADHD wordt vaak vastgesteld op jonge leeftijd en de prevalentie neemt snel toe in de leeftijd van 0-6 jaar. Na de leeftijd van 6 jaar ontstaan bijna geen nieuwe gevallen (zie JGZ-richtlijn ADHD).
  2. Fobieën beginnen meestal voor de leeftijd van 8 jaar. Er ontstaan bijna geen nieuwe gevallen na de leeftijd van 14 jaar (zie JGZ-richtlijn angst).
  3. Scheidingsangst begint op jonge leeftijd, maar nieuwe gevallen kunnen ontstaan tot de leeftijd van 17 jaar (zie JGZ-richtlijn angst).
  4. Gedragsstoornissen beginnen rond het tijdstip dat een kind naar school gaat, en het voorkomen neemt gestaag toe tot de leeftijd van 14-15 jaar (zie jeugdzorg richtlijn ernstige gedragsstoornissen).
  5. Andere angststoornissen (gegeneraliseerde angst stoornissen, obsessief-compulsief stoornis, paniek stoornis) en stemmingsstoornissen komen niet vaak voor tot de leeftijd van 11 jaar, daarna neemt de cumulatieve prevalentie geleidelijk toe (zie JGZ-richtlijn angst).
  6. Drugs en alcohol verslaving begint vaak pas vanaf 14 jaar en neemt dan sterk toe.

Pagina als PDF