Richtlijn: Psychosociale problemen (2016)

Taken van de JGZ

Aandacht voor gezond opgroeien en opvoeden
Sinds 1 januari 2015 is het Basispakket JGZ ingevoerd; dit Basispakket stelt vaccinaties, screeningen, monitoring en signalering actief ter beschikking. Hoewel dergelijke activiteiten er voor alle jeugdigen moeten zijn, kan de uitvoering ervan per kind of jongere variëren. Dit is afhankelijk van de specifieke behoefte en situatie van kind, gezin en omgeving. Waar nodig wordt voorlichting, advies, begeleiding en toeleiding naar zorg gegeven. Met uitleg en advies (ontwikkelingsgerichte informatie) kan de JGZ zorgen wegnemen en de situatie normaliseren, en zo bijdragen aan het versterken van eigen kracht en onnodige medicalisering helpen tegengaan. Hiermee wordt voorkomen dat alledaagse problemen ten onrechte bij zware, specialistische zorg terechtkomen, maar ook dat problemen ten onrechte niet behandeld worden, waardoor in een later stadium juist een extra beroep op gespecialiseerde zorg nodig zou zijn.

Voorkomen van risico’s en psychosociale problemen
Een onderdeel van de taken van de JGZ is het volgen van de (psychosociale) ontwikkeling van kinderen en jeugdigen tussen 0 en 18 jaar. In de JGZ staat de lichamelijke, psychosociale en cognitieve ontwikkeling in samenhang met de omgeving (gezin, onderwijs en vrije tijd) centraal. Hierbij past een brede integrale benadering van kinderen en jeugdigen, vanuit een biopsychosociaal perspectief (Engel, 1980). Volgens deze benadering zijn zowel biologische (denk aan aanleg en erfelijkheid), psychologische (persoonlijkheid) als sociale aspecten (omgeving, gezin, opvoedsituatie) van invloed op het ontstaan en beloop van problemen. Vaak zijn er meerdere factoren die hierbij een rol spelen, bovendien kunnen factoren elkaars effect versterken. Wanneer een biologisch-genetische kwetsbaarheid aanwezig is, kan onder invloed van omgevingsfactoren een preklinische of prodromale fase ontstaan. In die fase zijn er nog geen signalen waarneembaar. Als de ongunstige interactieprocessen doorgaan, kunnen de eerste symptomen of problemen ontstaan. Preventie van gevolgen van opkomende problemen is vooral van belang in de fase dat klachten, problemen, symptomen (nog) niet zijn uitgekristalliseerd tot een classificeerbare diagnose. Immers, er kan ook al sprake zijn van (beginnende) lijdensdruk dan wel een stagnerende ontwikkeling nog vóórdat er een formele diagnose gesteld kan worden. De JGZ biedt een uniek kader om deze beginnende problemen positief te beïnvloeden in een vroeg stadium.

Instrumenten en klinische blik
Instrumenten zoals vragenlijsten en protocollen kunnen een goed hulpmiddel zijn in de JGZ bij het signaleren van (psychosociale) problemen en het inzetten van vervolgacties. De JGZ-professional kan beslissingen beter onderbouwen wanneer een instrument ingezet wordt, dit is onderzocht bij de signalering van psychosociale problemen (Vogels et al., 2009; Theunissen et al., 2013). Ook de dialoog met de ouder, de observatie van het kind en de observatie van de interactie tussen kind en ouders leveren relevante informatie op. Uiteindelijk wordt zowel gekeken naar risico- als beschermende factoren. Op basis van de informatie van deze verschillende bronnen (vragenlijst, gesprek en observatie) maakt de professional samen met de ouder de balans op en volgt een advies over de benodigde stappen.


Pagina als PDF