Richtlijn: Borstvoeding (2015, multidisciplinair)

Onderbouwing

Conclusies

Vlakke of ingetrokken tepels vormen een risico voor vertraagd op gang komen van de melkproductie3. Niveau 3
Vlakke of ingetrokken tepels sluiten het geven van borstvoeding niet uit, mits goede begeleiding gegeven wordt4. Niveau 4
Voorbereiding tijdens de zwangerschap met behulp van een borstschelp of Hoffmans methode blijkt niet effectief1;6. Niveau 2
De effectiviteit van het gebruik van tepelhoedjes bij vlakke of ingetrokken tepels is onbekend7. Niveau 4

Toelichting

Een gezonde baby die doeltreffend kan drinken, kan de borst met een vlakke of licht ingetrokken tepel zonder veel moeite goed in het mondje nemen. Wanneer een baby hier moeite mee heeft, kan dit tot problemen leiden. De moeder kan pijnklachten krijgen omdat de baby de borst niet goed aanhapt. Ook kan er ernstige stuwing ontstaan als de borst slecht wordt leeggedronken, bijvoorbeeld als de baby een ontoereikende techniek heeft. Dit kan voor de moeder aanleiding zijn vroegtijdig te stoppen met het geven van borstvoeding.

Circa 10% van de zwangere vrouwen heeft vlakke of ingetrokken tepels1. We spreken van een 'ingetrokken tepel' als de tepel zich terugtrekt of als deze indeukt bij de ‘pinchtest’. Bij deze test wordt de tepelhof ongeveer 2,5 cm achter de basis van de tepel (overgang van tepel naar tepelhof) zachtjes samengedrukt2.

Goed aanleggen

Het zuiggedrag van baby's van moeders met vlakke of ingetrokken tepels is onderzocht op dag 1, 3 en 7 postpartum. Er is vastgesteld dat bij deze moeders de borstvoeding vaak trager op gang komt3. Diepliggende, ingetrokken tepels kunnen het aanhappen en drinken aan de borst bemoeilijken, maar ze maken het niet onmogelijk om borstvoeding te geven. Wel vergen deze tepels vaak meer aandacht voor goed aanleggen. Goed aanleggen betekent altijd dat de baby niet alleen de tepel, maar ook een deel van de rest van de borst in de mond heeft. De tepel is rekbaar en door het zuigen van de baby komt de tepel meer naar voren; daardoor lost het probleem zich meestal vanzelf op. Ook met vlakke of ingetrokken tepels kan een moeder gewoon borstvoeding geven4.

Voorbereiding tijdens de zwangerschap

Het is niet effectief gebleken om tijdens de zwangerschap een borstschelp te dragen of rekoefeningen te doen volgens de methode van Hoffman (paar keer per dag met beide duimen de tepel naar buiten trekken door middel van draaiende bewegingen). Dit wordt daarom ontraden1;6. Naast het ontbreken van wetenschappelijk aangetoonde effectiviteit zijn er meer redenen om terughoudend te zijn met het adviseren van borstschelpen of rekoefeningen volgens Hoffman. Vrouwen die prenataal borstschelpen gebruikten, rapporteerden pijnklachten, schaamte, een oncomfortabel gevoel, zweten, huiduitslag en melklekkage1. Het is denkbaar dat de stress bij deze oefeningen tijdens de zwangerschap vrouwen ontmoedigt daadwerkelijk borstvoeding te geven.

Tepelhoedjes

Er is geen wetenschappelijke literatuur over de effectiviteit van het gebruik van tepelhoedjes bij vlakke of ingetrokken tepels7. Het tepelhoedje lost het probleem van een vlakke of ingetrokken tepel niet op, maar in de praktijk wordt het wel als tijdelijke noodoplossing gebruikt, om een kind toch aan de borst te laten drinken in plaats van te kolven.


Pagina als PDF