Richtlijn: Borstvoeding (2015, multidisciplinair)

Onderbouwing

Conclusies

Vroeg huid-op-huidcontact heeft een positief effect op de duur van de borstvoedingsperiode en de frequentie van het aantal voedingen per etmaal1. De rol van de ‘timing’ van het huid-op-huidcontact na de bevalling is onbekend3. Niveau 1
Er zijn aanwijzingen voor een dosisgerelateerde relatie tussen het huid-op-huidcontact en het welslagen van borstvoeding. De kans op het welslagen van borstvoeding lijkt het grootst als er postpartum één uur of langer huid-op-huidcontact is5. Niveau 3

Toelichting

Onder 'vroeg huid-op-huidcontact' verstaan we dat de baby kort na de geboorte naakt en toegedekt op de blote huid van de moeder ligt en daar tenminste één uur ongestoord blijft liggen. Deze periode is een ‘gevoelige periode’ voor het programmeren van toekomstig gedrag van moeder en kind.

Tot enkele decennia geleden werden baby’s na de geboorte vaak van hun moeder gescheiden of aangekleed voordat ze aan de moeder teruggegeven werden, onder meer uit angst voor onderkoeling van de pasgeborene. Inmiddels weten we dat scheiding van moeder en kind schadelijk is omdat het de vroege interacties onmogelijk maakt. Bij vroeg huid-op-huidcontact zal de baby, als hij niet wordt gestoord, uit zichzelf naar de borst ‘kruipen’ en aanhappen2;3 Dit stimuleert het vrijkomen van het hormoon oxytocine, de uitdrijving van de placenta en het op gang komen van het borstvoedingsproces. Tevens betekent het huid-op-huidcontact dat de flora van de moeder de steriele darmen van de pasgeborene koloniseert4. Dit is essentieel voor een gezonde darmflora in de baby en daarmee voor de opbouw van zijn immuniteit. Het voorkomt in belangrijke mate dat de baby wordt blootgesteld aan bacteriën die voor de moeder lichaamsvreemd zijn. Wanneer hij wordt gekoloniseerd met de flora van zijn moeder, krijgt hij via de borstvoeding een daarbij passend aanbod aan antistoffen die hem tegen infecties beschermen.

Aantoonbaar belang voor borstvoeding

Een aantal wetenschappers1 onderzocht welk effect vroeg huid-op-huidcontact heeft op de borstvoeding, het gedrag van moeder en kind en de fysiologie van de pasgeborene. Ze analyseerden de uitkomsten van dertig studies, uit verschillende westerse en niet-westerse landen.
Hieruit bleek dat vroeg huid-op-huidcontact een positief effect heeft op het geven van borstvoeding, gedurende één tot vier maanden na de geboorte. Zuigelingen die bloot op de blote borst van de moeder liggen, blijven bovendien beter warm en hun bloedsuikerspiegel, hartslag en ademhaling zijn stabieler. Er zijn aanwijzingen dat baby’s zonder vroeg huid-op-huidcontact later een hoger risico hebben op overmatig huilen en zich minder goed hechten. Ook de moeder hecht zich minder snel aan de baby (als gevolg van een tekort aan oxytocine). Negatieve effecten van het huid-op-huidcontact zijn niet beschreven. Wel komt uit de praktijk naar voren dat het op de buik liggen van de pasgeborene als onveilige houding dient te worden gezien (verhoogd risico op Apparent Life Threatening Event (ALTE, schijnbaar levensbedreigende gebeurtenis/bijna-wiegendood), luchtwegblokkering)1;5. Alerte supervisie door ouders/zorgverlener is daarom nodig (zie ook het thema ‘Slapen met de baby’).

Duur van het contact

Onderzoekersontdekten dat het van belang is hoe lang een baby op de huid van de moeder ligt. Uit een studie onder 21.842 moeders bleek dat als het huid-op-huidcontact postpartum minimaal een uur duurt de kans op een succesvolle start van de borstvoeding het grootst is. In vergelijking met kinderen die van hun moeder werden gescheiden had deze groep een drie maal zo grote kans om uitsluitend borstvoeding te krijgen.


Pagina als PDF