Richtlijn: Borstvoeding (2015, multidisciplinair)

Kennislacunes

  • Er is geen eenduidig bewijs voor invloed van hormonale anticonceptie op de melkproductie en op de gezondheid van baby’s die borstvoeding krijgen.
  • De effectiviteit van antibiotica bij borstontsteking is onvoldoende duidelijk. Randomized controlled trials hiernaar zijn wenselijk.
  • Meer duidelijkheid over diagnostische criteria voor candidiasis mammae is wenselijk. Laboratoriumonderzoek naar (mogelijke) candida infecties van de borst/tepels bij lacterende vrouwen in Nederland is wenselijk.
  • De effectiviteit van behandeling van candidiasis (in het bijzonder met gentiaan violet) is onduidelijk. Randmised controlled trials hiernaar zijn wenselijk.
  • Prospectief onderzoek naar een (causale) relatie tussen fopspeengebruik en de duur van de borstvoedingsperiode is gewenst.
  • Prospectief onderzoek naar een (causale) relatie tussen fopspeengebruik en borstvoedingsproblemen (tepelproblemen, pijn bij borstvoeding) is gewenst.
  • Wetenschappelijke publicaties worden niet geformuleerd met borstvoeding als norm. Meer publicaties over de effecten van borstvoeding waarin zowel in de titel als in de weergave van de resultaten borstvoeding als norm wordt genomen, zijn wenselijk.
  • Er is meer onderzoek nodig naar de invloed van factoren als optimale kamertemperatuur voor huid-op-huidcontact, en optimale duur en timing van het huid-op-huidcontact.
  • In de literatuur is geen eenduidige informatie aanwezig voor het vaststellen van een grens in bloedglucoseconcentratie waaronder onomkeerbare hypoglycaemische schade aan het centraal zenuwstelsel ontstaat.
  • Er is onduidelijkheid over welke zorgverleners verantwoordelijk zijn voor het uitvoeren van frenulotomie.
  • Over het effect van pijnbestrijding bij bevalling op de melkproductie, zowel op korte als op lange termijn, is nog weinig bekend.
  • We zouden meer willen weten over de risicogroepen voor een (verondersteld) tekort aan melkproductie.
  • Wanneer vrouwen tepelklachten hebben en de huid is aangedaan, is er vaak behoefte om iets op de tepels aan te brengen (crème, zalf, kompres). De literatuur geeft geen eenduidige resultaten voor de effectiviteit van verschillende middelen.
  • De precieze interactie tussen borstvoeding, wiegendood en samen slapen is nog onbekend.
  • In de literatuur is niet onderbouwd wat de optimale behandeling van dehydratie bij volledig borstgevoede baby’s inhoudt. Daarnaast is het gebruik van ORS (Oral Rehydration Solutions) als behandeling niet onderzocht.
  • Er is nog onvoldoende bekend over het mogelijk onterecht constateren van gewichtsverlies door vochttoediening durante partu of vochtretentie (diabetes).
  • Er is nog te weinig informatie over de hongersignalen bij oudere baby’s en kinderen.
  • Overproductie bij de moeder en risico op blijvend overgewicht van het kind.
  • Het is nog onvoldoende duidelijk welke begeleiding bij de voorbereiding op de borstvoedingsperiode het best werkt, omdat in de praktijk vaak een combinatie van strategieën wordt toegepast.
  • Op basis van de literatuur is geen conclusie te trekken over wat de beste weegmethode en -frequentie is voor een gezonde pasgeborene.
  • Er is geen duidelijkheid over indicaties voor het frequenter wegen van baby’s dan aangegeven in de richtlijn.

Pagina als PDF