Richtlijn: Excessief huilen (2013, multidisciplinair)

Onderbouwing

Uitgangsvraag

Wat is het verband tussen etniciteit van de ouders, de prevalentie van het huilen en hun beleving, verwachting, hulpvraag, aanpak en behandelingskeuze bij een excessief huilende baby?

Conclusies

Niveau Conclusie Literatuur
3 Er zijn aanwijzingen dat huilen in westerse en niet-westerse culturen eenzelfde beloop heeft, met name het huilen in de vooravond en de piek rond de leeftijd van 6-8 weken. D Barr 1998
3 Er zijn aanwijzingen dat de perceptie van huilen bij Turkse ouders (woonachtig in Turkije of Nederland) verschilt van de perceptie bij ouders met een Nederlandse achtergrond: de Turkse ouders percipiëren een langere huilduur. C Ciftci 2007
3 Er zijn aanwijzingen dat baby’s van Surinaamse moeders minder huilen en dat de moeders hen makkelijker te troosten vinden in vergelijking met baby’s van andere etniciteit. D Van der Wal 1998

Uit het meeste onderzoek blijkt dat het veelvuldig dragen van de baby, het direct reageren op signalen van het kind (waaronder huilen), en frequent voeden, vaker voorkomt bij culturen met een niet-westerse achtergrond (Lee 1994). Het even afwachten voordat de ouder reageert op huilen, komt meer voor in de westerse cultuur (Barr and others 1991; St James-Roberts and others 1994; St James-Roberts and others 2006). Sociaal-culturele factoren beïnvloeden de interpretatie en perceptie van huilen sterk (St James-Roberts and others 1994). Ciftci toont aan dat Turkse ouders (woonachtig in Turkije of in Nederland) een langere huilduur percipiëren dan Nederlandse ouders (Ciftci and Arikan 2007). Baby’s van Surinaamse moeders lijken minder te huilen (= niet gemeten met bandopnames) en de moeders vinden het troosten makkelijker dan moeders met een andere etnische achtergrond (Van der Wal, 1998).

Referenties


Pagina als PDF