Richtlijn: Excessief huilen (2013, multidisciplinair)

11. Anticiperende voorlichting tijdens zwangerschap en kraambed en in de JGZ-Aanbevelingen

Tijdens de reguliere zwangerschapscontroles bij verloskundige of gynaecoloog wordt niet standaard aandacht besteed aan het huilen van een baby post partum. De meeste zwangerschapscursussen besteden ook weinig aandacht aan dit onderwerp, hoewel er steeds meer initiatieven worden genomen op dit gebied. Sommige zwangerschapscursussen bieden lessen na de bevalling aan, waarin vaak wel aandacht wordt besteed aan het basale gedragsrepertoire en huilpatroon van een baby. In dit thema focussen wij ons op anticiperende voorlichting, dus de voorlichting vóór de geboorte en in de eerste 10 dagen na de geboorte (het kraambed).

Aanbevelingen

Anticiperende voorlichting over huilen is zowel wenselijk vóór de geboorte als tijdens de eerste 10 dagen na de geboorte (het kraambed). Deze voorlichting kan worden gegeven door de verloskundige, de kraamverzorgende en door de jeugdverpleegkundige tijdens een (prenataal) huisbezoek. Binnen twee weken na de geboorte komt de zorg vanuit de JGZ op gang, waarin universele preventie een belangrijk onderdeel is. Ouders van pre- en dysmatuur geboren baby’s moeten worden geïnformeerd over de ‘verlate’ huilpiek (veelal hoog rond de datum van ontslag) en het vaak hoger en indringender huilen van deze baby’s. De volgende punten kunnen met aanstaande moeders én vaders besproken worden:

  • Normaal huilgedrag vertoont een toename na de tweede week, met een piek bij 6-8 weken en een afname tot ongeveer 3 maanden waarna het stabiel blijft. Huilen heeft een communicatieve functie. Het slaap-waakpatroon van een pasgeborene heeft specifieke kenmerken. 
  • Het huil- en slaappatroon verandert vanaf de geboorte en in het begin is het nog even zoeken naar afstemming tussen baby, moeder en vader. 
  • Als ouders de vermoeidheidssignalen van hun baby herkennen, zoals een beetje jengelen, in de oogjes wrijven of bleek worden, kunnen ze daar sensitief en adequaat op reageren. 
  • Oog hebben voor de positieve aspecten van het ouderschap, het versterken van de sensitiviteit, het vertrouwen en de relatie met het kind. 
  • Vaders spelen een belangrijke rol bij het hervinden van de balans in hun jonge gezin direct na de geboorte van de baby. Beide ouders worden uitgenodigd voor controles, en vaders worden actief betrokken bij de zorg voor hun vrouw en kind(eren). 
  • Meestal is er geen medische oorzaak voor excessief huilen. 
  • Stress, somberheid en/of angsten bij ouders kunnen van invloed zijn op het gedrag en dus ook op het huilen. Stressmanagementtechnieken kunnen nuttig zijn. 
  • Er zijn verscheidene redenen om dringend te adviseren een zuigeling niet aan tabaksrook bloot te stellen. De associatie met excessief huilen kan een van de redenen zijn.

Wanneer de verloskundige, kraamverzorgende en/of jeugdverpleegkundige aan de zwangerschap gerelateerde angst, depressieve symptomen, ouderlijke stress en werkstress opmerkt bij de ouders, wordt extra begeleiding aangeboden (zie Hoofdstuk 9).

Lees verder voor de onderbouwing.


Pagina als PDF