Richtlijn: Voorkeurshouding en schedelvervorming (2012)

3. Risicogroepen-Aanbevelingen

Voor de preventie en (vroeg)signalering van voorkeurshouding en schedelvervorming is het belangrijk te weten of er risicogroepen aanwijsbaar zijn die een verhoogde kans hebben op het ontwikkelen ervan. Op basis daarvan kan preventief beleid worden ingezet, zoals doelgroepgerichte zorg en voorlichting. Een risicogroep is een op basis van eenvoudige kenmerken te identificeren deel van de populatie, waarbij is vastgesteld dat een risicofactor of een combinatie van risicofactoren aanwezig is. Met name socio-demografische factoren, maar ook obstetrische factoren en sommige kindfactoren lenen zich voor het identificeren van risicogroepen.

Aanbevelingen

Bij ouders met een laag opleidingsniveau (zowel met een westerse als een niet-westerse afkomst) is extra aandacht voor advisering over preventie van voorkeurshouding en schedelvervorming (gekoppeld aan advisering over preventie wiegendood) noodzakelijk. De keuze van voorlichtingstechnieken dient op deze groep te worden afgestemd. Bij bevolkingsgroepen met een niet-westerse achtergrond verdient koppeling van de preventie van wiegendood en van voorkeurshouding en schedelvervorming extra aandacht.

Bij de volgende groepen is extra aandacht voor signalering van voorkeurshouding en schedelvervorming geïndiceerd:

  • prematuren;
  • inactieve of zich traag ontwikkelende kinderen.

Lees verder voor de onderbouwing.


Pagina als PDF