Richtlijn: Kindermishandeling (2016)

5. Samenwerken met gezinnen - Aanbevelingen

Uitgangsvragen

  • Wat is een effectieve, laagdrempelige en respectvolle methode voor JGZ-professionals om met ouders in gesprek te gaan over (vermoedens van) kindermishandeling?
  • Welke effectieve interventies zijn er voor de JGZ om jeugdigen te betrekken bij de preventie en aanpak van kindermishandeling, en wanneer kan of moet de jeugdige alleen (zonder ouders) worden gesproken?
  • Welke (effectieve) interventies betrekken het sociale netwerk bij de begeleiding van ouders en jeugdigen bij (vermoedens van) kindermishandeling?

Aanbevelingen

  • JGZ-professionals zijn getraind in (motiverende) gespreksvoering met ouders en jeugdigen en passen de benaderingen en (gesprekstechnische) principes uit de oplossingsgerichte therapie en/of Signs of Safety(TM) toe.
  • Sta krachtig naast de ouder met compassie en begrip voor de situatie, met respect voor individuele verschillen, zonder de persoon te veroordelen maar standvastig en duidelijk ten aanzien van de veiligheid van de jeugdige.
  • Overleg met en betrek ouders en jeugdigen in het gehele proces, tenzij er gegronde redenen zijn om daarvan af te wijken (bv. in verband met veiligheid).
    - Vraag toestemming van de 16+ jeugdige om met zijn of haar ouders te spreken.
    - Vraag toestemming aan de ouders van jeugdigen jonger dan 12 jaar om met de jeugdige apart te spreken.
  • Gebruik in de exploratiefase in de communicatie met ouders en/of jeugdigen geen vaktermen zoals ‘risicofactoren’, ‘signalen’ en ‘kindermishandeling’. Gebruik liever formuleringen zoals ‘omstandigheden’, ‘zorgen maken over …’, ‘wat gaat goed, wat gaat niet goed’, ‘zorgpunten/aandachtspunten’. Weeg telkens af wat het effect van woordkeuze op de ouders en jeugdige kan zijn.
  • Praat en registreer in eenduidige taal, maak onderscheid tussen feiten en meningen, en vermeld wiens mening het is. Pas op voor oordelen, moraliseren en aannames.
  • Zet indien nodig een erkende tolk in (Tolk- en VertaalCentrum Nederland)
  • Praat altijd met de jeugdige (ook) apart, tenzij er gegronde redenen zijn om daarvan af te wijken. Afhankelijk van de ontwikkelingsleeftijd is dit al mogelijk vanaf ongeveer 4 jaar.
  • Beloof niet, als daarom gevraagd wordt, om informatie geheim te houden; vertel wanneer en waarom je informatie soms moet delen met andere professionals en spreek af om jeugdige en ouders altijd vooraf hierover te informeren.
  • Voor gezinnen waarbij het sociale netwerk en de eigen kracht versterkt dient te worden, worden de interventies MIM (eerste 18 maanden) en Home-Start aanbevolen. Daarnaast wordt de oplossingsgerichte werkwijze of  Signs of SafetyTM aanbevolen als een respectvolle manier van werken gericht op het creëren van veiligheid en het betrekken van het sociale netwerk.

Pagina als PDF