Richtlijn: Kindermishandeling (2016)

1. Inleiding

Deze richtlijn gaat over kindermishandeling. Daarbij wordt de definitie van kindermishandeling zoals die in de Jeugdwet (2015) is omschreven, gehanteerd:

'Kindermishandeling is elke vorm van, voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel’.

Kindermishandeling kan een vorm van huiselijk geweld zijn wanneer de pleger iemand uit de huiselijke kring is. Onder huiselijk geweld verstaan we (Wet Publieke Gezondheid, 2008 en Wet Maatschappelijke Ondersteuning, 2015):

‘Lichamelijk, geestelijk of seksueel geweld of bedreiging daarmee door iemand uit de huiselijke kring; huiselijke kring: een familielid, een huisgenoot of een mantelzorger.’

Vormen van kindermishandeling

Kindermishandeling kan zich uiten in de volgende vormen:

  1. lichamelijke (fysieke) mishandeling;
  2. emotionele (psychische) mishandeling;
  3. lichamelijke (fysieke) verwaarlozing;
  4. emotionele (psychische) verwaarlozing;
  5. seksueel misbruik;
  6. combinaties van lichamelijke en emotionele mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik.

Hieronder lichten we deze indeling kort toe. Specifieke vormen van kindermishandeling worden nader besproken in volgende thema’s. In het vervolg van de richtlijn gebruiken we de algemene term ‘kindermishandeling’ voor de hierboven beschreven vormen. Alleen daar waar nodig gebruiken we de meer specifieke term.

Lichamelijke mishandeling
Onder lichamelijke mishandeling vallen alle vormen van lijfelijk geweld tegen een jeugdige. Bijvoorbeeld: slaan, stompen, schoppen, bijten, krabben, haren trekken, brandwonden toebrengen, letsel toebrengen met voorwerp, botbreuken toebrengen, (poging tot) wurging of smoren. De ernst van de mishandeling kan variëren van licht tot zeer ernstig of zelfs fataal. De frequentie en duur kunnen variëren van eenmalig tot structureel en langjarig. Bijzondere vormen van lichamelijke mishandeling zijn:

  • Abusive Head Trauma / Shaken baby syndroom (zie Thema 8)
  • Vrouwelijke genitale verminking (VGV) / meisjesbesnijdenis (zie Thema 13)
  • PCF (Pediatric Condition Falsification), voorheen Munchhausen by proxy syndroom (MBPS)
  • Foetaal Alcohol Syndroom (FAS) door het gebruik van alcohol en drugs tijdens zwangerschap

Emotionele mishandeling
Van emotionele mishandeling is sprake wanneer ouders niet-incidenteel vijandigheid of afwijzing richting de jeugdige vertonen. Daartoe behoren bijvoorbeeld: uitschelden, manipuleren, kleineren, (be)dreigen, bang maken, isoleren, uitsluiting, opsluiting, te hoge eisen stellen op cognitief of bijvoorbeeld sportief gebied. Ook de ‘inzet’ van de jeugdige bij partnergeweld of vechtscheiding en soms ook bij ziekte (parentificatie) kan onder emotionele mishandeling geschaard worden. Het getuige zijn (geweest) van partnergeweld tussen de ouders of  getuige zijn van mishandeling van broertjes of zusjes worden eveneens gezien als emotionele mishandeling.

Lichamelijke verwaarlozing
Waar bij mishandeling sprake is van actief handelen, is bij verwaarlozing juist sprake van nalaten. Bij lichamelijke verwaarlozing laten ouders structureel na om hun kind(eren) te voorzien in de noodzakelijke basisbehoeften zoals voeding, kleding, onderdak, bescherming, (medische) verzorging, leefruimte, zodanig dat de jeugdige daar schade van ondervindt of dreigt te ondervinden. De ernst van lichamelijke verwaarlozing kan variëren van licht tot ernstig of zelfs fataal. Verwaarlozing is, anders dan lichamelijke mishandeling, per definitie niet-incidenteel: “fysieke mishandeling kan plaatsvinden op zaterdagmiddag om vijf over twaalf; verwaarlozing niet” (Baartman, 2009). Zie ook Thema 10.

Emotionele verwaarlozing
Van emotionele verwaarlozing is sprake wanneer ouders langdurig tekortschieten in responsiviteit en het geven van positieve aandacht aan de jeugdige. Jeugdigen moeten kunnen rekenen op liefde, warmte, geborgenheid, steun, ontwikkelingsruimte en (consequente) grenzen. Bijzondere vormen van emotionele verwaarlozing zijn:

  • Pedagogische verwaarlozing als verzamelnaam voor onvoldoende pedagogische vaardigheden, onvoldoende ouderlijk gezag of structuur.
  • Nalaten of belemmeren van inzet van noodzakelijke hulpverlening.
  • Educatieve verwaarlozing is bijvoorbeeld het bewust toestaan van chronisch spijbelen, het niet registreren en inschrijven op school of het ontbreken van aandacht voor onderwijskundige noden. Ook het weigeren van een professioneel aangeraden beoordeling of behandeling voor onderwijskundige noden vallen hier onder. Zie ook Thema 10.

Seksueel misbruik
Hoewel seksueel misbruik in wezen een vorm van lichamelijke en emotionele mishandeling is, wordt dit doorgaans apart benoemd. Seksueel misbruik betreft alle seksuele activiteiten die een volwassene een jeugdige opdringt met als doel de seksuele behoefte van de volwassene te bevredigen of financieel gewin te halen. De ernst kan variëren van ‘licht’ (begluren, dwingen te kijken) tot ernstig (verkrachting, seksuele exploitatie) en van eenmalig tot frequent en langjarig. Seks met jeugdigen onder de 16 jaar is in Nederland strafbaar; daarboven wanneer dit onvrijwillig is zoals bij verkrachting vanzelfsprekend ook (Wetboek van Strafrecht).

Combinaties van vormen van kindermishandeling
In de praktijk komen vaak combinaties van vormen van kindermishandeling voor. Lichamelijke mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik hebben meestal ook een emotionele component.
Omgekeerd heeft emotionele mishandeling en verwaarlozing niet altijd ook een lichamelijk component en komt seksueel misbruik vaak wel solitair voor, zonder dat er ook sprake is van andere vormen van kindermishandeling (met uitzondering van de eerder genoemde emotionele component). Een voorbeeld van een ‘combinatievorm van mishandeling’ is Pediatric Condition Falsification (PCF), voorheen aangeduid als ‘Münchhausen by proxy syndroom’ (MBPS).
In het medisch handboek voor Kindermishandeling wordt PCF omschreven als “een spectrum van minder en meer ernstige casuïstiek, waarbij een gezond kind als ziek of gehandicapt gepresenteerd wordt in het medische circuit door de ouder(s), of een ziek kind wordt gepresenteerd met een ernstiger probleem dan hij of zij in werkelijkheid heeft, met schade tot gevolg ” (Van de Putte, Kamphuis, & Kramer, 2013). Het spectrum omvat de volgende mogelijkheden:

  • een overbezorgde angstige ouder, een ouder met gebrekkige kennis en een interpretatie van normale symptomen als ziekteverschijnselen,
  • een ouder die, als gevolg van een psychiatrische ziekte, werkelijk denkt dat een kind ziek is,
  • een ouder die een ander ziekteconcept heeft van de oorzaak van symptomen (bijv. mijn kind is ‘allergisch’ voor alles,
  • een ouder die falsificeert (verzint) of symptomen induceert.

Pagina als PDF