Richtlijn: Preventie wiegendood (2009, Landelijke Samenwerkingsafspraken 2017)

6. Zorg voor het getroffen gezin

Zorg na het overlijden
Onmiddellijk na het overlijden dient het diagnostisch protocol Pediatrisch en Pathologisch Postmortaal onderzoek te worden toegepast (zie de informatie hierover op de NVK website). Wat de zorg voor de ouders betreft zal de huisarts aanvankelijk waarschijnlijk een sleutelrol kunnen vervullen. Hij kan te maken krijgen met reacties als depressie, agressie, zelfverwijt, verwijt aan verzorgenden en zal op vragen over het onderzoek snel en adequaat proberen te reageren. Goede samenwerking met de lokale kinderarts is daarbij van groot belang. Bovendien zal de huisarts indien mogelijk worden bijgestaan door de medisch maatschappelijk werker of psycholoog uit het betreffende ziekenhuis. Voor de langere termijn kunnen ouders steun ontvangen via contacten met lotgenoten en zich aansluiten bij de Vereniging van Ouders van Wiegendoodkinderen.

Zorg voor een volgend kind
Wanneer in een gezin na wiegendood op zeker moment een volgend kind wordt verwacht, zijn ouders vaak onzeker, angstig en bezorgd. Dan is goede begeleiding van groot belang, waarbij de hulpverlener zich realiseert dat het verlies van het eerdere kind blijvend doorwerkt. Meestal zal de huisarts dan weer een centrale rol vervullen en de ouders zorgvuldig vertellen wat de risicofactoren zijn en dat uit onderzoek is gebleken dat een volgend à terme geboren kind geen verhoogd risico loopt, mits alle preventieve maatregelen in acht worden genomen. Erfelijke factoren zijn bij wiegendood zonder geassocieerde congenitale afwijkingen nooit aangetoond. In voorlichtingspagina's van Veilgheid.NL kunnen de ouders deze informatie herlezen en zonodig opnieuw ter discussie stellen. Van het gebruik van een monitor na de geboorte is niet aangetoond dat dit effectief is in de preventie van wiegendood. De toepassing hiervan op medische gronden is dan ook verlaten. Wel kan om psychosociale redenen bij een volgend kind een monitor worden gebruikt als onderdeel van een begeleidingsplan. Als alternatief voor de monitor zijn goede ervaringen opgedaan met de weegmethode als onderdeel van een intensieve begeleiding, waarbij aandacht wordt besteed aan voortgaande groei van de baby en een symptomenlijstje wordt bijgehouden.

Zie ook het Begeleidingsprogramma Zorg voor het volgende kind na een wiegendoodkind


Pagina als PDF