Richtlijn: Preventie wiegendood (2009, Landelijke Samenwerkingsafspraken 2017)

1. Samenvatting van de aanbevelingen

Aanbevelingen voor werkers in de gezondheidszorg die in de dagelijkse praktijk met de advisering van ouders te maken hebben

Om het risico van wiegendood zo veel mogelijk te verkleinen adviseert de werkgroep de volgende preventieve maatregelen:

Leg de baby altijd op de rug te slapen

  • Het slapen op de buik is een van de belangrijkste risicofactoren voor wiegendood. Leg de baby daarom nooit, ook niet bij uitzondering, bijvoorbeeld als hij hevig huilt of ontroostbaar is, op de buik te slapen.
  • Draai het hoofd van de baby bij het te slapen leggen afwisselend naar links en rechts ter voorkoming van een scheef afgeplat achterhoofd (plagiocefalie).
  • Wanneer een baby wakker is en in de box of op een deken ligt, is het goed voor zijn ontwikkeling hem regelmatig op zijn buik te leggen en zo te laten spelen. Zorg er dan wel voor dat een volwassenen toezicht op hem heeft.
  • Er zijn enkele medische redenen om een uitzondering te maken op het vermijden van buikligging:
    – vroeggeboren kinderen worden op de couveuse-afdeling van een ziekenhuis dikwijls om medische redenen op de   buik verpleegd. Het is belangrijk dat zij vóór ontslag aan de rugligging worden gewend en dat ook thuis geen zijligging meer wordt toegepast (zijligging is namelijk niet stabiel)
    – ernstige gastro-oesophageale reflux, waarbij buikligging in 30º anti-Trendelenburg wordt toegepast
    – het syndroom van Pierre-Robin
    – Een kind met thoracolumbale meningomyelocele

Rook niet tijdens de zwangerschap en rook ook niet na de geboorte in het bijzijn van de baby

  • Roken tijdens de zwangerschap vergroot de kans op wiegendood aanzienlijk. Nicotine beschadigt hersencellen. Bovendien treedt in die periode door roken van de moeder ook al longschade bij de baby op.
  • Passief roken van de baby na de geboorte door het roken van de ouders, verzorgers of anderen in bijzijn van de baby maakt de kans op wiegendood minstens tweemaal zo groot. Rook daarom niet in huis.

Zorg dat de baby niet te warm ligt

  • Overmatige omgevingswarmte vermindert de wekbaarheid van de baby. Dit gevaar dreigt bij een te hoge kamertemperatuur (centrale verwarming), directe zonnestraling op wieg of bed, te veel beddengoed, te warme kleding, na inbakeren, een muts of beddengoed over het hoofd en een warme kruik of een elektrische deken. Zeker bij koorts dient men een baby niet extra warm in te pakken. Zolang de voeten warm aanvoelen heeft een baby het niet te koud, terwijl een zwetende baby het in de regel te warm heeft. De slaapkamer hoeft voor een voldragen baby niet warmer te zijn dan voor een volwassene. Een maximale kamertemperatuur van 18º C wordt aanbevolen.
  • In de eerste twee jaren is een dekbed meestal te warm en dient daarom niet te worden gebruikt; één gewoon dekbed is namelijk even warm als drie of vier dekens! Een éénlaags dekentje in een ongevoerde dekbedhoes (hoesdeken) is wel veilig.

Zorg voor een veilige slaapomgeving

  • De beste slaapplaats gedurende tenminste de eerste zes maanden is ’s nachts in eigen wieg of bed op de slaapkamer van de ouders. Wanneer u ’s nachts de baby voedt in uw eigen bed, leg dan de baby terug in het eigen bedje voordat u zelf weer gaat slapen. Samen met één of beide ouders in één bed slapen is zeker in de eerste 3 à 4 maanden gevaarlijk, vooral als u een roker bent, ’s avonds alcohol hebt gedronken, zeer vermoeid bent of als u onder een dekbed slaapt. Dit geldt ook als u borstvoeding geeft. Daarom wordt samen slapen aan alle ouders afgeraden in de eerste 4 maanden en aan ouders die roken gedurende de eerste 6 maanden.
  • Overdag kan een baby, indien mogelijk in de nabijheid van een ouder of verzorger, in eigen bed of in een goed campingbed slapen. Leg de baby bij voorkeur niet in de box te slapen; deze is daarvoor niet veilig ingericht.
  • De spijlenafstand in de zijwand van een kinderbedje moet volgens de nieuwe Europese norm minimaal 4,5 cm en maximaal 6,5 cm zijn. Lang niet alle in gebruik zijnde kinderbedjes voldoen aan elementaire veiligheidscriteria zoals de afwezigheid van uitstekende delen.
  • Leg ook overdag een baby niet in een bed voor volwassenen te slapen; dit is daarvoor niet veilig ingericht.
  • Een dekbed en een hoofdkussen en een zogenaamde hoofdbeschermer horen in de eerste twee jaar niet in een wieg of bed;
  • Een schapenvacht in wieg, bedje of kinderwagen kan onnodige risico’s geven wanneer de baby op zijn buik draait; dit wordt dus afgeraden.
  • Gebruik een stevig matras en geen plastic of zeiltje onder het onderlaken bij het hoofdgedeelte.
  • Gebruik een bovenlaken met een enkele deken of een dekbedhoes met een enkele deken er in, maar geen combinaties.
  • Leg de baby met de voeten bij het voeteneinde van de wieg of het bedje en maak dat kort op zodat de baby niet onder deken of laken kan schuiven. Met kort opmaken wordt bedoeld dat de baby onderaan in het bed ligt, waarbij de dekens wel tot aan de schouders reiken.
  • In een niet-gevoerde trappelzak kan een baby in de zomer zonder extra beddengoed slapen. Kies een trappelzak die goed past rond hals en schouders zodat de baby niet naar beneden kan schuiven.
  • Fixatiemiddelen om het omdraaien van de rug naar de buik te voorkomen worden afgeraden omdat noch de effectiviteit noch de veiligheid is bewezen. Als de ouders toch kiezen voor fixatie kan bij uitzondering bijvoorbeeld de Safe-T-Sleep worden gebruikt. Als de baby zich al goed kan terugdraaien moet het fixeren worden gestaakt.
  • Een ingebakerde baby moet zich niet kunnen omdraaien naar de buik omdat dit het risico van wiegendood sterk vergroot. Als de baby dit probeert moet het inbakeren onmiddellijk worden gestaakt.
  • De wieg of het bed is geen speelbox. Vermijd kussentjes, tuigjes, speelgoed met snoer of koord en grote knuffelbeesten.
  • Als een baby aan een fopspeen is gewend, is het belangrijk om die dan ook altijd (ook tijdens kinderopvang) voor het inslapen aan te bieden en dit niet te vergeten.

Zorg voor een veilige situatie wanneer de baby wakker is

  • Laat een baby in de box niet alleen als hij begint met op zijn buik te draaien en nog niet terug kan draaien. Hij kan dan in moeilijkheden komen.
  • Kies veilig speelgoed in de box zonder snoer of koord en geen kussen.
  • Zet de box ’s zomers niet in de volle zon.
  • Laat een baby nooit alleen achter in een auto.
  • Indien een draagzak wordt gebruikt, zorg er dan voor dat neus en mond altijd vrij zijn en dat de baby het niet te warm krijgt.
  • Geneesmiddelen die een slaapverwekkende bijwerking hebben, zoals sommige hoestdrankjes, zijn ongeschikt voor baby’s.
  • Het is bewezen dat ook roken door anderen in aanwezigheid van de baby schadelijk voor is voor de baby.

Andere maatregelen

  • Borstvoeding verlaagt het risico van wiegendood aanzienlijk.

 


Pagina als PDF