Richtlijn: Huidafwijkingen (2012)

1. Taken van de JGZ-Aanbevelingen

Aanbevelingen

  • In het kader van de opsporing van huidafwijkingen en specifiek de opsporing van kindermishandeling en automutilatie is het wenselijk dat de discussie rondom het bloot zien van kinderen gevoerd wordt. Hierbij zijn de betrokkenen van de richtlijn van mening dat de gehele huid bij alle kinderen op alle standaardcontact- momenten geïnspecteerd moet worden, door de JGZ-professional die het betreffende contactmoment uitvoert.
  • Het wordt aanbevolen de informatie in dit hoofdstuk op het gebied van preventie (zonbescherming, droge huid), signalering (actieve opsporing, inspectie en palpatie), diagnostiek (gebruik website met stroomschema en differentiaaldiagnoses), begeleiding (welzijn van ouder en kind, therapietrouw, corticofobie), behandeling en zo nodig verwijzing van/bij huidafwijkingen te gebruiken bij de voorlichting aan ouders, zowel mondeling als eventueel via lokaal te ontwikkelen schriftelijke of digitale informatie. 
  • Voor het registreren van huidafwijkingen (plaats, omvang, kleur) dient voldoende ruimte te zijn, zowel in schrijfruimte als in tijd.

Stroomschema’s: hoe huidafwijkingen te herkennen en wat te doen?
Zie digitaal: website JGZhuid en thema 5

De belangrijkste afweging die de JGZ-medewerker moet maken bij de beoordeling van huidafwijkingen is of het een afwijking is die verwijzing behoeft of niet. Voor deze richtlijn zijn stroomschema’s opgesteld, met bijbehorende differentiaaldiagnoses (DD’s). Een DD is een lijst met mogelijke diagnoses passend bij wat je ziet aan de huid. De stroom- schema’s met DD’s en uitleg van de diagnoses vormen de werkzame basis van de richtlijn. De stroomschema’s met DD’s zijn niet per se bedoeld om een diagnose te stellen. De JGZ-professional zal hiermee een cluster van werkdiagnoses moeten kunnen maken en zal ten minste die afwijkingen moeten kunnen traceren die urgentie/verwijzing behoeven. Omdat de huid vele afwijkingen laat zien, waarvan vele geen verwijzing behoeven, zijn de stroomschema op de website niet volledig. De meest voorkomende afwijkingen zijn wel opgenomen. Met behulp van de stroomschema’s met DD’s moeten ook de diagnoses worden beperkt tot een aantal (meest voor de hand liggende) huidafwijkingen waarover uitleg en advies gegeven kan worden en daarbij kan worden vervolgens worden afgewacht of waarbij verwezen moet worden.

De stroomschema’s gaan uit van de volgende meest opvallende kenmerken: lokale verkleuring, roodheid (heeft dus overlap met voorgaande) en een verhevenheid of bultje. De stroomschema’s en de genoemde DD’s zijn terug te vinden via de website. Op de website wordt van elke diagnose een beschrijving gegeven, met daarbij een afbeelding en het te volgen beleid. Ook worden al deze beschrijvingen met beleid gegeven in thema 5, zodat ze ook op papier zijn na te slaan.

Lees verder voor de onderbouwing


Pagina als PDF