Richtlijn: Pesten (2014)

Onderbouwing

Uitgangsvraag

  • Welke (evidencebased) instrumenten, methoden en programma’s voor individuele hulp aan pesters én aan gepesten (en hun ouders) zijn geschikt voor gebruik door de JGZ en haar ketenpartners, gelet op kwaliteit, toepasbaarheid en effectiviteit?

Conclusie effectiviteit programma's voor individuele hulp

NiveauConclusieLiteratuur
3 De Kanjertraining is een cursus om kinderen weerbaarder te maken en is onder andere geschikt voor gepeste en pestende kinderen, kinderen met weinig zelfvertrouwen of angstige en sociaal kwetsbare kinderen. Er zijn aanwijzingen dat de Kanjertraining een positief effect heeft op de sociale interactie, het emotioneel welbevinden, depressieve gedachten, agressief gedrag, de mate van ervaren sociale acceptatie, de relatie met de leerkracht en het gevoel van eigenwaarde. A.2. Vliek & Orobio de Castro, 2010
4 De Sta Sterk training heeft als doel de sociale weerbaarheid te vergroten van slachtoffers van pesten in de leeftijd van 8 tot 12 jaar. De effectiviteit van dit programma is nog niet onderzocht, maar het is wel als ‘theoretisch goed onderbouwd’ erkend. D. Databank effectieve jeugdinterventies
3 De cursus Plezier op school is bedoeld voor gepeste leerlingen in de overgangsperiode van de basisschool naar de middelbare school. Er zijn aanwijzingen dat deze cursus een positief effect heeft op emotionele problemen bij kinderen, problemen met leeftijdsgenoten, sociale angst, gepest worden en gedragsproblemen. B. Van Eeghen-Calis & Van der Molen, 2006
3 Minder boos en opstandig richt zich op 8- tot 12-jarige kinderen met antisociale en agressieve problemen en hun ouders. Er zijn aanwijzingen dat het programma zorgt voor een vermindering van agressief gedrag bij de kinderen en verbetering van opvoedvaardigheden bij de moeders. "B. Hoppe, 2012 B. Van der, Wiel 2005 B. Van der, Wiel 2007"
3 Alles Kidzzz is een individuele interventie voor 9- tot 12-jarige basisschoolleerlingen met externaliserende gedragsproblemen. Er zijn aanwijzingen dat de training leidt tot minder agressie bij de kinderen en een positiever zelfbeeld. "B. Stolz & van Londen, 2012)"
2/3 Triple P is een methode voor opvoedondersteuning voor ouders van kinderen van 0 tot 16 jaar. Triple P wordt in verschillende vormen gegeven en kan zowel bruikbaar zijn voor ouders van gepeste kinderen als ouders van pesters. Uit effectstudies komt naar voren dat het aannemelijk is dat Triple P bijdraagt aan minder probleemgedrag bij kinderen, een betere omgang met leeftijdsgenootjes en betere opvoedbekwaamheid bij de ouders. "De Graaf, 2008* De Graaf, 2009b*"
2/3 PMTO is een trainingsprogramma met als doel ouders sterker te maken in de opvoeding van hun kind. Het is zowel geschikt voor ouders van gepeste kinderen als ouders van pesters. Uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat het aannemelijk is dat PMTO leidt tot beter aangepast gedrag en minder antisociaal gedrag van de kinderen. Serketich & Dumas, 1995*

* Internationale studies zijn meegenomen in de beoordeling.

Programma's voor individuele hulp

Kanjertraining
(ook beschreven in het thema Effectiviteit van school- en klasprogramma’s ter preventie van pesten)

Individuele leerlingen kunnen worden aangemeld voor een Kanjertraining bij hen in de regio.
Het programma Kanjertraining, dat zowel in klassen op scholen wordt gegeven als na schooltijd voor groepen individuele leerlingen en hun ouders, heeft tot doel sociaal vaardig gedrag te stimuleren, sociale problemen zoals pesten, conflicten, uitsluiting en sociaal teruggetrokken gedrag te voorkomen of te verminderen en het welbevinden te vergroten bij kinderen en jongeren.

De Kanjertraining is bedoeld voor kinderen die thuis en/of op school ‘niet lekker in hun vel zitten’. Het belangrijkste doel van de Kanjertraining is dat een kind positief over zichzelf en de ander leert denken. Als gevolg hiervan heeft het kind minder last van sociale stress. Het programma is bedoeld voor kinderen en jongeren die in meer of mindere mate problemen hebben in de omgang met anderen en voor hun klasgenoten. De Kanjertraining wordt om de week gegeven in gemiddeld 10 lessen van 1,5 uur (per schooljaar). De methode bestaat uit het oefenen van sociale vaardigheden, discussiëren over morele dilemma's en sociale cognities, rollenspelen en vertrouwensoefeningen (Vliek, 2010).

In Nederland is één gecontroleerde trial uitgevoerd naar de effectiviteit van dit programma (Vliek & Orobio de Castro, 2010). In deze studie (n = 237; gemiddelde leeftijd: 9,9 - 10,4 jaar) onder 11 basisscholen met problematische klassen werd de training gegeven door een ervaren psycholoog. In de controlegroep werd geen interventie gedaan, maar werden alleen de vragenlijsten ingevuld, gelijktijdig met de interventiegroep. De onderzochte uitkomsten betroffen positieve sociale interactie, emotioneel welbevinden, depressieve gedachten, agressief gedrag, mate van ervaren sociale acceptatie, relatie met de leerkracht en gevoel van eigenwaarde. De effectgroottes (Cohen’s d) variëren van circa 0,15 tot 0,35. Gunstigere effecten werden verkregen wanneer deze werden berekend voor de 25% leerlingen met de laagste beginscores voor de genoemde uitkomsten. In dat geval varieerden de effectgroottes van 0,33 tot 0,78, waarbij de sterkste effecten werden gemeten voor depressieve gedachten, mate van ervaren sociale acceptatie, gevoel van eigenwaarde en positieve sociale interactie. De berekende effectgroottes zijn waarschijnlijk wat kleiner, omdat geen rekening is gehouden met clustereffecten. In hoeverre de interventie specifiek leidde tot minder pesten of beter omgaan met pesten kan uit de beschreven studieresultaten niet worden afgeleid.

Sta Sterk training

Individuele kinderen kunnen worden aangemeld voor de Sta Sterk training. De Sta Sterk training heeft als doel de sociale weerbaarheid van deelnemers te vergroten, zodat zij effectiever reageren op pestgedrag en de negatieve invloed ervan wordt beperkt, en de kennis van ouders op het gebied van pesten en het omgaan met hun kind te vergroten.
De interventie is bedoeld voor slachtoffers van pesten in de leeftijd van 8 tot 12 jaar. De doelgroep volgt regulier basisonderwijs en bestaat uit jongens en meisjes uit alle lagen van de bevolking. De intermediaire doelgroep wordt gevormd door ouders.
De Sta Sterk training is een interventie die bestaat uit 10 wekelijkse lessen van 75 à 90 minuten voor de kinderen en 2 bijeenkomsten voor de ouders. In de training staan 5 aandachtsgebieden centraal: lichaamstaal, assertiviteit, omgaan met emoties, sociale informatieverwerking en sociale vaardigheden. Kenmerkend voor de training zijn de zogenaamde Sta Sterk-punten: praktische handvatten voor sociaal weerbaar gedrag. Er wordt gewerkt met de metafoor van het stoplicht (verkeerslicht) om te verduidelijken wat agressief, assertief en subassertief gedrag is. Een van de belangrijkste ingrediënten van de training is het werken aan sterke lichaamstaal. Er wordt gebruikgemaakt van verschillende methoden, zoals het rollenspel, groepsgesprek, ontspanningsoefeningen en geven van feedback.
De effectiviteit van dit programma is nog niet bewezen. Wel is in 2012 in een beperkte doelgroep bij de Vrije Universiteit van Amsterdam een onderzoek naar de effectiviteit gestart. De Erkenningscommissie Interventies heeft het programma erkend als ‘theoretisch goed onderbouwd’.

Plezier op school

Het programma Plezier op school bevat een tweedaagse zomercursus op basis van cognitieve gedragstherapie aangevuld met ontspanningsoefeningen, elementen uit de Rationeel-Emotieve Therapie (RET) en psycho-educatie, en is bestemd voor aanstaande brugklassers die op de basisschool onder andere werden gepest (databank effectieve jeugdinterventies). De totale interventie bestaat uit een kennismakingsgesprek met ouder(s)/verzorger(s) en kind, een psycho-educatieve ouderbijeenkomst, de tweedaagse zomercursus, een evaluatief eindgesprek met de ouders en een terugkombijeenkomst voor de deelnemers na 6 weken.

Tot nu toe is er slechts één kwalitatief matige studie (n = 125; gemiddelde leeftijd: ca. 12 jaar) met een controlegroep uitgevoerd (Van Eeghen-Calism & Van der Molen, 2006). Het blijkt dat interventiegroep en controlegroep qua schooladvies tamelijk verschillend waren: in de controlegroep had 73% van de kinderen een gymnasium-, vwo- of vwo/havo-advies tegen 33% in de interventiegroep. Bij de nulmeting bleek de interventiegroep op alle vlakken meer problemen te hebben dan de controlegroep, wat echter niet is meegenomen in de analyse van de resultaten. Uit de studie komt verder naar voren dat emotionele problemen bij kinderen die de cursus hadden gevolgd 2 maanden na de cursus meer waren afgenomen dan bij de controlegroep (T = -2,44; p = 0,018). Ook het hebben van problemen met leeftijdsgenoten was in de interventiegroep meer afgenomen (T = -4,16; p < 0,001). Sociale angst, gemeten door middel van de Sociale AngstSchaal voor Kinderen, verminderde bij de cursisten significant meer dan bij de controlegroep (T = -3,70; p < 0,001). Ook de totale problemen, gemeten met behulp van de Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ) (T = -2,48; p = 0,015), verminderden. Kinderen uit de interventiegroep voelden zich ook minder slachtoffer van pesterijen, gemeten met de Klasgenoten Relatie Vragenlijst, in vergelijking met de controlegroep (T = -4,82; p < 0,001). Daarnaast namen de sociale problemen, gemeten door middel van de Child Behavior Checklist, significant meer af in de interventiegroep (T = -4,78; p < 0,001).
De effectiviteit van dit programma is nog niet onderzocht in een gerandomiseerde, gecontroleerde studie. In 2009 is met dit doel een RCT-onderzoek gestart door de Universiteit Utrecht onder leiding van prof. dr. M.A.G van Aken. In 2013 zullen de resultaten hiervan waarschijnlijk bekend zijn.

Minder boos en opstandig

Minder boos en opstandig is een programma dat zich richt op kinderen met antisociale en agressieve gedragsproblemen. Het programma omvat zowel een oudertraining in opvoedingsvaardigheden als een kindtraining in sociale probleemoplossingsvaardigheden. Doel van het programma is om het prosociale gedrag te doen toenemen en het antisociale gedrag te doen afnemen. Het programma is geschikt voor kinderen van 8 tot 12 jaar. Zowel de ouders als de kinderen volgen de training afzonderlijk in groepsverband gedurende 18 bijeenkomsten. Het programma kan onder andere worden gegeven door pedagogen, psychologen, verpleegkundigen en maatschappelijk werkers.

De oudertraining gaat onder andere in op het aanbrengen van orde en structuur, het geven van effectieve instructies, het versterken van positief gedrag en het omgaan met ongewenst gedrag. De kindtraining richt zich onder andere op het (h)erkennen van gevoelens, probleemoplossende vaardigheden en sociale vaardigheden.
Een effectonderzoek – waarbij de controlegroep ook een interventie in de vorm van ‘care as usual’ kreeg – toonde aan dat het probleemgedrag verminderde en het prosociale gedrag verbeterde. In de interventiegroep was dit effect het sterkst. Met name de openlijke agressie verminderde na de behandeling (Cohen’s d = 0,49) en 6 maanden later (Cohen’s d = 0,42). Bij de moeders was er een grotere toename in positieve betrokkenheid en consistente disciplinering (Van de Wiel et al., 2007; Van de Wiel, Hoppe & Matthys, 2005).

Alles Kidzzz
Alles Kidzzz is een individuele interventie voor basisschoolleerlingen met externaliserende gedragsproblemen. Het is een geïndiceerde preventie om te voorkomen dat kinderen later een gedragsstoornis ontwikkelen. Leerlingen worden door de leerkracht in overleg met de ouders aangemeld voor de training, die vervolgens individueel en op maat wordt aangeboden. De training richt zich op 9- tot 12-jarigen en bestaat uit 8 sessies van 45 minuten. Kinderen leren onder andere na te denken over de bedoelingen van andere kinderen, woede te reguleren en assertief in plaats van agressief te handelen. Daarnaast wordt geoefend in het opbouwen van een positief zelfbeeld en prosociaal gedrag.
Door middel van een RCT is de effectiviteit van Alles Kidzzz onderzocht.
Resultaten geven aan dat de kinderen die het programma Alles Kidzzz volgden significant minder agressief waren geworden, volgens het kind zelf (d = 0,21), de leerkracht (d = 0,28) en de moeders (d = 0,32). Daarnaast hadden de kinderen na de training een positiever zelfbeeld (d = 0,49) en stonden ze minder positief tegenover agressie (d = 0,15) (Goossens, Vermande & Van de Meulen, 2012).

Triple P

Triple P is een methode waarin ouders een positieve opvoedstijl aanleren. Doel is om hiermee gedragsproblemen bij de kinderen te verminderen.
Triple P is een laagdrempelig, integraal programma met als doel emotionele en gedragsproblemen bij kinderen te voorkomen door het aanleren van opvoedvaardigheden.
Triple P leert ouders:

  • Een positieve opvoedstijl.
  • Beter omgaan met moeilijk gedrag van kinderen.
  • Betere communicatie tussen ouder en kind in alledaagse situaties

Het programma is toepasbaar in de hele keten van opvoedingsondersteuning, van kinderopvang, Centra voor Jeugd en Gezin en opvoedbureaus tot jeugdhulp. Het programma komt van oorsprong uit Australië. In 2004 werd het voor het eerst in Nederland gebruikt. Inmiddels wordt de opvoedmethode al in 165 gemeenten in Nederland aangeboden.

Het programma Triple P is bedoeld voor ouders met kinderen van 0 tot 16 jaar. Er zijn vijf verschillende interventies (De Graaf, Onrusta, Havermana & Janssens, 2009; De Graaf, Speetjens, Smit, De Wolff & Tavecchio, 2008; de Graaf, 2009):

  1. Universele Triple P: voorlichting en informatie via de media en andere informatiebronnen voor ouders die erin geïnteresseerd zijn hoe ze de ontwikkeling van hun kind het beste kunnen bevorderen.
  2. Selectieve Triple P: korte individuele gesprekken over de ontwikkeling en het gedrag van kinderen voor ouders met specifieke zorgen over gedrag en/of ontwikkeling van hun kind. 
  3. Primary Care Triple P: gericht advies of vaardigheidstraining bij specifieke zorgen over het gedrag en/of de ontwikkeling van het kind. 
  4. Standard Triple P: training in opvoedingsvaardigheden bij ernstige gedragsproblemen van het kind. 
  5. Enhanced Triple P: gezinsinterventie bij ernstige gedragsproblemen gecombineerd met overige gezinsproblemen.

Voor zover het interventies gericht op individuele hulp aan ouders van pesters of van gepesten betreft, zijn met name de interventies 2, 3 en 4 relevant.

In de loop der jaren zijn extra modules ontwikkeld voor specifieke doelgroepen. Hieronder vallen bijvoorbeeld programma's voor ouders van tieners (Tiener Triple P), ouders met kinderen met een ontwikkelingsstoornis of handicap (Stepping Stones), ouders die moeite hebben om hun eigen woede te hanteren en/of denken dat hun kind expres ongewenst gedrag laat zien (Wegwijzer Triple P), werkende ouders (Workplace Triple P), Aboriginal ouders (Indigenous Triple P), aanstaande ouders (Baby Triple P), ouders van kinderen met overgewicht (Lifestyle Triple P) en ouders die uit elkaar gaan of nieuw samengestelde gezinnen (Transitions Triple P).
Daarnaast is een deel van het werkmateriaal in meerdere talen beschikbaar, zoals in het Berbers, Turks, Arabisch en Papiamento (voor Antilliaanse ouders).

In Nederland is tot heden één studie (De Graaf et al., 2009) uitgevoerd om de toepasbaarheid en werkzaamheid van Primary Care Triple P (corresponderend met niveau 3 Triple P) te onderzoeken. In dit onderzoek werd Primary Care Triple P vergeleken met de in de eerstelijnszorg gebruikelijke opvoedingsondersteuning. Beide interventies lieten significante reducties in emotionele en gedragsproblemen, zoals gemeten met de SDQ, van het kind zien; tussen beide interventies was er qua effectiviteit geen verschil.
Een tweede Nederlandse studie (De Graaf, 2009) omvatte 4 deelonderzoeken en betrof in totaal 298 ouders. De leeftijd van hun kinderen was 7 tot 8 jaar. De onderzoeksopzet in 3 deelstudies was niet-vergelijkend, wel met een voor- en nameting. In 1 deelonderzoek was de onderzoeksopzet quasi-experimenteel. De interventie bij het eerste deelonderzoek liet bescheiden tot matige effectgroottes (d = 0,19 - 0,49) zien op alle scores (emotionele problemen, gedragsproblemen, hyperactiviteit, problemen met leeftijdsgenoten, sociaal gedrag) van de SDQ, zowel bij de nameting als na een follow-up van drie maanden. In de tweede deelstudie werden matige tot aanzienlijke effectgroottes voor alle emotionele en gedragsproblemen en voor hyperactiviteit gemeten; effectgroottes varieerden van 0,19 tot 0,88. In de derde deelstudie (n = 50) werden middelmatige tot aanzienlijke effectgroottes (d = 0,25 - 0,62) gevonden voor emotionele en gedragsproblemen, hyperactiviteit en problemen met leeftijdsgenoten; de vierde deelstudie (n = 57) – de belangrijkste vanwege de vergelijkende onderzoeksopzet – gaf de volgende resultaten. De effectgroottes van de scores op de SDQ varieerden van 0,10 (hyperactiviteit) tot 0,83 (problemen met leeftijdsgenoten). De resultaten van de verschillende deelonderzoeken lijken erop te wijzen dat Triple P niveau 4-interventies emotionele en gedragsproblemen van kinderen verminderen.
Internationaal zijn er verschillende onderzoeken naar de effecten van Triple P verricht. De werkzaamheid van Triple P niveau 4-interventies is door De Graaf et al. onderzocht door middel van een redelijk goed uitgevoerde meta-analyse van bestaande onderzoeken (De Graaf et al., 2008). Zij includeerden 15 gecontroleerde experimentele studies, waarvan 14 RCT’s. In de meeste studies was de controlegroep een zogeheten wachtlijstgroep. De auteurs berekenden een effectgrootte op door ouders gerapporteerde gedragsproblemen (Hedge’s g) van 0,88 – een sterk effect volgens de criteria van Cohen – indien zij uitgingen van de resultaten direct na de interventie. Nadere analyse van de resultaten liet zien dat effecten het grootst waren indien de aanvangssituatie binnen de klinische range van gedragsproblematiek viel. Triple P lijkt op basis van bovenstaande onderzoeken effectief en wordt daarom bruikbaar geacht in Nederland.

PMTO

PMTO staat voor Parent Management Training Oregon en is een trainingsprogramma met als doel ouders sterker te maken in de opvoeding van hun kind. Het is in Amerika ontwikkeld en gaat ervan uit dat ouders de belangrijkste leraren zijn in het leven van hun kind. Tijdens een wekelijkse training gaan de ouders samen met de PMTO-therapeut actief aan de slag om hun opvoedingsvaardigheden te versterken.
Het algemene doel van PMTO is dat kinderen met externaliserende gedragsproblemen beter gaan functioneren en hun gedragsproblemen verminderen doordat hun ouders meer effectieve opvoedingsstrategieën toepassen. In de behandeling wordt door middel van rollenspelen geoefend met het toepassen van een vijftal clusters van opvoedingsvaardigheden: je kind stimuleren door aanmoediging, grenzen stellen, zicht en toezicht houden, met elkaar problemen oplossen en positief betrokken zijn (Zwikker & Van Everdingen, 2008).

De effectiviteit van dit programma in Nederland wordt momenteel onder leiding van professor Corinne de Ruiter onderzocht door middel van een RCT bij kinderen met externaliserende gedragsproblemen. Ondanks dat de effectiviteit in Nederland nog niet is aangetoond, wordt het programma hier al wel toegepast.
Serketich verrichtte een meta-analyse van de uitkomsten van studies waarin de effectiviteit van PMTO werd onderzocht (Serketisch & Dumas, 1996). De effectiviteit van PMTO lijkt indrukwekkend gegeven een effectgrootte van 0,86 voor de kinduitkomsten (beter aangepast gedrag dan wel minder antisociaal gedrag).

Referenties


Pagina als PDF